Geen rommel op Londense rommelmarkt

Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Is kunst rommel of is rommel kunst? In Londen bieden gerenommeerde kunstenaars hun artistieke pareltjes aan op de typische Art Car Boot Fair. Trends trok ernaartoe, met een ommetje langs de Markt van Morgen in Antwerpen.

Londen (Groot-Brittannië)

Wil je weten hoe het er over vijf jaar in België toegaat, neem dan eens een kijkje in Londen. Zo wordt wel eens gezegd in de distributiesector. Dat een algemene zondagsopening er niet onmiddellijk komt, is onze eerste conclusie wanneer we er het neergelaten traliewerk voor de etalages zien. Enkele winkelstraten maken op deze zondag een kille indruk, maar in Brick Lane vinden de Londenaars een handig alternatief. In deze straat, op de grens van het stadscentrum, bruist het. Een allegaartje snuistert tussen de oude, nieuwe en illegale (bijvoorbeeld gekopieerde dvd’s) goederen die de verkopers op dekens op de stoep aanprijzen.

Dat precies hier de vierde Art Car Boot Fair plaatsvindt, kan geen toeval zijn. De kunstbeurs is geïnspireerd op het typisch Engelse fenomeen van de car boot sale, een soort rommelmarkt waarbij particulieren hun spullen uitstallen op en in hun wagen.

In de loods van een oude brouwerij brengen vandaag zo’n vijftig Britse kunstenaars – de ene al bekender dan de andere – hun werk aan de man. Dat doen ze gratis, want ze hoeven de organisatoren Karen Ashton en Helen Hayward geen standgeld te betalen. “Wie wij leuk vinden, mag komen,” lacht Ashton. Hoe de dames dan toch winst maken, want de ticketprijs is erg laag? “Zesduizend bezoekers betalen elk twee pond (drie euro) en de beurs wordt gesponsord. Dan kom je toch aan een mooi bedrag. Maar je hebt gelijk, we moeten meer vragen,” schatert Ashton. Ze ziet er opvallend onopvallend uit in haar bruine rok en witte T-shirt.

Unieke ontwerpen

De meeste bezoekers zijn op zijn minst excentriek te noemen. Sommigen lijken er zelfs wat sjofel bij te lopen. Schijn bedriegt. Wie een tweede keer kijkt, ziet dat veel van de jurkjes, pakken en schoenen die hier gedragen worden unieke ontwerpen zijn. Er gaat vandaag dan ook meer geld over de toonbank dan op de gemiddelde rommelmarkt onder een Vlaamse kerktoren.

“Een van de kunstenaars verkocht al voor 10.000 pond (15.000 euro),” schreeuwt Ashton nog snel. Dan wordt ze afgeleid door de show die op de Booty Stage start. Vijf wulpse vrouwen in tijgerslip en -top bezetten het podium als heuse stoeipoezen en na wat luchtgekrab gaan alle vijf de topjes uit. De show is bedoeld om de tepelversieringen te promoten die The Teasemaids vandaag verkopen.

Voor ons het perfecte moment om langs te lopen bij de andere wagens en hun kunstenaars. De kleurrijke menigte én hun kinderen blijven, alsof vastgespijkerd, voor de Booty Stage gapen en sommigen halen hun beste stoeipoesimitatie boven.

Fucking famous

Wie is de man of vrouw die de voorbije vier uur al 10.000 pond rijker werd? Vinden we hem aan het einde van een lange rij aanschuivende kunstliefhebbers? Nee, maar we treffen er sir Peter Blake. De kunstenaar is in België vooral bekend als ontwerper van de hoes van de plaat Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles die precies veertig jaar geleden in de platenzaken kwam. In Engeland behoort Blake nog steeds tot de kunstenaarstop. Dat hij parkeert op de Art Car Boot Fair is dus terecht vreemd te noemen. “Ik las er vorig jaar vlak voor de opening over in de krant, net na mijn tentoonstelling in Kopenhagen. De geschenkjes uit de catalogussen die daarvan over waren, ben ik hier nog komen verkopen. Ik ken de organisatoren,” verklaart Blake zijn deelname. Ook dit jaar kon hij alles al van de hand doen. Hoeveel het hem precies opbracht, houdt hij voor zich. ” We made a bit,” knipoogt hij.

Gavin Turk, Brits kunstenaar met internationale allure, made a lot. Hij is de artiest die zijn tien gesigneerde car boots voor duizend pond per stuk verpatst kreeg. “Zelf kreeg ik ze gratis van mijn garagist,” vertrouwt hij ons toe. “Maar de stijl van mijn andere werk zit er ontegensprekelijk in.”

Turk werd bekend en berucht in het milieu nadat hij faalde voor zijn eindwerk, dat niet meer was dan een bordje waarop te lezen stond: Gavin Turk, sculptor, worked here, 1989-1991. Op slag waren galeries en kunstkenners geïnteresseerd in zijn werk. Terwijl wij met Turk spreken, tekent hij stickers met daarop GT in plaats van het welbekende GB. Die verkoopt hij vlot voor twintig pond per kleefvel. De man die nog maar zes pond over heeft, krijgt van Turk een halve sticker in ruil. Het is een verkoper in hart en nieren. “Ik had niet gedacht hier zoveel te verkopen, want mijn spullen zijn duur. Veel andere kunstenaars maken speciaal voor vandaag goedkopere werken. Maar er lopen hier duidelijk ook collectors rond.”

Normaal werkt Turk met één grote galerie. Omdat het “anders en speciaal” is en “het leuk is direct contact met de kopers te hebben” is hij er graag bij op de Art Car Boot Fair. “Dat ik hier echt leer verkopen, wil de galerie liever niet, hoor,” voegt Turk nog snel toe.

Maar als we schilder Jim Cooper, naar eigen zeggen fucking famous, mogen geloven, zijn galeries en websites over, zeker in Londen. Kunstenaars moeten dus wel op zoek naar nieuwe initiatieven als dit. “Hier geraak je ook van de spullen af die je nergens anders meer kan slijten,” aldus de opportunistische fotograaf Ben Westwood. Ietwat beteuterd moet hij wel toegeven dat galeries niet altijd even geïnteresseerd zijn in zijn werk en de uitnodiging van de Art Car Boot Fair dus heel welkom was.

Interesse én geld

Conclusie: galeries zijn uit of je komt er als kunstenaar niet in, alternatieve markten zijn in. Ze hadden in België geen vijf jaar nodig om daar achter te komen. Tweemaandelijks wordt de Kloosterstraat in Antwerpen ingepalmd door de Markt van Morgen. Een ontwerpersmarkt zoals organisatrice Tinne Mallentjer ze omschrijft. Een rommelmarkt wil ze de markt waar ontwerpers in ruil voor twintig euro standgeld hun mutsen, juwelen en andere kunnen aanbieden niet noemen. “Ja, wij houden er maar weinig aan over, maar anders wordt de Markt van Morgen al even hoogdrempelig als een galerie,” aldus Mallentjer. Er zijn ook andere redenen waarom ze de ontwerpers niet samenbrengt in een galerie. “Deze manier van voorstellen is vernieuwend en verrassend en vooral de interactie met het publiek is interessant. Ook mensen die anders niet in aanraking komen met couture, kunnen er nu tussen snuffelen. Al kozen we niet toevallig voor de Kloosterstraat. Hier hangen snuffelaars met interesse én geld rond, mensen die toevallig langskomen én verzamelaars en winkeliers.”

Het alternatieve verkoopcircuit draait duidelijk op volle toeren. Is het nu in Londen waar kunst in wagens wordt aangeboden, in Antwerpen waar modetalent zijn collecties op een ontwerpersmarkt uitstalt of in Brussel waar chef-koks hun horecamateriaal kopen en verkopen op een vlooienmarkt. Rommelmarkten in de breedste zin van het woord zijn weer hip.

Sjoukje Smedts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content