Gerrit Zalm, de bewaker van de Nederlandse zuinigheid

De Nederlandse koningin Beatrix vereert België van 20 tot 22 juni met een staatsbezoek. En wij mogen weer jaloers zijn op Oranje. Zij spelen het WK, en vooral: de Nederlandse economie is na enkele jaren doffe ellende weer aan de beterende hand. “We verwachten volgend jaar 3 % groei,” vertelt de Nederlandse minister van Financiën Gerrit Zalm.

Voor vaderdag zou Gerrit Zalm graag het computerspel Heroes of Might and Magic V krijgen. “Dat is net nieuw uit, en ik speel nu nog met editie IV. Het is een prettig tijdverdrijf om de zinnen eens te verzetten. Ik hou van spelletjes. Ik sta ook graag achter de flipperkast,” zegt Gerrit Zalm, de Nederlandse minister van Financiën (en dus ook van Begroting) en vicepremier in het kabinet-Balkenende II.

Acteur is hij ook nog geweest, in 2004 in de film Cool! van Theo Van Gogh. Zalm speelde een bankdirecteur die dood neervalt. “Ik ben heel sierlijk gestorven in de armen van Katja Schuurman ( nvdr – een knappe Nederlandse actrice). Het was best een prettige dood ( lacht). Dat zijn van die dingetjes die het leven leuk maken. Ik sta wat losser in het leven dan de gemiddelde calvinist, die ik van huis uit ben. Behalve op begrotingsgebied. Daar blijf ik streng.”

De Zalmnorm is de bewaker van deze Hollandse zuinigheid. Deze norm trekt een muur op tussen inkomsten en uitgaven in de Nederlandse begroting, zodat de meevallers aan de inkomstenkant niet meteen weer worden uitgegeven. “En de volgende stap is om ervoor te zorgen dat ook de meevallers aan de uitgavenkant, lagere werkloosheidsuitkeringen bijvoorbeeld, opzij worden gezet,” zegt Zalm.

Al elf jaar lang zit de voormalige directeur van het Centraal Planbureau op de ministerstoel van Financiën in Nederland. Nooit heeft iemand in de geschiedenis van de Lage Landen het langer als nationale penningmeester volgehouden. Zalm: “Tot nu toe heb ik alle records te pakken, behalve één. Tussen 1814 en 1826 zetelde een minister nog langer, toen Nederland en België nog één waren. Ik ben de langst zittende minister sinds de onafhankelijkheid van België.”

En als het aan Il Duro – zoals de Italianen hem noemen sinds zijn onverzettelijke houding in het Stabiliteitspact – ligt, komt er na de Nederlandse parlementsverkiezingen in mei 2007 nog een ambtstermijn bij. Dat is best mogelijk, want de Nederlandse economie is voor de regerende CDA-VVD-D66-coalitie net op tijd door de zure appel heen. De tijd van pijnlijke maatregelen en zuinige groei lijkt voorbij.

GERRIT ZALM. “Als je alleen maar regeert om de volgende verkiezingen te winnen, regeer je niet goed. Bovendien, we plukken nu de eerste vruchten van dat beleid. De economische groei is dit jaar hoger dan het gemiddelde in de eurozone. Dat verwachten we ook voor volgend jaar, als onze groei richting 3 % gaat. Ook de begrotingssituatie verbetert zeer snel. De belastinginkomsten lopen harder dan verwacht, en dat hoor ik ook bij alle Europese collega’s. Nu moeten we aan de verleiding weerstaan om deze meevallers weer uit te geven. Vorig jaar sloten we nog met een begrotingstekort van -0,3 % af. Hoewel de officiële prognoses ook dit jaar nog een tekort voorspellen, zou ik niet verbaasd zijn als we 2006 met een begrotingsoverschot afsluiten, overigens zonder eenmalige kunstjes ( lacht uitbundig). Daar heb ik niet zo’n behoefte aan. Daardoor stijgt het vertrouwen in de regering ook.

“We hebben in 2003, 2004 en 2005 een sterk hervormingsbeleid gevoerd. De economie was zwak, maar we hebben in die periode moeilijke hervormingen doorgevoerd. We werken bijvoorbeeld aan een beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen, we hebben de vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt minder lonend gemaakt, en de instroom in de arbeidsongeschiktheid bemoeilijkt. De regering heeft zich daar niet populair mee gemaakt. De kiezers hebben ook drie jaar koopkrachtdaling achter de rug, maar nu zien ze dat de werkloosheid snel daalt, dat de groei stevig is en de koopkracht weer gaat toenemen. Het was vervelend, maar het loonde. Wij hopen dat de burger volgend jaar in het stemhokje ook die redenering zal maken. Andere landen zoals Duitsland, Frankrijk, Italië en Portugal moeten nog aan die moeilijke oefening beginnen.”

U vergeet de Belgische regering, die de voorbije jaren een discours hield van ‘alles gaat goed’ zonder pijnlijke maatregelen te nemen. Ze hoopte zo het vertrouwen van de bedrijven en de gezinnen op te krikken.

ZALM. “Ja, dat is een strategie die niet zonder risico is. Ik ben heel terughoudend in mijn commentaar op de Belgische regering, maar ik bewonder de Belgische reeks van begrotingen die uit de rode cijfers blijven. Al is het fascinerend hoe jullie saldo steeds op 0,0 % eindigt ( lacht schalks). Wij managen dat zo niet. De nul is een magic number, en voor de interne discipline is streven naar een evenwicht of overschot heel verstandig. Maar als wij straks een overschot hebben, zal dat een structureel overschot zijn. Misschien geeft dat nóg meer vertrouwen ( lacht triomfantelijk).”

U hoopt de concurrentiepositie van Nederland te verstevigen door volgend jaar de vennootschapsbelasting te laten dalen van 29,6 % naar 25,5 %. Winsten tot 25.000 euro zullen een verlaagde aanslagvoet van 20 % genieten. Hoe gaat u die lastenverlaging financieren?

ZALM. “Het wetsvoorstel ligt nu ter bespreking in het Nederlandse parlement. Om de Japanse investeerders niet tegen het hoofd te stoten – 25 is voor hen een magisch getal, vanaf die drempel word je als een fiscaal paradijs beschouwd – zakt de algemene aanslagvoet in de vennootschapsbelasting naar 25,5 % en niet 25 %, zoals oorspronkelijk voorzien was. Daarnaast verlaagt de dividendenbelasting van 25 naar 15 %. De totale kostprijs van deze operatie bedraagt 3,2 miljard euro.

“Maar het is niet allemaal gulheid van mijn hand. De tariefverlaging zal namelijk gecompenseerd worden door een verbreding van de belastbare grondslag, en dat zal 2,5 miljard euro in het laatje zal brengen. Zo gaan we de voorwaartse en achterwaartse verliesverrekeningen beperken tot respectievelijk negen jaar (in plaats van oneindig lang) en één jaar (in plaats van drie jaar). Ook verandert de afschrijving op gebouwen. Voortaan zullen de verhuurde beleggingspanden alleen nog tegen de werkelijke waarde afgeboekt mogen worden.

“Uiteindelijk komen we 700 miljoen euro te kort. Maar hiervoor is een budget voorzien. Bovendien rekenen we op mogelijke terugverdieneffecten. Maar daar houden we bij de opmaak van de begroting geen rekening mee.”

Als reactie op onze notionele interestaftrek wilt u alle inkomsten uit interesten en octrooien belasten tegen respectievelijk 5 % en 15 %. Beschouwt de Europese Commissie die maatregel niet als concurrentievervalsing?

ZALM. “Met deze maatregel belonen we winstgevende groepen die in ons land hun hoofdzetel houden of vestigen. Zo’n rente- en royaltybox bestaat al zonder probleem in Frankrijk. Ik zie dus niet in waarom Europa dwars zal liggen. Het spreekt voor zich dat we de verrekenprijzen tussen de dochters uit de verschillende lidstaten (transfer pricing) nauwlettend zullen opvolgen. Maar daar bestaan ook al internationale afspraken over.”

Wat wilt u bereiken met deze hervorming?

ZALM. “Internationaal fiscaal concurrerend zijn en de Nederlandse vestigingsplaats van hoofdzetels in stand houden. Maar deze hervorming is vooral interessant voor winstgevende bedrijven. We geven een grotere stimulans aan dynamische en winstgevende bedrijven, ten koste van bedrijven die fiscaal als marginaal moeten worden aangeduid. Het is een winnerspakket, wat de dynamiek van de economie ten goede moet komen.”

Is de invoering van een ‘flat tax’ naar het voorbeeld van de Baltische staten geen betere oplossing dan een ingewikkelde belastinghervorming?

ZALM. “Wordt aan gedacht, maar dat is niet eenvoudig te financieren. Die landen vertrekken van nul, terwijl ons fiscale stelsel al meer dan een eeuw oud is. Hoe we het regime kunnen vereenvoudigen en vervlakken, zullen we in een volgende kabinetsperiode moeten bekijken. Intussen evolueren we in de personenbelasting naar een vlakkere structuur. Nu al schommelen de schalen tussen 34 en 52 %. In de vennootschapsbelasting beschikken we over twee tarieven en verminderen de vrijstellingen. Tot een aanslagvoet van 12,5 %, zoals in Ierland, hoeven we mijns inziens niet te zakken. Koken kost immers geld. En met onze nieuwe belastingverlaging en andere troeven – zoals een degelijk transportnetwerk, een goede kennis van de Engelse taal en een mooie regeling voor buitenlandse kaderleden – zijn we een aantrekkelijke vestigingplaats voor ondernemingen.”

Wel bestaat er nog altijd een vermogensbelasting in Nederland. Is dat geen maatregel uit de middeleeuwen?

ZALM. “We beschikken over een zeer schappelijke vermogensbelasting met een hoge belastingvrije voet en tal van vrijstellingen. De fiscus gaat uit van een jaarlijks rendement van 4 % op het gemiddelde belegde vermogen. Op dat fictieve rendement wordt een belasting van 30 % geheven, zodat het tarief eigenlijk neerkomt op 1,2 % per jaar.”

Overweegt u naar Belgisch voorbeeld ook een fiscale amnestie?

ZALM. “In het Nederlandse parlement is even een ‘generaal pardon’ overwogen, maar vrij vlug afgevoerd. Wij calvinisten voelen weinig voor zo’n maatregel, die veel nette belastingbetalers zou schofferen. Ze hebben altijd keurig hun belastingen betaald, en de zondaars worden als de verloren zoon binnengehaald en komen er met een koopje vanaf. Dat is niet fatsoenlijk.”

De repatriëring van kapitaal geeft wel een zweepslag aan de economie die iedereen ten goed komt.

ZALM. “Wat heb je aan een zweepslag? Je kan beter de structurele groeikracht van de economie bevorderen dan af en toe eens een bedragje in die economie te stoppen. Daar word je op lange termijn niet wijzer van. Maar we zijn er ook niet helemaal vies van: we hebben de ‘spaarloonregeling’ versoepeld. Je kreeg een belastingvoordeel als je vier jaar lang je spaargeld niet opnam. Dat hebben we gedeblokkeerd, en dat heeft vorig jaar wat extra bestedingen uitgelokt.”

Is fiscale concurrentie gezond binnen de eurozone? Of is een harmonisatie van de belastingregimes wenselijker?

ZALM. “Beleidsconcurrentie vind ik geweldig gezond. Elk land moet maar presteren. Het zou prettig zijn als er grenzen worden opgelegd, maar heel veel landen zijn bijvoorbeeld nog niet toe aan minimumtarieven voor de vennootschapsbelasting. Komt daarbij de verschillende belastinggrondslag die elk land hanteert. De Europese Unie buigt zich over deze kwestie. Maar veel vooruitgang boekt die werkgroep niet. Eventueel hebben internationale bedrijven wel nood aan een uniform schema voor geconsolideerde jaarrekeningen. Maar dan bots je onmiddellijk op het probleem hoe de opbrengsten over de verschillende landen verdeeld moet worden. Fiscaliteit zal tot mijn grote genoegen altijd wel een nationale bevoegdheid blijven.”

Is de euro niet ten dode opgeschreven zonder een politieke unie boven die monetaire unie?

ZALM. “Nee, geloof ik niet.”

Waarom niet?

ZALM. “Nou ja, waarom wel? ( lacht)”

In Italië klonken al stemmen om eruit te stappen als de euro te veel knelt. Devalueren kan namelijk niet meer om de concurrentiepositie te herstellen.

ZALM. “In de VS is het belastingregime tussen de staten ook heel verschillend. Voor een goede werking van de eurozone heb je coördinatie van het begrotingsbeleid nodig. Daar zorgt het Stabiliteitspact voor. Ik geloof niet dat je alles moet uniformeren om een monetaire unie slaagkansen te geven. Je kan uniform zalig worden, maar je kan ook uniform de afgrond in. Ik vind het juist gezond dat er niet collectief verkeerde beslis-singen worden genomen. We kunnen leren van landen die het goed of slecht doen. Dan zijn er tenminste nog correctiemechanismen. Nederland heeft bijvoorbeeld een lage werkloosheid dankzij hervormingen in de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt. Ik heb geen behoefte aan een werkloosheid van 10 % om Europees in de pas te lopen. Omgekeerd kunnen we leren van experimenten in Denemarken. Als iedereen de best practices toepast, zal het beleid convergeren. Maar dat is dan de uitkomst van een marktproces.”

Is het Scandinavische sociale model ook hip in Nederland?

ZALM. “Ja, maar elke partij legt zijn eigen accenten. Ik ben geneigd Scandinavië te bewonderen voor de grote begrotingsoverschotten, en de Denen voor hun flexibele ontslagwetgeving en de forse inkrimping van de overheidsuitgaven – hoewel het niveau nog hoog is. De PvdA bewondert ze vooral voor hun big government. Een aantal onderdelen van het Scandinavische model zijn dus interessant, maar ik ga voor het Dutch Design.”

En dat is? Want het poldermodel heeft afgedaan.

ZALM. “Nou, er is nog veel overleg tussen de sociale partners. Maar er is ook veel toegeschreven aan het poldermodel dat er weinig mee te maken had. We danken onze successen niet aan het feit dat de regering en de sociale partners altijd bij elkaar op schoot zaten. Alle grote hervormingen zijn altijd met weerzin en grote tegenstand doorgevoerd. We hebben nu de instroom in de arbeidsongeschiktheid meer dan gehalveerd. Meer mensen beneden 65 zijn aan het werk in plaats van afhankelijk te zijn van een uitkering. Maar Nederland is ook nog niet klaar met de voorbereiding op de vergrijzing. In een aantal landen word de pensioenleeftijd opgetrokken – dat is misschien iets voor het volgende kabinet. En de PvdA spreekt over hogere belastingen op inkomens uit pensioenen.”

Moet het overheidsbeslag nog lager? Wat is een ideaal niveau?

ZALM. “Ik geloof niet in het prikken van een getal. Als je de uitgaven kan verkleinen door minder mensen afhankelijk te maken van een uitkering, zijn dat grote verbeteringen en dan is het niet erg dat we de overheid verder laten krimpen. Inzake infrastructuur, onderwijs, defensie, justitie, gezondheidszorg zijn de besparingsmogelijkheden beperkter. De ambitie moet zijn om de samenstelling van de overheidsuitgaven te verbeteren. Minder overdrachtsuitgaven (sociale uitgaven), meer productieve uitgaven.”

In België is er een hetze aan de gang over de lonen van de topmanagers, privé én overheid. In Nederland ook?

ZALM. “Ja, vooral de lonen van de topambtenaren die meer verdienen dan de minister liggen onder vuur. Mijn secretaris-generaal verdient meer dan ik. Nu wordt een Belgische minister ook beter betaald dan een Nederlandse, heb ik gemerkt. Een Belgische collega verdient 160.000 à 170.000 euro, wij iets van een 120.000 euro. Een commissie is van oordeel dat de Nederlandse minister 30 % meer moeten verdienen. Punt van discussie is ook of het wel wenselijk is dat topambtenaren, ziekenhuisdirecteuren of universiteitsbestuurders echt meer moeten verdienen dan de premier. Het opgehoogde salaris van de eerste minister moet een referentiepunt worden voor mensen die elders in de publieke sector werken. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden zou je meer kunnen verdienen. Bij bedrijven en overheidsbedrijven ligt het anders. Ik ben niet van plan om het salaris van de baas van KPN of KLM te verlagen tot onder dat van de premier.”

Worden topmanagers van privébedrijven te veel betaald?

ZALM. “De aandeelhoudersvergadering bepaalt het loonbeleid, dat is nu bij wet geregeld. Vroeger wisten aandeelhouders niet eens welke lonen de topmanagers bedongen. Nu wordt het allemaal openbaar gemaakt, tot en met de bonussen en de pensioendotaties.”

Bemoeilijkt de loonspanning tussen de topmanager en de werknemer het sociale overleg?

ZALM. “Ja, de vakbonden beklagen zich erover. Maar goed. Ze klagen niet over het salaris van een topvoetballer – die liggen soms ook in grootteordes waarvan je denkt: nou, nou. Zijn topmanagers hun salaris waard? De enige die daar een oordeel over kan geven, is diegene die ze betaalt: de aandeelhouder.”

Heeft Nederland nog een loonkostenprobleem?

ZALM. “Er is behoorlijk gecorrigeerd de afgelopen jaren. We waren 12 % uit de pas gelopen, maar de voorbije jaren dikten de loonkosten jaarlijks maar met 1 % aan. De export loopt weer goed. Loonmatiging is niet de enige zaligmakende oplossing, en uiteindelijk zal alle welvaartsstijging hopelijk ook tot loonstijging leiden. Alleen als de loonstijging te hard gaat, word je snel met beide voeten op de grond gezet. Maar nu is de Nederlandse economie weer redelijk fit.” Daan Killemaes

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content