Getypt, maar niet getikt

Wie – zelfs al is het om den brode – schrijft, die blijft. Maar wie écht sporen wil nalaten, kan schrijfmachines verzamelen. Wim Van Rompuy, oprichter-zaakvoerder van Schrijf.be, rolde per toeval in de wereld van de schrijfmachines. “Sinds we niet meer met schrijf-machines werken, kunnen we geen verhaal meer vertellen.”

Het begon met een grootmoeder. Wim Van Rompuy is baas van Schrijf.be, het grootste copywritingbureau van het land. In 2000 stierf zijn grootmoeder Tine, net geen honderd jaar oud. “Ze schreef libretto’s voor operettes en teksten voor toneel. Ik erfde haar draagbare Olivetti-schrijfmachine. Die dateert van 1932.” Eén probleem: er mankeerde een inktspoeltje. En dus ging Van Rompuy op het internet op zoek. Daar vond hij niet alleen de missing link, er ging een heel nieuwe wereld voor hem open. De man die een vijftien koppen sterk schrijfbedrijf runt, spaart nu in zijn vrije tijd schrijfmachines. Eerst als hobby, uiteindelijk als passie.

Verhalen

Zo’n 150 heeft hij er. “Maar let op, dat ik als schrijver uitgerekend schrijfmachines verzamel, is toeval. Het hadden voor mijn part ook broodroosters kunnen zijn. Alleen door dat erfstuk zijn het typemachines geworden. Wat me daarbij écht interesseert, zijn niet in de eerste plaats die machines zelf, wel de verhalen die ze te vertellen hebben.” Vooral het marketingverhaal boeit hem.

“Neem nu Remington. Die Amerikaanse wapenfabrikant commercialiseerde in 1874 de allereerste schrijfmachines omdat na de Burgeroorlog de verkoop van wapens slabakte. Die eerste toestellen hadden hamertjes die onderaan tegen de rol klopten. Je zag dus niet wat je typte. Dertig jaar lang gingen marktleider Remington én zijn concurrenten stug op dezelfde manier door. Zelfs toen Underwood in 1895 zijn visible typewriter op de markt bracht. En er binnen de kortste keren Remington mee van de troon stootte. Zo’n verhaal van een mastodont die aan flexibiliteit inboet en door snelle, andersdenkende spelers in snelheid gepakt wordt: dat boeit me aan schrijfmachines.”

Hoe meer hij naar zijn collectie kijkt, hoe meer Van Rompuy zich in de verhalen achter elke machine verdiept. “Wie vond ze uit? Hoe werd ze gepositioneerd in de markt? Draagt ze stijlkenmerken van een kunststroming zoals art nouveau of art deco? Zit er nog een aankoopbewijsje bij de machine, dan leer ik iets over zijn koper. En aan de spatiebalk kan ik opmaken of de gebruiker rechts- of linkshandig was.”

En Van Rompuy wil zijn kennis ook met anderen delen. Zo vind je op www.schrijfmachine.be zijn virtuele verzameling en organiseert hij een missverkiezing voor… schrijfmachines.

Vertellen

Verzamelen als passie: lang hebben we geloofd dat verzamelaars een ras apart waren. Postzegels of treintjes, schrijfmachines of sigarenbandjes: aan die lui haperde wel altijd iets. Van Rompuy moet lachen: “Ik begrijp wat je bedoelt. Als kind verzamelde ik postzegels. Als puber ben ik daarmee gestopt, en heb gezworen me nooit meer met dit soort van buitensporigheden bezig te houden. En kijk, nu sta ik hier met een almaar groeiende verzameling schrijfmachines. Het enige verschil is dat ik vandaag niet alleen neem, maar ook geef.” Een website moet zijn verzamelwoede als het ware legitimeren.

Van Rompuy leeft van het schrijversvak. En hij trekt meteen een merkwaardige parallel tussen de teloorgang van de schrijfmachines en de stielkennis van moderne schrijvers. “We hebben ons synthetisch vermogen verloren op de dag dat de schrijfmachines door tekstverwerkers zijn vervangen. Vroeger moest je eerst je verhaal in je hoofd opbouwen. Pas als het daar helemaal áf was, ging het op papier. Met tekstverwerkers kan je eindeloos lang knippen en plakken en veranderen. Daardoor kunnen we geen verhaal meer vertellen. En dat is jammer.” (T)

www.schrijfmachine.be

Door Aart De Zitter/Foto Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content