Hij is ontzettend populair. Hij wordt zonder meer herverkozen. Toch noemt iedereen hem visieloos. In het boek De gelukkigste man van Nederland beschrijft Joost de Vries hem als ‘lekker alledaags’, ‘een politicus zonder mening’, ‘hij heeft geen ideeën’. Is er een verband? Misschien wel. We verwachten van onze leiders dat ze een visie hebben. D66 haalde een mooi verkiezingsresultaat met een campagne rond ‘een nieuw leiderschap’, met expliciete aandacht voor een gedragen visie, verder kijken dan morgen. Toch wordt Mark Rutte en niet Sigrid Kaag de volgende Nederlandse premier. Hoe is dat in godsnaam te verklaren?
Als iets helemaal onzeker én supercomplex is, zal een visie ons eerder verblinden, verhinderen mee te denken.
Laten we even in het recente verleden kijken. Wat was het beste? Leiders die zeiden: dit is te complex, een visie is onmogelijk, laten we dag na dag bekijken wat het beste is? Of leiders met een sterke visie? Ik som enkele krachtige visies op (elk van die visies is verdedigd door mensen die zich als echte leiders zagen):
– Laten we onvoorwaardelijk gaan voor groepsimmuniteit.
– Dit is iets als een gewoon griepje.
– Onze westerse superioriteit is zo groot dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Dit is een probleem voor China.
– Laten we alles gewoon dichtgooien.
– Dit gaat vanzelf voorbij.
Stuk voor stuk sterke visies, gedurfd, gebaseerd op wijsheid en inzicht. Maar was het achteraf gezien wel verstandig zulke eenzijdige visies krachtig door te drukken?
We bewonderen mensen met een krachtige visie. De vraag is wat we juist bewonderen. De impliciete belofte dat ze een dreigende onzekerheid zullen wegnemen? Hun lef? Hun positieve houding? Hun zelfverzekerdheid? Zelden is intellectuele twijfel, of zelfs intellectuele eerlijkheid, een vast onderdeel van visie (Donald Trump al vergeten?). Twijfel is goed voor academici. Het boeiende is dat op het moment dat je die academici op een podium zet, ze maar al te goed beseffen dat de luisteraar iets anders wil dan twijfel. En de snelheid waarmee ze overstappen naar een positieve visie, hoe zwak ook, is verbazingwekkend.
Voor mij komt dé intellectuele uitspraak over de coronacrisis van de filosofe Tinneke Beeckman: “Zo’n pandemie is eigenlijk te groot om te begrijpen.” Je kunt dan twee richtingen uitgaan. De meest gehanteerde zijn de simplistische verklaringen, vooral dankbaar voor complottheorieën. Maar evenzeer bij de experts die de crisis terugbrengen tot een medisch fenomeen. Een goede visie is simpel, maar niet simplistisch. Je durft en kunt je pas iets eenvoudigs eigen maken als je de essentie hebt gesnapt. Je stelt daarentegen iets simplistisch voor door een opvallend kenmerk door te duwen en de rest te vergeten ¬ het handelskenmerk van populisten. De tweede weg is gewoon pragmatisch handelen. Het is toch te complex. De ‘Rutte-way”, zo gesmaakt door onze noorderburen.
Als iets helemaal onzeker én supercomplex is, zal een visie ons eerder verblinden en verhinderen mee te denken. Een visie kan wel degelijk verbinden, kan inspireren, kan aanzetten tot actie. De ervaren stamoudste roept zijn stam op om samen in één richting te trekken op zoek naar water. Maar als je echt niet weet waar er water te vinden is, dan is je troepen oproepen om dag en nacht noordnoordwest te marcheren, waarschijnlijk niet de beste zet. Dan blijf je misschien beter ter plekke en onderzoek je nieuwe manieren om ochtenddauw op te vangen. Je kunt dat ook een visie noemen natuurlijk, want filosofen zijn er speciaal in getraind om met woorden te spelen en zullen je wel uitleggen dat geen visie hebben ook een visie is. Voor je troepen geen marsrichting uitzetten, is ook een richting. De Rutte-way. Daar wil ik het dan ook bij houden. Ik hoop dat u mijn visie deelt.
De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com