Geschiedenisles voor de markten

De beleggers zullen zowel de politiek als de rendementen in de gaten houden.

Als de geschiedenis een leidraad vormt, moet 2008 een beter dan gemiddeld jaar worden voor de Amerikaanse beurzen. Cijfers die we uit de Barclays Equity-Gilt Study puren, tonen aan dat Wall Street er sinds 1926 met een gemiddelde van 8,8 % op vooruitging tijdens jaren van presidentsverkiezingen, omdat dan de politici alle registers opentrekken om verkozen te geraken.

Zulke statistieken kunnen oppervlakkig gezien aantrekkelijk lijken, maar het zou evengoed kunnen gaan om een toevallig effect. Tenslotte was 1932 ook een verkiezingsjaar en toch werd toen het absolute marktdieptepunt bereikt na de crash van 1929. De markt ging ook achteruit in 1940, 1948, 1960, 1984 en 2000. Tijdens de baissejaren maakte de zittende partij net zoveel kans om opnieuw verkozen te worden als om aan de dijk gezet te worden.

Als de politiek al een invloed zou hebben in 2008, dan is het misschien dat ze de beleggers wat zenuwachtig zal maken. Dit worden de eerste presidentsverkiezingen sinds 1952 waarbij de zittende president noch zijn vicepresident meedoen aan de race. Dat zal een klimaat van onzekerheid scheppen, iets waaraan de markt traditioneel een hekel heeft. En als we het over de favorieten voor de overwinning hebben, dan genieten de Democraten de voorkeur, terwijl Wall Street de Republikeinen verkiest.

Uitkijken naar heropleving

Los van de verkiezingen is de hamvraag voor de markten wellicht wel of de rendabiliteit van de bedrijfssector aangehouden kan worden. In de Verenigde Staten bereiken de winsten in verhouding tot het bbp hun hoogste peil in veertig jaar. Sommigen, zoals de onafhankelijke strateeg Andrew Smithers, voeren aan dat die cijfers gedoemd zijn om opnieuw te zakken naar het gemiddelde. Anderen zeggen dan weer dat de winsten kunnen aanhouden door de effecten van de globalisering: de opkomst van China en India heeft de machtsbasis verschoven van arbeid naar kapitaal.

Dat is geen onbelangrijke kwestie wegens de maatstaf die de beleggers gebruiken om marktevaluaties in te schatten: de koers-winstverhoudingen. De optimisten zeggen dat, afgaande op de voorspelde winsten, de aandelen goedkoop lijken naar historische normen. Maar de pessimisten zeggen dat dat komt omdat de winsten conjunctureel hoog staan. Maak een gewogen gemiddelde van de winsten en u zal zien dat de waarderingen even hoog zijn als voor de crash van 1929, beweren ze.

De Amerikaanse bedrijfswinsten kunnen onder druk komen te staan als, zoals overigens verwacht wordt, de economie vertraagt onder invloed van de strubbelingen op de huisvestingsmarkt. De effecten zelf zouden ook een bron van steun kunnen verliezen als de kredietcrisis die in de zomer van 2007 begon, het vermogen van de durfkapitaalgroepen om overnames te lanceren beknot en het ook voor ondernemingen moeilijker maakt om hun eigen aandelen opnieuw in te kopen.

Niettemin zouden, naarmate het jaar vordert, de investeerders kunnen beginnen uitkijken naar een heropleving in 2009, vooral als de Federal Reserve de cyclus van interestverlagingen voortzet die hij in september 2007 heeft aangevat.

Op de wisselmarkten zal het voornamelijk draaien rond de duurzaamheid van de carry trade, waarbij beleggers lenen in laagrenderende munten – de yen vooral – om te investeren in hoogrenderende deviezen en activa. Die handel kende in de voorbije jaren een aantal fluctuaties omdat de beleggers schrik kregen en zich afkeerden van sommige van de meer exotische objecten, zoals de IJslandse krona of de Nieuw-Zeelandse dollar. De belangrijkste druk op die markt zal in 2008 waarschijnlijk komen van een combinatie van dalende Amerikaanse rentevoeten en een bescheiden toename van de Japanse interesten. Het gevaar bestaat dat de beleggers (inbegrepen de Japanners die geld in het buitenland ondergebracht hebben) het beu zullen worden om geld te verliezen en hun weddenschappen zullen intrekken, wat een scherpe oprisping van de yen zou veroorzaken. Hoe dan ook, het goede nieuws is dat een combinatie van een zwakkere dollar en tragere economische groei in de Verenigde Staten een van de belangrijkste onevenwichten in de wereldeconomie, het Amerikaanse handelsdeficit, zou kunnen doen krimpen.

Nieuwe schandalen

Op de obligatiemarkt zal de kredietcrisis van de zomer van 2007 blijven nazinderen. De ratingbureaus verwachten een stijging van de default rate op bedrijfsobligaties, al was het maar omdat ondernemingen die krap in de liquiditeiten zitten, moeilijker aan financiering zullen raken. Dat zal onvermijdelijk de complex gestructureerde producten die de jongste jaren het licht zagen – zoals de CDO’s ( collateralised debt obligations) – op de proef stellen.

De beleggers zullen ernaar uitkijken of het subprime-effect zich ook zal voordoen op het vlak van de bedrijfsschulden. Met andere woorden, of de herverpakking van leningen en obligaties geleid heeft tot een verlaging van de kredietstandaarden. Dat zou trouwens best wel eens het geval kunnen zijn, omdat de rush naar rendement in 2004-06 het voor de ondernemingen veel makkelijker maakte om fondsen binnen te halen tegen, naar historische normen, redelijk royale voorwaarden. Wat intussen zo goed als zeker lijkt, is dat er opnieuw wat schandalen zullen voorkomen, want zoals Warren Buffett opmerkt: het is pas als de zee terugtrekt, dat je ziet wie naakt gezwommen heeft.

Een sector die in 2008 wel eens op de klippen zou kunnen lopen, is die van het commercieel vastgoed. Dat staat bloot aan hogere leningkosten en tragere economische groei. De investeerders hebben zich de jongste jaren op het vastgoed gestort omdat het meer dan behoorlijk opbracht, maar die opbrengsten vormen niet langer genoeg tegenwicht voor de risico’s. Het kantoorvastgoed in Londen en New York zou negatief beïnvloed kunnen worden als de financiële sector door de kredietproblemen banen zou schrappen.

DE AUTEUR IS REDACTEUR KAPITAALMARKTEN VAN

THE ECONOMIST

Door Philip Coggan/Illustratie: Hans Boeykens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content