Geen beloning voor energiebesparende bedrijven

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Vlaanderen heeft zijn bedrijven te veel emissierechten gegeven. Daarom krijgen de ondernemingen geen extra kredieten voor hun energiebesparende inspanningen uit het verleden.

Onder druk van de Europese Commissie past de Vlaamse minister van Milieu Kris Peeters ( CD&V) het zogenaamde ‘nationale allocatieplan’ aan. In dat document staat hoeveel CO2 elke onderneming maximaal nog mag uitstoten om de doelstelling van het Kyoto-protocol te bereiken. Maar Vlaanderen zou volgens de Commissie zijn bedrijven te veel emissierechten hebben gegeven. Uit berekeningen blijkt dat de ondernemingen amper onder het BAU-scenario ( business as usual) zouden scoren. Daarom zullen ze geen extra kredieten krijgen voor hun energiebesparende inspanningen uit het verleden.

“Woordbreuk,” reageert Roger Aertsens, eerste adviseur energie en klimaat van de beroepsorganisatie Fedichem, verbolgen. “Zo dreigt het hele systeem van emissierechten in duigen te vallen.” Nochtans waren bijna alle voorwaarden vervuld om begin volgend jaar tot concrete acties over te gaan om het Kyoto-protocol – een vermindering van de broeikasgassen met 7,5 % tegen 2012 – te realiseren. Aertsens: “Dankzij de toezegging van Rusland om deel te nemen, kunnen de verhandelbare emissierechten en de milieuprojecten in het buitenland in werking treden. Voor Vlaanderen wordt de aankoop van ontbrekende certificaten trouwens goedkoper door een verruiming van de markt.”

Ook voorspelt Fedichem problemen ná 2012. Aertsens: “Zolang Amerika, China en India niet meedoen, blijft het Kyoto-protocol dweilen met de kraan open. Daarom heeft de Europese werkgeversfederatie Unice een strategische reflectie over het klimaatbeleid na 2012 gevraagd. Vooroplopen, zoals de Europese Unie nu doet, kan niet zonder onherstelbare schade toe te brengen aan het industriële weefsel en de economie van ons continent. Het Europese klimaatbeleid zal met andere woorden vergeleken moeten worden met de andere regio’s in de wereld.”

Omdat de alternatieven nog minder aantrekkelijk waren, koos het Vlaamse bedrijfsleven voor de zogenaamde benchmarkingconvenanten (vrijwillige overeenkomsten met de overheid). Aertsens: “In het spoor van Nederland engageren we ons om de beste energie-efficiënte productietechnieken te gebruiken, zodat we op dat vlak het niveau van de wereldtop bereiken. In tegenstelling tot wat professor Aviel Verbruggen ( Ufsia) beweert, kost het Kyoto-protocol zelfs in een eerste fase de ondernemingen dus wél geld. Als bepaalde bedrijven deze norm nu al halen, is dat het gevolg van inspanningen uit het verleden. Om dat niveau te kunnen behouden, zullen ze in de toekomst nog moeten blijven investeren. Maar als Vlaanderen die inspanningen nu niet beloont, zoals beloofd, dreigt het hele systeem in elkaar te vallen.”

Concurrentiepositie in gevaar

Voorts hekelt Fedichem de kritiek dat het gratis uitdelen van verhandelbare emissierechten elke stimulans tot milieuverbetering wegneemt. Aertsens: “De kwestie van de gratis verdeling of een veiling is slechts van secundair belang. Het kopen of verkopen van de certificaten zou de bestaande kosten nog opdrijven. Bovendien dreigen de elektriciteitsproducenten, bij gebrek aan echte mededinging op de markt, de lasten van de emissierechten door te rekenen in de prijs van het marginale megawattuur, maar ook die verhoogde prijs toe te passen op alle verkochte megawatturen. Met andere woorden, de verbruikende bedrijven zullen mee het onverdiende voordeel van de elektriciteitsbedrijven moeten ophoesten.”

Ten slotte stelt Fedichem zich de vraag of de Europese Unie zich überhaupt de luxe kan permitteren om te allen prijze de doelstelling van het Kyoto-protocol te willen halen, zoals het akkoord van Göteborg stipuleert. Aertsens: “Er wordt al te vaak vergeten dat er ook een akkoord van Lissabon bestaat, dat stelt dat de EU tegen 2012 de competitiefste regio ter wereld moet worden. Tot nog toe hebben we in het Europese klimaatbeleid te veel Göteborg en te weinig Lissabon gezien. In die optiek zijn de gratis verhandelbare emissierechten een goed instrument, mits compensaties voor de bedrijven die al inspanningen geleverd hebben om de wereldtop op energievlak te bereiken. Een veiling zou de kosten alleen maar opdrijven, met een scheeftrekking van onze concurrentiepositie tot gevolg.”

Eric Pompen

“Gratis verhandelbare emissierechten zijn een goed instrument, mits compensaties voor de bedrijven die al inspanningen geleverd hebben.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content