‘Gepensioneerden moeten ook hun deel betalen’

De speculatietaks is een politieke belasting zonder effect, oordeelt topfiscalist Axel Haelterman. De kaaimantaks daarentegen is een gamechanger. En hij waarschuwt voor de internationale aanval op de Belgische fiscale uitzonderingsregimes.

Axel Haelterman, professor Fiscaliteit aan de KU Leuven en advocaat bij Freshfields, haalde de voorbije jaren de krantenkoppen als lobbyist van de diamantsector en fiscaal raadsman van het ACW (zie kader ‘Ik verdedig voor een paar duizend euro niet om het even welke stelling’). Hij is discreter ook actief als beleidsmaker. Hij zat in de werkgroep die de Brusselse belastinghervorming heeft voorbereid (zie kader ‘Brussel wordt een fiscale concurrent van de rest van België‘) en hij woog via de Hoge Raad voor Financiën, waarin hij door CD&V is afgevaardigd, op de federale taxshift.

De OESO en het IMF vragen al jaren een ernstige verschuiving van de lasten op arbeid naar vermogen en consumptie. Is de federale taxshift dan al bij al geen mager beestje?

AXEL HAELTERMAN. “Toch niet. In de eerste fase voorziet de regering in 800 miljoen voor de verhoging van het kostenforfait. In de tweede taxshift wordt de belastingvrije som opgetrokken en het tarief van 30 procent verlaagd tot 25 procent. Allemaal voorstellen van de Hoge Raad, trouwens. De lasten op arbeid dalen met liefst 8 miljard.

“De taxshift is trouwens geen eenmalige operatie, maar een state of mind voor de komende tien jaar. Dat hangt samen met de vergrijzing. Een steeds groter aandeel van de bevolking zal niet worden belast op het beroepsinkomen. Het Leuvense Studiecentrum voor de Vergrijzingsfiscaliteit berekende dat, mochten we niks gedaan hebben, de fiscus tegen 2030 liefst 1,5 miljard minder zou incasseren. Er zijn dan wel 130.000 meer belastingbetalers, maar een kleiner aandeel heeft een beroepsinkomen.

“We moeten belasten naar draagkracht. Niet-werkenden hebben die draagkracht. Gepensioneerden moeten ook hun deel betalen, ook al hebben ze heel hun leven al veel bijgedragen. Dat kan door een hogere consumptiebelasting. De heffingstechniek moet gericht zijn op waar de draagkracht zit.”

Vrij vertaald: de regering moet het geld halen waar het zit?

HAELTERMAN. “Die linkse slogan verwoordt een doel van de fiscaliteit. Hoe meer draagkracht, hoe correcter een belasting. Ook een bestedingsfiscaliteit, op uitgaven en transacties, kan zich richten op objectieve criteria van draagkracht. In dat segment moet je zoeken naar een brede belastbare basis, die een laag en niet-elastisch tarief mogelijk maakt. De belastingplichtige moet een sitting duck zijn, een roerloos doelwit. Alleen dan is een belastingverhoging zeker, en alleen dat maakt een taxshift mogelijk.

“De molen van een doorgedreven taxshift begint nu stilaan te draaien in de richting die ook de OESO voorstelt. De snelheid zal bij elke nieuwe fiscale maatregel toenemen. Het reëel betaalde btw-tarief van 10,5 procent zal stijgen. De belastingverhoging op suiker, alcohol en sigaretten, diesel en elektriciteit resulteert finaal in een hogere consumptiebelasting.”

CD&V was daar nochtans tegen. En die partij heeft ook al de vermogenswinstbelasting op haar buik mogen schrijven.

HAELTERMAN. “Een vermogenswinstbelasting hoort niet thuis in een taxshift. Als je die organiseert, moeten de nieuwe belastingen met zekerheid geld opbrengen. En dat is niet het geval. Een belasting op arbeid vervang je dan door een belasting die wisselvallig en onzeker is. Als de beurs stijgt, ontvang je vermogenswinstbelasting. Maar in het andere geval krijgt de fiscus niets. Een vermogenswinstbelasting kan je dus enkel invoeren in een taxlift. En daar is nu eenmaal geen meerderheid voor. De regering koos voor bewezen fiscale technologie, door de bevrijdende roerende voorheffing te doen stijgen naar 27 procent. En ten slotte zijn er de speculatietaks en de kaaimantaks.”

De speculatietaks zal amper iets opbrengen en de controle is complex en duur. Wat is de zin ervan?

HAELTERMAN. “De speculatietaks is veel gescheer voor weinig wol. Het is een complexe belasting met veel negatieve gevolgen. Maar een deel van de bevolking eiste een symbool om de nieuwe regering te kunnen verteren. Als dat de prijs is om politiek een noodzakelijke wending te maken, kan ik ermee leven.”

Is de kaaimantaks ook zo’n politieke belasting?

HAELTERMAN. “Absoluut niet. Het is een gamechanger, de sluitsteen van de strijd tegen zwart geld in het buitenland. Door de verplichte bekendmaking van buitenlandse bankrekeningen en verzekeringsproducten aan de Belgische fiscus, bleven er weinig mogelijkheden over om frauduleus geld te verstoppen. Tot nog toe was het mogelijk geld bijvoorbeeld in een Luxemburgse, belastingvrije vennootschap weg te steken, maar ook dat wordt nu gemeld. Wie zo hardleers was en het ondanks de regularisaties toch bleef verstoppen, betaalt nu het gelag. De kaaimantaks kun je enkel ontlopen door in het buitenland 15 procent belasting te betalen op de inkomsten. Zo niet, kijkt de Belgische fiscus door de constructie heen, waarop een roerende voorheffing volgt. Enkele mensen zeggen me: ‘Ik zit in de val, dus verlaat ik België.’ Mijn reactie: byebye. Het zijn fraudeurs die niet in het reine zijn gekomen en dat ook niet willen.”

De opbrengst van 460 miljoen, die minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) belooft, wordt door zijn administratie weerlegd.

HAELTERMAN. “Rechtstreeks brengt het wellicht wat minder op. Wel zullen belastingplichtigen spontaan buitenlandse tegoeden aangeven en de roerende voorheffing betalen. Daarom is het normaal dat er een nieuwe regularisatieronde komt. De boete van 20 procent op de inkomsten en 36 procent op het kapitaal, is iets te hoog om een maximaal effect te hebben. Maar de stok achter de deur van de kaaimantaks maakt het dure betaalbaar.

“Wie hoopt eraan te ontsnappen, zal ooit nog harder getroffen worden. Vroeger werd de oorsprong van het zwarte kapitaal fiscaal na zeven jaar witgewassen bij een liquidatie. In de kaaimanformule geldt ook een liquidatiebelasting voor kapitalen die twintig jaar geleden in zo’n constructie werden gestoken, tenzij er ooit een te bewijzen belasting op is betaald.”

Waarom zou men die liquidatie bekendmaken aan de fiscus?

HAELTERMAN. “Zodra de opbrengst op een buitenlandse of binnenlandse rekening verschijnt, zal de fiscus het weten. Er is geen alternatief, tenzij verhuizen naar het land waar de constructie werd opgezet. Veel plezier in Singapore.”

Niet alleen individuen komen meer in het zicht van de fiscus. Ook bedrijven moeten onder druk van de Europese Unie, de OESO en de G20 meer informatie vrijgeven. Een goede zaak?

HAELTERMAN. “Zeker. Meer transparantie over rulings en fiscale structuren, die de OESO oplegt in het kader van het BEPS-project (Base Erosion and Profit Shifting, nvdr), is onvermijdelijk. Vechten tegen spoken is onzinnig.”

Met de vorige maand bekendgemaakte BEPS-regels wil de G20 ook agressieve fiscale structuren aanpakken.

HAELTERMAN. “BEPS is een sluipend gif. In de discussie over de zogenoemde agressieve fiscaliteit en verschuivende winsten hebben heel wat actoren een dubbele agenda. Vooral grote economieën, zoals Duitsland, Frankrijk en het VK, zijn voorstander van een grotere fiscale harmonisering. Ze huisvesten de hoofdzetels van grote groepen en willen nu perfect legale constructies buiten hun grenzen onderuithalen, omdat die fiscale inkomsten kosten. De OESO en de G20 willen bijvoorbeeld de patentboxen aanpakken, terwijl de Belgische octrooiregeling een van de aantrekkelijke fiscale troeven is die we kunnen uitspelen.”

Bent u ook tegen de fiscale harmonisering die de Europese Commissie nastreeft via een gemeenschappelijke basis voor de vennootschapsbelasting, de zogenoemde CCCTB?

HAELTERMAN. “België moet vechten tegen verplichtingen om ons fiscaal systeem te hervormen. Als economisch instrument zijn we het monetaire beleid al kwijt aan de ECB. Europese richtlijnen beperken het economisch ondersteuningsbeleid. Als Europa oplegt welke bedrijfsactiviteiten we wel of niet kunnen belasten, blijft er niet veel over als hefboom voor een economisch beleid. In zo’n beperkt kader kunnen we ons niet houden aan de 3 procentnorm voor het begrotingstekort.”

Volgens Der Spiegel speelden de Beneluxlanden een sleutelrol in het blokkeren van de CCCTB.

HAELTERMAN.En gelijk hebben ze. Intelligente belastingregimes trekken investeerders aan. De Belgische economie leeft in de handpalm van Europa, maar we moeten niet alles compromisloos aanvaarden. Elk fiscaal systeem moet rekening houden met sterkten, zwakten en beperkingen van de economie. Fiscaal is er geen one size fits all. Polen en Oost-Europa hebben bijvoorbeeld een fiscaal systeem dat inspeelt op industriële investeringen. Het Verenigd Koninkrijk stimuleert de bankensector. Een klein België moet zich fiscaal wapenen om brains en beslissingscentra aan te trekken. We hebben geen industriegronden of lage arbeidskosten, dus moeten we het anders aanpakken.”

De Europese Commissie viseert ook de Belgische ‘excess profit rulings’, waardoor multinationals hier minder belasting moeten betalen, als verboden staatssteun.

HAELTERMAN. “Die rulings zijn perfect verdedigbaar. De fiscus belast slechts het Belgische winstaandeel van Europese aankoopcentrales met zetel in Brussel, omdat het gros van de winst een gevolg is van het volume dat elders wordt aangekocht. Idem dito voor logistieke centra, waar de winst die ze in het buitenland genereren niet door de Belgische fiscus belast wordt.

“De Commissie zegt niet dat een paar rulings wat overdreven zijn, maar haalt het hele systeem onderuit. Dat is niet redelijk. Ronduit schadelijk zou zijn dat België na een veroordeling verplicht wordt die steun van de jongste tien jaar terug te eisen. Zo’n retroactieve fiscale boete is wat mij betreft tegen het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Rechtsonderhorigen, ook vennootschappen, hebben recht op duidelijke regels, die niet post factum gewijzigd worden.

“Hier, in dit bureau, had ik enkele maanden geleden een gesprek met een multinational over excess profit rulings. Brussel stond op zijn lijst van mogelijke investeringslocaties. Een dag later maakte de Commissie het onderzoek naar de rulings bekend. Twee dagen later kreeg ik de telefoon dat die multinational met 400 banen naar Zuid-Londen trekt.”

Is de nieuwe fiscale omgeving voor de diamantsector, die steunt op een nota van u, trouwens ook geen staatssteun?

HAELTERMAN. “In juni werd de wet goedgekeurd waardoor diamantbedrijven een forfaitair percentage op hun omzet afdragen aan de Belgische fiscus. Want die kan onmogelijk de diamantvoorraad correct inschatten. De wet treedt pas in werking als de Europese Commissie beslist dat het geen of aanvaardbare staatssteun is. Hoe kan iets staatssteun zijn als we aantonen dat zo 55 miljoen euro extra naar de schatkist vloeit? Staatssteun kan ook aanvaardbaar zijn, als hij de handel tussen de lidstaten niet aantast. Antwerpen beheerst zowat 99 procent van de diamanthandel binnen de Europese Unie. Enkel niet-Europese handelscentra, zoals Dubai en Mumbai, hopen dat de Commissie dit afkeurt. Het overleg is bezig.”

Uw collega Michel Maus hekelt dit soort aparte regels als “lobbyfiscaliteit”. Terecht?

HAELTERMAN. “Fiscaliteit mag ondernemingen niet wegjagen. De overheid voert, na gesprekken met een sector die meedenkt over een correct en evenwichtig stelsel, een logische fiscale regeling in. Daar is niets verkeerd mee. Dat is geen lobbyfiscaliteit. Dat is een door een goed geïnformeerde overheid ontwikkelde fiscaliteit.”

Hans Brockmans, fotografie Dieter Telemans

“Enkele mensen zeggen me: ‘Ik zit in de val, dus verlaat ik België.’ Mijn reactie: byebye. Het zijn fraudeurs die niet in het reine zijn gekomen en dat ook niet willen”

“Als Europa oplegt welke bedrijfsactiviteiten we wel of niet kunnen belasten, blijft er niet veel over als hefboom voor een economisch beleid”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content