Gemakkelijke verontwaardiging

Marc De Vos © Marc De Vos

Elke zomer zijn onze publieke zwembaden, zwemvijvers, stranden en parken het toneel van een sociologisch experiment. De anders vooral onzichtbare verscheidenheid van onze samenleving wordt er zichtbaar. Bevolkingsgroepen die elkaar anders vooral ontlopen, lopen er elkaar voor de voeten. En elk jaar opnieuw geeft dat rimpels, over groepsgedrag, over kledingvoorschriften zoals de boerkini, en nu ook over een apart zwemuur voor vrouwen in het openluchtbad in Anderlecht.

Ik ben gevoelig voor vrouwenemancipatie, de persoonlijke vrijheid en de seculiere publieke ruimte die in onze samenleving de beleving van elke religie begrenst. Ik vind boerkini’s en nikabs religieuze symbolen die naar vrouwendiscriminatie stinken, eerder dan zelfbewuste statements van vrouwenmode. Ik vind gescheiden zwemuren voor vrouwen flagrante seksuele segregatie en seksediscriminatie, wat mij betreft onverenigbaar met de functie van een openbaar zwembad.

Maar tegelijk bekommer ik mij over de oppervlakkige symboliek en de defensieve retoriek in deze discussie. We zijn een immigratienatie met significante moslimgemeenschappen. De religieuze en culturele tradities van minderheden kruiden en kleuren onze samenleving. Waarom ervaren we die als een bedreiging en niet als een verrijking? Waarom hebben we geen vertrouwen in geleidelijke culturele assimilatie over generaties, met een residu van een grotere belevingsdiversiteit voor iedereen?

In het misbaar over boerkini’s, hoofddoeken en zwemuren zie ik vooral de onzekerheid over onze eigen identiteit. We voelen ons bedreigd door een lapje stof en religieuze tradities die we zelf amper hebben afgeschud, omdat we twijfelen aan ons vermogen om minderheden in onze samenleving te versmelten. We missen het zelfvertrouwen, het beschavingsbesef en de samenlevingsmissie waarop succesvolle immigratienaties een positieve spiraal van participatie en integratie bouwen.

Het intellectuele multiculturalisme en het postkolonialisme hebben ons opgezadeld met een cultureel vacuüm en een identiteitstwijfel, waardoor vreemde tradities meteen als dominant en bedreigend worden ervaren. Onze reactie is juridiseren en een discours van mensenrechten, de toeverlaat van een samenleving vol regels, maar zonder kern. Er is een lange weg terug naar een spontane en aantrekkelijke leidcultuur, met inburgering en canon als artificiële eerste stappen.

Die weg terug gaat ook langs de economie. We zouden de culturele bagage van immigratie veel minder problematiseren als immigratie een motor van vernieuwing en vooruitgang zou zijn. We kennen veel te veel intergenerationele armoede en marginalisering onder niet-Europese immigranten en hun nakomelingen, en veel te weinig de opwaartse mobiliteit die eindigt in natuurlijke assimilatie. Maak van immigratie een economisch succes, en haar culturele dimensie wordt een bonus.

De revival van islamitische tradities is ook de keerzijde van een westerse samenleving waarin generaties minderheden verloren lopen en op zoek moeten naar zichzelf bij gebrek aan andere bestemming. De aantrekkingskracht van conservatieve islamitische waarden is ook de keerzijde van een westerse samenleving die de moderne islam niet omarmt en zo de antimoderne islam importeert, inclusief radicale imams. We zouden ons geen zorgen hoeven maken over vestimentaire en andere tradities als we wisten dat moslima’s vrij kunnen handelen en hun lot in eigen handen hebben.

Ons terechte verzet tegen culturele of religieuze achterstelling en discriminatie is daarom ook een schuldbekentenis. Verontwaardiging is gemakkelijk. Een dynamische en inclusieve immigratienatie maken is moeilijk. Maar dat is nochtans de echte opdracht.

De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content