‘Geef jonge mensen opnieuw een doel’

Privéscholen zijn in Vlaanderen veeleer de uitzondering. Hun reputatie is meestal discutabel. Niet terecht, zo blijkt bij Leerwijzer in Oostduinkerke. Dankzij een eigenzinnige benadering kan dit nichebedrijf hoge slaagpercentages voorleggen.

Bij Leerwijzer sieren marmeren tegels de toiletten. Een school met marmeren toilettegels, dat kan enkel een privéschool zijn, denk je dan. In de ogen van de gemiddelde Vlaming is een privéschool een plek waar moeilijke gevallen 30.000 euro per jaar neertellen om alsnog aan een diploma te geraken. “Wij zijn duurder dan een gewone school”, bevestigt de 57-jarige Koen Ringoot, de oprichter van Leerwijzer. “Maar we proberen dan ook de tijd die leerlingen hier doorbrengen zo kort mogelijk te houden.”

Dat klinkt als een pleidooi voor productiviteit en kostenefficiëntie. De kostprijs voor het scholenleed van zoon- of dochterlief is per maand dan misschien wel hoger, maar het aantal maanden dat hen van een diploma scheidt is korter. Dus eigenlijk economisch verantwoord. En werkt het? “Bij ons haalt 89 procent van de leerlingen binnen de afgesproken termijn zijn diploma”, antwoordt Ringoot. De rest slaagt in de meeste gevallen ook, maar dan met enkele maanden vertraging. Het aantal uitvallers bij Leerwijzer is naar eigen zeggen een luttele 2 procent. Op dit moment zit het internaat in Oostduinkerke met 135 leerlingen bovendien helemaal vol. Anders gezegd: deze school heeft haar niche gevonden.

School of bedrijf

In de jaren zeventig was Koen Ringoot, zoals iedere psychologiestudent in Leuven, een tikje anarchistisch. Maar hoewel ondernemersbloed ver te zoeken is in de familie, werd hij samen met zijn vrouw in 1984 stoemelings ondernemer. En dat dan nog in een weinig vanzelfsprekende markt. “Ik werkte in een tehuis voor geplaatste kinderen en bij het CLB toen dat nog PMS heette”, vertelt hij. “Toen ik protesteerde dat een aantal intelligente, gedemotiveerde leerlingen door het schoolsysteem werd versmacht, antwoordde mijn directrice dat ik het dan maar zelf moest doen als ik het zoveel beter wist. En mijn vrouw gaf haar gelijk. Dus zijn we in 1984 met onze eigen school gestart.”

Het koppel nam een failliete zomerkolonie in Middelkerke over en begon met amper zeven leerlingen een privéschool. Ringoot: “Voor het gros van de leerlingen werken de bestaande schoolstructuren wel, maar er is een groep van jonge mensen die door dat keurslijf gedemotiveerd raakt. Vaak heeft dat te maken met typische puberteitsproblemen of desinteresse wegens bijvoorbeeld hoogbegaafdheid of concentratieproblemen. Bovendien wordt de ondernemerszin in het klassieke onderwijs niet echt getriggerd. En opvallend: voor leerlingen met autisme of dyslexie is er meestal wel begrip, maar die andere uitvallers krijgen veel te gemakkelijk het etiket van luiaard opgeplakt.”

Op die outcasts richt de Leerwijzer zich. De strategie van de privéschool is jongeren via meer autonomie opnieuw een gezonde motivatie geven. Gestaag groeide het initiatief uit zijn gebouwen en uiteindelijk stond het koppel voor de moeilijke beslissing om door te groeien of het initiatief te laten doodbloeden. “We besloten in 1994 om een echt bedrijf te worden”, vertelt Ringoot. “Anders moesten we subsidies aanvragen, maar dan zou de overheid ons — logisch overigens — regels opleggen over het aantal leerlingen per klas en over de duur van het leerprogramma. Die verplichtingen botsen met onze visie. En dus kozen we koppig voor onze eigen weg, met als missie: geef jonge mensen opnieuw een doel.”

Eigenlijk is Leerwijzer een vzw die gebouwen huurt van een nv met het patrimonium van de familie Ringoot. Op die manier kan het enerzijds erkend zijn als school, terwijl het anderzijds inhoudelijk een eigen koers kan varen. Het advies voor die tweekoppige constructie kreeg Ringoot trouwens nog van minister Kris Peeters, die in de jaren negentig adviseur bij Unizo was. Bij Leerwijzer — dus wel erkend als school, maar niet gesubsidieerd — kunnen de leerlingen zelf hun doelstellingen bepalen, in samenspraak met de leraars en de ouders. Die autonomie is een belangrijke factor om de leerlingen opnieuw te motiveren.

Het team van Ringoot bereidt mensen voor op de examencommissie. Door die aanpak is het mogelijk om bijvoorbeeld eerst wiskundeproeven af te leggen en pas later na een stage in het buitenland taalexamens te doen. “Dat is ons voordeel”, zegt Ringoot. “In een normale school zit alles in het keurslijf van een schooljaar. Bij ons is er ruimte voor afwijkingen. Die ruimte hebben we juist omdat we voor een bedrijfsaanpak hebben gekozen. Het betekent wel: je moet winst maken en omzet draaien, anders kun je het personeel niet betalen.”

Files doen diversifiëren

De omzet van Leerwijzer is in 2013 van 4,2 miljoen naar 3,7 miljoen euro gedaald. Dat is een aderlating die de schooldirecteur uitsluitend wijt aan de sluiting van de afdeling in Brasschaat. En aan de forse investeringen — goed voor 600.000 euro — in de gebouwen in Oostduinkerke. “Dat zal nog wel even wegen op onze winst, maar op termijn komt dat goed”, zegt Ringoot.

De keuze om de afdeling in Brasschaat te sluiten had diverse oorzaken. “Jonge mensen trekken weg uit Brasschaat. De villa’s staan allemaal te koop. Bovendien zit het verkeer rond Antwerpen in een fileknoop en stijgt de vraag om naar het internaat te mogen komen. Die drie samen hebben ons tot de radicale keuze van sluiting gedwongen.”

Toch is Leerwijzer nog altijd actief in het Antwerpse, en dan wel met een diversificatie naar het hoger onderwijs. Zo heeft Ringoot ook Studentor opgestart, een begeleidingstraject voor hogeschool- en universiteitsstudenten. Voor 5000 euro per jaar heeft een student zijn persoonlijke begeleider en motivator. In het tweede werkingsjaar begeleidt Studento zeventien leerlingen. “Dat loopt dus erg goed”, zegt Ringoot. “We denken dat die tak snel break-even zal draaien.”

Voorts is Leerwijzer ook betrokken bij de opleiding van de Franstalige voetbalbeloften van Club Brugge. “Dat doen we nu enkele jaren en we hebben ook spelers van andere clubs. Eigenlijk is het een variatie op de sportscholen, maar wij zijn flexibeler omdat we geen aanwezigheidsverplichtingen hebben. De spelers voldoen hier aan de leerplicht en wij bereiden hen voor op het staatsexamen.”

Op termijn wil Leerwijzer ook geografisch een tweede internaat opstarten in Vlaams-Brabant. “Daar ligt een belangrijke markt”, beseft Ringoot. “Maar die stap doen we over een paar jaar. Dat is iets voor mijn drie kinderen. Ze zitten intussen alle drie in het familiebedrijf als mede-aandeelhouder. Tegen 2017 zullen de grote investeringen hier verteerd zijn en kunnen zij van de geografische uitbreiding werk maken.”

ROELAND BYL, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER

“In een normale school zit alles in het keurslijf van een schooljaar. Bij ons is er ruimte voor afwijkingen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content