Gebuisd, en toch geslaagd

Het nieuwe academiejaar is begonnen. Een diploma met zicht op een mooie job motiveert om hard te studeren. Maar het kan ook anders. Dat bewijzen de succesvolle ondernemers zonder diploma. Sommigen beklagen het zich. Anderen vonden hun eigen onderneming een betere leerschool dan de unief of hogeschool.

Sinds vorige week zwoegen ruim 200.000 studenten voor een diploma. Tegelijk maken ze zich klaar voor het echte leven, en voor het bedrijfsleven. “Wie ooit een topjob wil in een onderneming, moet een diploma kunnen voorleggen”, stelt Frank Schelstraete van het Gentse executive search-kantoor Schelstraete & Desmedt. “Liefst van ingenieur of wiskundige. En voor high potentials volstaat niet zomaar een MBA, het moeten er van de betere businessschools zijn. Managers zonder universitair diploma worden een zeldzaamheid.”

“Managementhandboeken benadrukken dat competentie en persoonlijkheid belangrijker zijn dan studies. Elke bedrijfsleider zal dat beamen”, vult Marc Buelens, hoogleraar aan de Vlerick Business School, aan. “Maar als puntje bij paaltje komt, wordt iemand zonder diploma niet aangeworven voor een belangrijke functie.” Schelstraete heeft een alternatief voor wie geen diploma haalt: “Begin zelf een bedrijf.”

Gezond verstand en rekenen

Trends ging op zoek naar ondernemers die het gemaakt hebben (of daarmee bezig zijn), hoewel ze geen diploma hebben. Jonas Dhaenens is zo iemand. Hij is de oprichter van Combel. Hij startte het grootste autonome hostingbedrijf van het land (omzet: 14 miljoen euro) twaalf jaar geleden als 17-jarige in zijn slaapkamer en schreef in voor de studie handelswetenschappen. Hij kapte er na enkele maanden mee. “Ik had het te druk met Combel. Gelukkig is het bedrijf geleidelijk gegroeid. Zo was er genoeg tijd om zaken te leren. Als je je gezond verstand gebruikt en kan rekenen, dan kom je al ver. Het zou anders geweest zijn mocht ik direct in een grote onderneming zijn terechtgekomen.”

Paul Gheysens, gedelegeerd bestuurder van de vastgoedontwikkelaar Ghelamco, is de zoon van een herenboer en wilde eerst veearts worden. Hij kapte met de studie. “Ik kon echt geen bloed zien”, lacht de vastgoedman, die begon als aannemer van tuinen. “Niet een diploma, maar talent is van belang. Je moet karakter hebben en initiatief durven te nemen. En, zeker in het vastgoed, snel kunnen rekenen. Boerenverstand is mijn levensfilosofie.”

Vic Swerts, stichter van de Turnhoutse siliconen- en lijmproducent Soudal, heeft evenmin een hoger diploma. “Het heeft geen enkele negatieve invloed gehad op mijn carrière”, relativeert hij. “Integendeel. De opvoeding van mijn ouders had meer invloed. Vooral mijn vader was een perfectionist. Ik voel dat ik dat ook heb. Als zelfstandig ondernemer heeft nog niemand naar mijn diploma gevraagd. Mocht ik er een hebben, was ik wellicht geen zelfstandige geworden, maar directeur in een of ander bedrijf.”

Swerts omringt zich wel met 150 universitair geschoolden die in hun discipline veel sterker zijn dan hij. “Ik ben de coördinator. Je kunt dat vergelijken met een orkestmeester die geen enkel instrument bespeelt, maar wel een geweldig orkest heeft. Je hebt nood aan mensen met diploma’s om je bedrijf te kunnen runnen. Maar nog veel meer noodzakelijk zijn generalisten die logisch denken, het goede voorbeeld geven, een goed buikgevoel en karakter hebben.”

Veel geleerd en veel tijd verloren

“Hard werken en een flinke portie gezond boerenverstand zijn de ingrediënten van mijn succes”, verklaart ook Willy Naessens. De zoon van een Elsegemse molenaar sloeg op zijn veertiende de deur van de school dicht en startte een kippenkwekerij, die faalde na de kippenpest. Later begon hij met de verkoop van veevoeders en kwam hij in contact met een landbouwer die hem vroeg of hij iemand kende om een stal te bouwen. Naessens besloot de opdracht zelf met een paar mensen uit te voeren. Dat was de start van Willy Naessens Group, vandaag het nummer een in de Benelux in industriebouw en zwembaden.

“De eerste tien jaar als ondernemer heb ik veel tijd verloren, maar ook veel bijgeleerd”, zegt Naessens. “Na tien jaar heb ik mijn eerste boekhouder aangeworven. Sinds dan zijn de zaken me veel duidelijker geworden. Hij leerde me te werken met aparte businessunits. Zo kreeg ik een veel beter zicht op wat minder of niet rendabel was.”

Jo Van Moer, die startte als chauffeur van een tweedehandsvrachtwagen, leidt vandaag het gelijknamige transportbedrijf op de Antwerpse Linkeroever. Hij merkt op dat het ontbreken van een diploma ook nadelen heeft. “Technisch was ik wel een van de beste van de klas, maar ik kan nog altijd geen vijf zinnen schrijven zonder een fout te maken”, lacht de ondernemer. “Ook mijn talenkennis is een ramp. Ik zit ermee verveeld en hoop dat mijn twee zonen het anders doen. Die tieners werken af en toe in het bedrijf en klagen nu al dat ik eis dat ze doorstuderen. Een bedrijf van 430 mensen kan je niet sturen als je niet de beginselen van het bedrijfsleven onder de knie hebt. Om de strategie te onderbouwen heb ik ook twee door de wol geverfde CEO’s voor logistiek en transport aangeworven.”

“Voor elke taal die ik zou kunnen spreken, zou ik meteen een miljoen betalen”, beaamt Vic Swerts. “Ik zou ook liever een nog veel ruimere woordkeuze willen hebben. Niet dat ik jaloers ben, maar dat heb ik wel eens gemist. Ik ken de waarde van talen en taalvaardigheid en ik wens dat mijn kinderen vier of vijf talen kunnen spreken. Ze hebben allemaal universiteit gedaan, of zijn ermee bezig. Goed kunnen communiceren heeft een ongelofelijke waarde, cultureel en commercieel.”

Management by ignorance

Professor Hans Crijns komt via het KBC Impulscentrum Groeimanagement Middelgrote Ondernemingen en de Vlerick Business School veel in contact met selfmade men. “Het buikgevoel overheerst dikwijls bij iemand zonder diploma. Op zich is dat geen slechte zaak. Ondernemen is durven, dromen, denken, doen en doorzetten. Iemand met een achtergrond in financiën, marketing of een ingenieur kan een beslissing kunnen aftoetsen aan een opgebouwde body of knowledge. Maar wie te veel denkt en voortdurend afweegt, neemt uiteindelijk geen beslissing. Zoals de schrijver Mark Twain ooit zei: ‘It takes a lot of ignorance to become successful’.”

Onwetendheid staat niet gelijk met domheid. Ondernemers zonder diploma volgen haast intuïtief het rechte pad. Meer dan eens komen ondernemers Crijns zeggen dat ze 90 procent van zijn cursus eigenlijk al kenden. “Dat is voor hen bijna een opluchting, een bevestiging dat ze goed bezig zijn. De school is voor hen het ideale middel om hun praktijk te toetsen aan de theorie. Dat neemt voor een stuk de angst en de onzekerheid weg.”

De vakliteratuur onderscheidt effectuation en de causal approach. De eerste is meer een entrepeneuraanpak, waarbij een ondernemer een product introduceert bij een of enkele klanten en al doende de markt onderzoekt. Werkt het, dan is het oké. Zo niet, zijn de verliezen beperkt. In de causal approach is er eerst een uitvoerig marktonderzoek en een planmatige logische aanpak, waar segmenten worden bepaald en dan de middelen worden ingezet om een bepaald doel te bereiken. “De beste aanpak is uiteraard de combinatie van de twee”, zegt Crijns. Onderzoek wijst uit dat knowhow vooral gestoeld is op expertise, niet op theoretische kennis.”

“Ondernemen is soms een keiharde leerschool”, zegt ook Naessens. “Inzicht, dat pas na jaren groeit, heeft me voordeel bezorgd tegenover de mensen met een diploma. Zij hebben boekenwijsheid en puur theoretische bagage. Het is een uitdaging en een meerwaarde om via de dagelijkse praktijk kennis op te doen. We hebben het al doende geleerd, en zo hebben we het beter geleerd.”

“Ik leerde voortdurend on the spot“, beaamt Paul Gheysens van Ghelamco, vandaag de grootste vastgoedontwikkelaar in Polen. “Ik ben een controlefreak en wil alles tot in de finesse onder de knie hebben. Ik delegeer veel, maar volg alles tot in het detail op. Vanaf de start heb ik me omringd met een sterke ploeg die geschoold was in technische, financiële en juridische finesses. Specialisten zijn nodig, maar wie te lang specialiseert blijft in zijn job hangen. Ik heb inzicht in een gebouw. Als ik voor een te herontwikkelen gebouw of grond sta, loop ik al door het gebouw alsof het af is. Een architect moet dus bij mij niet afkomen met al te eigengereide plannen. Ik bepaal wat er wordt gebouwd.”

“Het kan vreemd zijn voor een technische sector als de onze, maar veel van de werknemers zijn in het vak gerold doordat ze na hun uren aan computers zaten te prutsen”, bevestigt Jonas Dhaenens (Combel). “De helft van mijn mensen heeft geen hoger diploma. Mijn technisch directeur heeft zelfs zijn middelbaar niet afgemaakt. Succes hangt vooral af van de vaardigheden en ervaring, niet van een diploma.”

Tot die conclusie kwam ook Anthony Bosschem. Hij begon acht jaar geleden tijdens zijn studies journalistiek met een medestudent Oppassen.be, een website over babysitten. “Ik voelde dat ik mijn tijd aan het verdoen was met mijn studies”, zegt de IT-specialist. Hij startte met een nieuw bedrijfje, dat statistische analyses maakte voor marketingbedrijven. “Net als de website was het niet echt een groot succes. Het was vallen en opstaan.”

Bedrogen door de diploma’s

Wordt de academische onkunde van ondernemers soms uitgebuit door de zogenaamd slimmere mensen met diploma? Het gebeurt, getuigt Naessens. “Ik herinner me dat de grote consultingbureaus van de Big Five ons zaken vertelden die niet klopten.”

Paul Gheysens van Ghelamco heeft een belangrijke stelregel: “Als ik het niet begrijp, begin ik er niet aan. Als ik te veel moet nadenken hoe we aan een project moeten beginnen, is dat een slecht teken. Daarom ook ben ik nog nooit bedrogen.” “Ik ben al een paar keer bedrogen, niet door een gebrek aan diploma, maar door een gebrek aan ervaring”, zegt Anthony Bosschem. “Maar omdat ik al langer bezig ben dan mijn gestudeerde leeftijdgenoten, sta ik ook verder als ondernemer in een niche waar kennis veel belangrijker is dan diploma’s. Ik heb gewoon meer kilometers op mijn teller.”

Ondernemen uit frustratie

Begin deze week startte Bosschem met een nieuw bedrijf, Darwin Social Media, een spin-off van Talking Heads waar hij al voor werkte. “Ik participeer zelf voor 50 procent, dus neem ik zelf risico. Deels doe ik dit omdat ik me wil bewijzen als ondernemer zonder diploma”

Geldingsdrang tegenover hooggeschoolden komt wel meer voor. Ook Crijns kent entrepreneurs die als enige geen diploma hadden in de familie, en zich daarom uit de naad hebben gewerkt om succesvol te zijn. “Op de familiefeestjes staan ze met hun succes wel te blinken naast de meer modale carrières van de rest van de familie”, zegt hij. “Frustratie kan een trigger zijn om te ondernemen. Dat zullen ze nooit publiek toegeven, maar als ik vertrouwelijk met ondernemers praat, komt dat wel eens naar boven. Ze zoeken dikwijls niet eens rijkdom, maar vooral respect.”

Het kan een voordeel kan zijn om geen diploma hebben. “Gediplomeerden hebben sneller een mooie functie en gooien die niet graag overboord om met een onderneming te starten. Ze hebben iets te verliezen”, vervolgt Crijns “Nogal wat ondernemers zonder diploma hebben weinig te verliezen en gaan er net daarom tegenaan.”

“Wie geen diploma heeft, luisterde soms niet naar de ouders of de leerkrachten”, denkt zijn collega Buelens. “Ze zijn erg gehecht aan hun autonomie. Ze willen zichzelf bewijzen en nemen meer risico. Zeker in de beginfase van een onderneming nemen ze initiatieven die volgens het managementhandboek misschien niet verantwoord waren. Maar als het lukt, is het rendement dikwijls ook groter.”

Banken kunnen die aanpak niet altijd smaken, stelt Buelens vast. “Bankiers hebben meestal te maken met managers die op een gesofisticeerde manier hun goed uitgekiend businessplan verdedigen. Dan worden ze plots geconfronteerd met een minder afgeborstelde entrepreneur die met veel branie en commerciële flair in slecht Engels of het lokale dialect zijn plannen op tafel legt. Enerzijds hebben ze er wel bewondering voor, maar toch maakt het hen wel onzeker.” “Selfmade mensen nemen, vooral in de beginperiode, soms onberekende risico’s”, geeft Willy Naessens toe. “Ik heb vroeger te weinig gerekend en veel gedaan vanuit het buikgevoel. Maar dat heeft ook voordelen gehad. Door zaken zelf uit te proberen, begrijpen we ze ook beter.”

Jo Van Moer bestempelt zich zelfs als “een risicoman”. “Ik stond minstens twee keer op de rand van een faling”, herinnert hij zich. In 1999 deed zijn bedrijf met 2 miljoen euro omzet een investering van 5 miljoen. “Fortis, mijn bankier, had vertrouwen in mij en dat heeft me gered.”

Enkele jaren later was het weer prijs. In 2006-2008 investeerde Van Moer 25 miljoen in nieuwe infrastructuur. De deuren gingen open in volle crisis. De banken vroegen een vervroegde terugbetaling van een deel van de lening. Van Moer: “Ik heb links en rechts geld bijeen moeten schrapen om te overleven en zelfs mijn huis verkocht. Een paar keer ben ik ei zo na ingegaan op een bod van een naburige concurrent. Zonder de steun van mijn vrouw was het nooit gelukt. Ik heb zwarte sneeuw gezien. Maar deze week heb ik mijn laatste afbetaling gedaan. We zijn geslaagd.”

HANS BROCKMANS, KAREL CAMBIEN, STIJN FOCKEDEY, BERT LAUWERS

“We hebben het al doende geleerd, en zo hebben we het beter geleerd”

“Selfmade men zijn erg gehecht aan hun autonomie”

“Wie te veel denkt en voortdurend afweegt, neemt uiteindelijk geen beslissing”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content