Genieten van Bourgogne

Van kelder tot kelder, van pinot noir tot chardonnay. Welkom in de doolhof van de bourgondische classificaties.

In Vinzelles, op de grens met de Beaujolais, maken de drie broers Bret deel uit van het bataljon wijnboeren dat vastberaden is om het zuiden van Bourgondië uit de wat intimiderende schaduw van de prestigieuze cru’s van de Côte d’Or te halen. “De reputatie van de Mâconnais is al veel veranderd”, stelt Jean-Guy vast, de laarzen ferm op de grond, zijn snoeischaar in de hand.

In 1998 namen de drie broers het familiedomein La Souffrandière over. Het bestaat uit meer dan 4 hectare wijngaarden, die tot dan toe bewerkt werden door de lokale coöperatieve. Ze verkopen hun wijn onder de trendy naam Bret Brothers. Het is de bedoeling om overal in het noorden van de Bourgogne micropercelen van oude wijngaarden op te kopen om “zeer grote streekwijnen aan te maken”.

De kwaliteit is er, de kritiek is lovend, maar de Mâconnais beschikt over geen enkele premier cru. Des te beter voor de portemonnee van de klanten, want de lokale witte wijnen staan bekend om de beste prijs-kwaliteitverhouding van de hele Bourgogne.

Beschermde climats

Om enig vat te krijgen op de ingewikkelde systematiek moet je de notie van ‘climat’ begrijpen. Volgens het Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne zijn het “nauwkeurig afgebakende percelen die specifieke geologische en klimatologische kenmerken vertonen en een uitzonderlijke mozaïek van wijngebieden in het leven geroepen hebben”. Gekoppeld aan de gemeentenamen worden het labels met vaak poëtische namen als Murgers des dents de chiens, Sous le dos d’Ane, La Corvée, enzovoort. Er zijn 600 climats met het predicaat premier cru. Die bevinden zich in vier van de vijf wijngebieden in de Bourgogne: Chablis, Côte de Nuit, Côte de Beaune en Côte Chalonnaise, maar niet in de Mâconnais

“Mijn vader was een van de eersten om de notie climat in te voeren in het zuiden”, zegt Catherine Vincent van Château de Fuissé, een groot klassiek domein dat sinds 1862 in de gelijknamige stad gevestigd is. Pierre-Henri Lassarat in Vergisson stelt vast dat “de weg nog lang is en ook langer dan verwacht, maar proef deze Pouilly-Fuissé 2009 eens. Sommige proevers hebben hem in een blinde proeverij verward met een Puligny-Montrachet. Daar komt het vooral op aan voor mij.” De wijn is inderdaad breed, gepralineerd, vlezig en stevig, en hij is onderbouwd met een citroenachtige frisheid.

In Davayé haalt Frédéric Curis, oud-voorzitter van de AOC Saint-Véran, het onderwerp even aan. Maar we proeven vooral zijn wijn, een bijzonder smakelijke Saint-Véran Terres Noires 2010, vergezeld van een vers geitenkaasje en krokant stokbrood. Dan volgen een lekker wegdrinkende rode Mâcon met een overwicht van gamay, en vervolgens een maaltijd die zowel koninklijk als wellustig genoemd kan worden: sint-jakobsschelpen in vurige frambozenazijn, varkensrib en om te eindigen een charlotte met aardbeien. De polemiek over de classificatie is tegen dan al lang van tafel. “Daar gaat het in de Bourgogne vooral om. De gezelligheid aan tafel, de kameraden, de goede producten, het varken in al zijn vormen.”

Voor we naar de Côte Chalonnaise trekken, mogen we niet vergeten om langs Viré-Clessé te gaan, dat sinds 1999 zijn eigen appelation villages heeft. Het bescheiden wijngebiedje, 29 wijnboeren van de 3600 in de Bourgogne, heeft zeer fraaie verrassingen in petto. We houden even halt bij Jean-Marie Chaland in het domein Sainte-Barbe en proeven van zijn cuvée L’Epinet 2010, fris, toasté, lange afdronk, een strijdvaardige chardonnay, die biologisch geteeld werd.

Langs de snelweg naar Châlon-sur-Saône volgen de borden met hoog cultureel gehalte elkaar op: Tournus en zijn kathedraal, Chapèze en zijn romaanse kerk, Brancion, een onaangeroerd middeleeuws dorpje. De lokroep van de eerste pinot noir, het rodedruivenras bij uitstek van de Bourgogne (36 % van het areaal), wordt heftiger. We zijn in Givry, een van de vijf gemeentelijke appelations in het valleiachtige wijngebied, dat zowel geografisch als symbolisch de overgang vormt tussen het lichte minderwaardigheidscomplex van de wijnbouwers uit de Mâconnais en het flamboyante zelfvertrouwen van de telers in de Côte d’Or.

We zijn nu aanbeland bij Vincent en Baptiste Lumpp. Gedaan met de fraaie, minerale witte wijnen. Nu is het al vreugde, levendigheid, kruidigheid, tannine, stevigheid en mannelijkheid wat de klok slaat. We zitten bij een premier cru Clos Jus 2009, het soort van wijn dat enkele jaren in de kelder moet bewaard worden. Het zou jammer zijn om flessen die op hun etiketten niet zo nadrukkelijk met de spierballen rollen links te laten liggen. Neem bijvoorbeeld het Domaine de l’Ecette van Vincent Daux in Rully. Die discrete, hardwerkende man is de enige wijnboer van het dorp die zich buiten de premier cru houdt. Het resultaat is er niet minder verrukkelijk om: vlezige pinot en heldere chardonnay, die verraderlijk vlot binnenlopen.

De beste ter wereld

Voorbij Chagny is de boodschap duidelijk. Een plakkaat schreeuwt het uit in monumentale letters: de beste wijnen ter wereld. We bevinden ons in de Côte de Beaune, waar de chardonnay koning is en zeven van de acht witte grands cru’s de Bourgogne thuis zijn. De achtste bevindt zich in Chablis, in de streek van Auxerre. De namen van de dorpen brengen het water in de mond: Chassagne-Montrachet, Meursault, Corton enzovoort. Het met typische ommuurde percelen bezaaide wijngebied ontplooit hier al zijn charmes om bij zowel de beginnende als de doorgewinterde wijnliefhebber de fantasie op hol te brengen.

Proef bij Jadot eens een perfect zilte Corton-Charlemagne grand cru, recht van het vat. Een ervaring die geen geblaseerde bemerkingen toelaat. ‘s Avonds in Beaune laat een Puligny-Montrachet, bij een zalmcarpaccio die lichtjes opgewarmd wordt door delicaat in bieslookroomsaus gewentelde aardappelen, een mens evenmin onberoerd. Verlaat vooral de Côte de Beaune niet zonder de lippen gezet te hebben aan de befaamde rode wijnen van de streek, de viriele Pommard, de geraffineerde Volnay… Het is moeilijk om tussen al die parels het mooiste juweel uit te kiezen.

Discreet en ver verwijderd van de tumultueuze jacht op uitmuntendheid, ligt er een bescheiden terroir op de hoogten tussen Beaune en Dijon, een paradijs voor jonge, pretentieloze wijnboeren. “De Haute Côtes, dat is rust en vrede, het totale plezier”, lacht Gilles Moustie (26). Hij komt uit Dworp in het Pajottenland en kreeg de microbe te pakken van zijn vader. Hij bewerkt met discipline en enthousiasme een domein van 4 hectare in Arcenant. Hij maakt assemblages van pinot blanc en chardonnay, geknipt voor een uitgebreid aperitief. “Goede plezierwijnen, zonder pretentie.”

BAUDOUIN GALLER

“In de Bourgogne gaat het om de gezelligheid aan tafel, de kameraden, de goede producten” Frédéric Curis, AOC Saint-Véran

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content