Geen groen Europa zonder nieuwe financieringstechnieken

Als Europa de leiding wil nemen in de CO2-arme economie, dan zal het moeten uitblinken in de financiering van eco-innovatie. Want er is voldoende privégeld beschikbaar, maar de instrumenten om het aan te spreken, ontbreken nog.

Dat zegt Raymond Van Ermen. De 59-jarige Belg leidt het European Platform on Finance & Eco-Innovation, waarin multinationals, overheden en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) nadenken over een groene economie en hoe die te financieren. Van Ermen spreekt vandaag op de European Business Summit. Het thema van het prestigieuze colloquium is ‘Greening the economy’.

Van de noodzaak van zo’n economie moet Van Ermen niet overtuigd worden. Hij is al 35 jaar bezig met de grote wereldproblemen. “Ik heb jaren gevochten om van het milieu een Belgisch thema te maken, bij de Union Wallonne des Entreprises, bij Inter-environnement Wallonie: bijeenkomsten over propere technologie, het potentieel voor de regio onderzocht. Nu zijn de zaken er langzaam aan het veranderen, maar echt voorop lopen we niet. Nochtans heeft België een aantal pareltjes, zoals Umicore, maar we hebben een strategie nodig om het potentieel verder te ontwikkelen”, blikt Van Ermen terug. “Ik ben er misschien niet rijk van geworden, maar intellectueel was het enorm boeiend.”

“Vroeger had je zakenmensen – de ‘serieuze mensen’ -, de overheid als regulator, en de ngo’s, die meestal gewoon lastig waren (lacht). Ieder had ook een duidelijke rol: kopen, investeren, normen bepalen en de prestaties evalueren. Nu evolueren we naar een economie waarin alle actoren alles doen. Dat versnelt de marktverandering.”

Het Europees klimaatplan, dat onder andere tegen 2020 de CO2-uitstoot met 20 % wil verminderen, ziet Van Ermen dan ook niet als een bedreiging. “Ik vond de reactie van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en de Europese werkgeversfederatie Unice niet verrassend. Uiteindelijk – en dat is geen kritiek, enkel een vaststelling – vertegenwoordigen zij vooral de verliezers.”

Een vaststelling die enige omkadering verdient. Van Ermen: “Wanneer heeft Europa vooruitgang geboekt? Wanneer de businessagenda samenviel met de maatschappelijke agenda. Dat was zo met kolen en staal, en met de interne markt. Niet met de competitiviteit: Europees commissaris Günther Verheugen heeft dat thema vier jaar lang bespeeld, maar op het veld valt daar relatief weinig van te merken. Het discours van Europa is nu ook volledig omgeslagen. Dat is – ere wie ere toekomt – de verdienste van Commissievoorzitter José Manuel Barroso. Tijdens een vergadering met de lobby Prince of Wales Business Leader Forum hoorde hij CEO’s van een aantal multinationals zeggen dat competitiviteit niet zozeer hun bekommernis was, maar wel veiligheid, klimaatverandering, energie en de schaarste aan grondstoffen. Het VBO is echter blijven steken in de klassieke benadering. Dat is niet verkeerd voor een groep ondernemers die zij vertegenwoordigen, maar het kan geen kwaad eraan te herinneren dat dé opinie van de zakenwereld niet bestaat. Er zijn altijd meerdere opinies.”

“Je hebt bedrijfsleiders die niet willen bewegen, en alles als een bedreiging zien – dat blijft een zeer machtige groep. Anderen zijn bereid om te veranderen, zien de mogelijkheden. Je hebt de producenten van nieuwe technologie en diensten, de avant-garde, waarvan er veel failliet gaan. Hun succes hangt meestal ook af van de regelgeving. Zo is in Spanje een industrie ontstaan rond zonne-energie, in Frankrijk niet. De belangrijkste verklaring is de weinig stimulerende houding van de Franse overheid. Ten slotte heb je ook nog de bankiers en de investeerders, die de interactie zien tussen de competitiviteit en het besef dat het moet veranderen.”

RAYMOND VAN ERMEN. “Dat is al volop aan het gebeuren. Ik zit in een adviescomité van Fortis L Fund. Wanneer ik de vragenlijsten zie waarmee zij hun potentiële investeringen screenen, dan merk ik dat de banken aan het evolueren zijn. Dat is precies onze boodschap, gebaseerd op studiewerk in Canada, de Verenigde Staten, China, Japan en elders: wil Europa de leider zijn in energie en propere technologie, dan moet het ook het voortouw nemen in nieuwe financiële technieken die bedrijven kansen bieden om die technologie te ontwikkelen of te kopen. In de Verenigde Naties wordt de komende twee jaar gediscussieerd over de financiering van projecten om 1,6 miljard mensen toegang te geven tot energie zonder de emissies te verhogen. Dat is de dubbele uitdaging waar we voor staan.

“In zijn boek ‘Plan B’ stelt Lester Brown, de stichter van het World Watch Institute, zelfs dat de overgang naar een nieuwe economie zal gebeuren at a wartime speed, vergelijkbaar met de reconversie die de Amerikaanse industrie doormaakte tussen 1940 en 1945. De CO2-arme economie is mogelijk met verhoogde concurrentie, kan leiden tot meer banen en meer welzijn . Als de Verenigde Staten eigenlijk vijf aardes nodig hebben om hun welzijn te kunnen blijven realiseren, en Europa drie, dan heb je een probleem. Het gaat niet om een terugkeer naar het Stenen Tijdperk, maar om een nieuw tijdperk. Vroeger leek het onmogelijk dat gebouwen energie zouden produceren in plaats van verbruiken; nu is dat een realiteit en bouwt China CO2-vrije steden en discussieert het zelfs over CO2-vrije zones. L’imagination est au pouvoir.”

Over welke financiële technieken gaat het dan?

VAN ERMEN. “Ik ben geen bankier ( lacht): eigenlijk moet je dat aan sommige van mijn leden vragen. Een van de grote uitdagingen in het post-Kyototijdperk is wat er moet gebeuren in de sectoren die niet gebonden zijn aan het protocol (en waarvan de EU nu een CO2-reductie van 15 % vraagt, red.): transport, bouw, landbouw, luchtvaart … Neem de bouwsector, die goed is voor 40 % van de globale CO2-uitstoot. Met een aantal praktische maatregelen kan je daar per jaar 450 miljoen ton CO2 besparen.

“Maar hoe zorg je ervoor dat Jan met de pet, eigenaar van een pand, meewerkt aan het energie-efficiënt maken van woning? Nederland heeft het Green Fund Scheme, een partnerschap van zes banken die met de steun van het ministerie van Financiën geld investeren in groene projecten, waarvoor je dan een fiscale aftrek krijgt. Ondernemers krijgen er via SenterNovem toegang tot aantrekkelijke rentetarieven. In het Franse departement Rhône-Alpes werd gewerkt aan een fascinerend systeem, dat helaas wordt geblokkeerd door politiek geruzie. Maar het idee zou zijn dat banken renteloze leningen kunnen geven aan particulieren met een energie-efficiëntieproject. De regionale overheid zou die rente op zich nemen, mits de particulier zijn CO2-certificaten aan haar overdraagt. Op die manier breng je iedereen in beweging.”

Gesteld dat de politieke wil bestaat om die ommekeer te maken, is er dan wel voldoende geld?

VAN ERMEN. “Op Europees niveau bestaat die wil, daar moet u niet aan twijfelen. Wat de financiën betreft, lijkt het intellectuele conservatisme mij het grootste struikelblok. De industrie heeft ook tien jaar nodig gehad om het idee van het multi stakeholders te accepteerden. Nu nog houden sommige sectoren, werkgevers en ngo’s het liever op onderonsjes dan met alle belanghebbenden aan tafel te zitten. Terwijl onze vereniging precies dat andere traject aanbiedt: nieuwe benaderingen, het stimuleren van out-of-the-boxdenken en de transfer van die kennis.

“Op basis van schattingen van Banque Populaire, die we hebben getoetst bij andere banken, vindt slechts 5 % van de eco-innovatieve projecten financiering via de huidige risicokapitaalsector of participatiemaatschappijen. De overige 95 % vindt die niet, omdat de bedragen die ze vragen te klein zijn – tussen 100.000 en 1 miljoen euro – of omdat het jaarlijkse rendement te laag is.

“Toch is er volgens onze Fundetec-studie voldoende geld aanwezig. Het ontbreekt alleen aan specifieke mechanismen om dat geld te mobiliseren. Veel investeringsbanken blijven geld pompen in de klassieke industrie, zonder de CO2-uitstoot te bekijken. Dat zal weliswaar met de nieuwe Europese plannen veranderen, maar er is nood aan financiële engineering om het geld te verzamelen en opnieuw te verdelen. Het Green Fund Scheme becijferde dat per euro overheidsgeld er 40 euro privégeld werd geïnvesteerd. Wellicht is dat cijfer optimistisch en niet overal haalbaar, maar tussen de twee en zeven euro privégeld lijkt me zeer realistisch.”

Hoeveel geld kan op die manier vrijkomen?

VAN ERMEN. “Zo’n oefening hebben we eind 2006 gemaakt op een colloquium in het Poolse Poznan. In het CIP, het Competitiveness & Innovation Framework Program, staat 430 miljoen gebudgetteerd voor eco-innovatie. Stel dat je dat volledig opgebruikt, en dat je via risicokapitaal een hefboomeffect van twee tot zeven euro privégeld kan creëren per euro Europees geld. In een realistische schatting kom je dan aan amper 1,3 miljard euro die je kan mobiliseren. Maar er zijn nog mogelijkheden. Als tien Europese investeringsbanken elk 5 miljard euro pompen in duurzame bedrijven – zoals een Belgisch- Nederlandse instelling al deed -, dan heb je nog eens 50 miljard. Twee Franse pensioenfondsen mobiliseerden 3,6 miljard voor duurzaamheidsprojecten. Vind er nog in vijf landen, en je hebt weer 18 miljard. Maar het blijft een vingeroefening. We verwachten veel meer van bijeenkomsten van de Europese ministers van Financiën met de CEO’s. Helaas heeft het Sloveense voorzitterschap een geplande ontmoeting gekelderd. We hopen op het Franse voorzitterschap om de draad opnieuw op te nemen. Maar met subsidies alleen ga je het niet oplossen, het moet uit de markt komen. Het succes van microfinanciering toont aan dat je andere zaken kan doen dan louter geld geven.”

Wat als de Verenigde Staten en China niet volgen? Dan komt het Europese plan toch vooral neer op een extra belasting voor onze bedrijven?

VAN ERMEN. “Het zal inderdaad zaak zijn om de juiste incentives te vinden om oneerlijke concurrentie te vermijden. De ervaring leert dat bijvoorbeeld overheidsaanbestedingen daar een grote rol in spelen. Iedereen kan daaraan deelnemen, maar haal je de groene criteria niet, dan kom je die markt niet op. Enige relativering is trouwens op zijn plaats. Het Emission Trading Scheme (ETS) is een Amerikaanse uitvinding, hé. Destijds verga- derden de Verenigde Naties in Chicago: de VS wilde een ETS, de Europeanen wilden regelgeving, geen markt. Vijf jaar later deden beide partijen precies het tegenovergestelde.” (T)

Door Luc Huysmans/foto’s: Michel Wiegandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content