GEEF KRACHT AAN DE STAD

Antwerpen maakt momenteel een moeilijke periode door. Inzake investeringen, tewerkstelling, werkloosheid en exportgerichtheid scoorde de havenstad de afgelopen vijftien jaar merkelijk lager dan andere regio’s in Vlaanderen. Bepaalde parameters waren zelfs ronduit slecht.

Het maken van deze vaststelling is één zaak, het sleutelen aan een oplossing voor deze belangrijke economische neergang van de Antwerpse regio is een andere. De virtuele hoofdstad van Vlaanderen werd daarbij geconfronteerd met een belangrijk democratisch probleem: de huidige, veelkleurige coalitie was het democratisch antwoord op het rechtsnationalisme van het Vlaams Blok dat bijna 30% van de kiezers vertegenwoordigt. We moeten toegeven dat de coalitie van burgemeester Leona Detiège (SP) de voorbije maanden een aanzet heeft gegeven tot een zekere relance. Ook het ter beschikking stellen van extra investeringsbudgetten voor de stad is toe te juichen. De vraag blijft echter of dit voldoende zal zijn om Antwerpen zijn voortrekkersrol in Vlaanderen en Europa te laten behouden.

KLOOF.

Wanneer we op zoek gaan naar de redenen voor de malaise in de sinjorenstad worden ons onmiddellijk een aantal historisch gegroeide problemen duidelijk. Problemen waarvoor het politieke bedrijf toch een zeer grote verantwoordelijkheid draagt.

Vooreerst werden de fusies in Antwerpen onvoldoende verwerkt. Terwijl Vlaanderen gemiddeld 1 schepen per 3000 inwoners telt, is dit in Antwerpen 1 schepen per 43.000 inwoners. Eenzelfde verhouding in acht genomen, telt Antwerpen slechts 1 gemeenteraadslid per 8000 inwoners. Dit fenomeen heeft de kloof met de burgers niet verkleind, integendeel. Er moet dan ook snel werk worden gemaakt van een verfijning van de democratie. Dat kan door de burger écht te betrekken bij het politieke leven, onder meer door middel van nieuwe technologieën, maar ook door deelgemeenteraden reële bevoegdheden te geven.

Het blijft een merkwaardig gebeuren dat er voor alle steden in ons land ten gevolge van de fusies een schuldherschikking heeft plaatsgevonden. Dat was niét het geval voor Antwerpen, waardoor er voor de stad onvoldoende ruimte was om te investeren – tot voor kort minder dan 1 miljard frank op een begroting van 30 miljard. Dit gaf de achtereenvolgende coalities geen financiële ruimte om een investeringsbeleid te voeren, wat leidde tot ontgoochelingen en tot misnoegen bij de burgers.

CUMULATIE.

Een andere, belangrijke reden voor de neergang van Antwerpen op het vlak van de politieke slagkracht vormt het onbegrijpelijk verbod op decumulatie dat de politieke partijen zichzelf in Antwerpen opleggen. Het Vlaams parlement vormt bij uitstek een forum waarin verkozenen uit kleine gemeenten en steden als burgemeester of schepenen kunnen zetelen. Het beleid van de Vlaamse regering houdt dan ook onvoldoende rekening met de noden van grootsteden als Antwerpen en Gent, hoewel er hierin de jongste jaren enige verandering is gekomen via de Sociale Impulsfondsen (SIF). De sterke Antwerpse stem van enkele decennia geleden in het parlement – waar de burgemeester en schepenen van Antwerpen op een haarscherpe manier de noden van de wereldhaven, het chemisch en industrieel complex, als geen ander in Europa met furie konden verdedigen – is weggevallen en heeft plaats geruimd voor politici die niet met eenzelfde charmisma of slagkracht de Antwerpse stem kunnen laten horen in het parlementair halfrond.

Daarbij komt dat bij de lijstvorming binnen de partijen de gemeenten rond Antwerpen een steeds belangrijkere rol zijn gaan spelen. Al te vaak verdedigen deze parlementsleden uit de slaapsteden rond Antwerpen de typische gemeentelijke problematiek van kleinschalige entiteiten. Op die manier mist Antwerpen een krachtige stem in het parlement. De politieke partijen zullen deze cumulatieregel dan ook moeten opgeven om een sterkere vertegenwoordiging te kunnen realiseren.

Ook zou de Vlaamse regering onverwijld een politiek moeten volgen die niet alleen stimulansen geeft aan achtergelegen gebieden in Vlaanderen, maar die ook de economische motoren van vooruitgang nieuwe zuurstof geeft.

STADSVLUCHT.

Het loont de moeite – en niet alleen in Vlaanderen trouwens – om eens de relatie te onderzoeken tussen de grootstad en haar omgeving. De labour-regering van de Britse premier Tony Blair onderzoekt momenteel een nieuwe structuur voor het stadsgewest Londen. Een cruciale vraag, waaraan we – nu we aan de drempel van de volgende eeuw staan – niet kunnen voorbijgaan. De grootstad wordt geconfronteerd met specifieke problemen. Maar haar infrastructuur, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur en sociale voorzieningen, biedt een grootstad aan aan de hele regio. De stadsvlucht naar rijkere slaapgemeenten rond de grootstad vormt een bedreiging voor de grootsteden. Men zal financiële transfersystemen moeten zoeken om hierop een antwoord te vinden.

DIALOOG.

Een recente studie, uitgevoerd in opdracht van het autonome Havenbedrijf Antwerpen, heeft uitgewezen dat 25% van de bevolking uit de omliggende gemeenten afhankelijk is van de mainport Antwerpen als werkverschaffer. Bij alle politieke partijen in Vlaanderen ligt een grote verantwoordelijkheid om zowel vanuit democratisch als rechtvaardigheids-standpunt een nieuwe strategie te formuleren voor Antwerpen. De privé-sector in Antwerpen is in elk geval vragende partij om met de politieke partijen een dialoog te starten rond een aantal basisuitgangspunten en om een politiek te ontwikkelen voor een welvarend Antwerpen in een dynamisch Vlaanderen.

Waar staat Vlaanderen met een Antwerpen dat blijvend aan slagkracht zou verliezen?

Luc Luwel is directeur-generaal van de Kamer van Koophandel en Nijverheid Antwerpen.

Luc Luwel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content