Ga naar India en bespaar 50%

Als KMO rooit u het niet meer in uw eentje op de grote wereldmarkt. Netwerken en allianties met partnerûKMO’s zijn een troef, en daar is een krachtige ICTûinfrastructuur voor nodig. Is outsourcing naar het goedkopere India een betaalbare oplossing in deze tijden van crisis?

Agoria vindt dat bedrijven, vooral KMO’s, de crisisperiode moeten benutten om zichzelf grondig te bevragen: waar sta je als ondernemer, en waar wil je naartoe? “KMO’s kunnen niet langer cavalier seul spelen. Ze moeten tegenwoordig sneller innoveren en nieuwe producten in hoog tempo op de wereldmarkt brengen. Een KMO kan dat niet langer alleen,” aldus Uyttendaele. “Dus moeten ze op stap met partner-KMO’s die gespecialiseerd zijn in complementaire schakels van de waardeketting. Fusies kunnen hun flexibiliteit aantasten, dus is het beter om kleinschaligheid te combineren met de schaalvoordelen van netwerken. Zo kom je vanzelf bij de behoefte aan performante informaticasystemen.”

Op dat vlak zitten Belgische bedrijven _ en dan in het bijzonder de KMO’s _ met een structurele handicap: door de relatief lage penetratiegraad van ICT is de arbeidsproductiviteit tussen 1998 en 2000 met amper 0,9% gestegen, aldus federaal minister voor Economische Zaken Charles Picqué ( PS). Vergelijk dat met een productiviteitsverhoging van 2,5% in de Verenigde Staten over de periode 1995-2000 (tegen slechts 1,4% tussen 1972 en 1995). Business Week berekende dat de productiviteit als gevolg van ICT-investeringen in de VS pas begint toe te nemen als het aandeel ervan boven een kritische drempel tussen de 25% en de 30% van de totale bedrijfsinvesteringen uitkomt. In Amerikaanse bedrijven ligt dat aandeel op 40%, of het dubbele van het Europese gemiddelde.

KMO-netwerken informatiseren

Een sterke netwerkeconomie is meer een kwestie van mentaliteit dan van computers plaatsen, automatiseringsprocessen of productiviteitsverhogingen, vinden Gybels en Uyttendaele.

Agoria kreeg de andere sectorfederaties achter die visie, en het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) bracht ze vorige week rond de tafel om een sensibiliseringscampagne uit te werken. Maar zelfs als het thema Sneller innoveren door competentienetwerking aanslaat, is er nog altijd een nijpend tekort aan informaticadeskundigen. België heeft driemaal meer ICT-specialisten nodig dan de 2500 die jaarlijks afstuderen. Vóór de economische afkoeling werd het tekort aan ICT-gediplomeerden door Agoria op 40.000 geraamd. Ook andere Europese landen kampen met dat probleem, en denken eraan ICT-krachten uit India over te brengen.

Sinds kort hebben de Indiase softwarereuzen Infosys, Tata Consulting Services (TCS), Wipro, HCL Technologies en NIIT Europa ontdekt. Vóór de economische ommekeer in de VS waren ze voor 80% van hun buitenlandse activiteit aangewezen op Noord-Amerikaanse bedrijven. Infosys, TCS en NIIT openden kantoren in Brussel, maar zijn minder een partij voor KMO’s. Guido Doucet richtte daarom Allilon op, dat een bruggenhoofd in Europa wil zijn van kleinere, gespecialiseerde Indiase ICT-ondernemingen. Ze hebben ook Belgische informatici in dienst (zie Trends, 10 mei 2001).

Meer dan hun collega’s uit Oost-Europese landen, Vietnam, China, Maleisië of de Filipijnen beheersen Indiërs het Engels en hebben ze de reputatie kwalitatief goed onderlegd te zijn. Maar niet iedereen is daarvan overtuigd. Een rondvraag leert dat de helft van de Belgische bedrijven slechte ervaringen opdeed bij een eerste uitbesteding van softwareontwikkelingen in India. De meeste programmeurs zouden louter uitvoerend werken, en als ze wel conceptueel werk aankunnen, zijn ze duurder dan Belgische informatici, hoor je vaak. Bovendien worden uitbestedingen van Belgische KMO’s onzorgvuldig opgevolgd omdat ze kleine werkvolumes aanbrengen. Daardoor krijgen ze ook vaker met nieuwelingen op hun ICT-projecten te maken. Zo gaat continuïteit verloren, en dreigt het werk telkens overgedaan te moeten worden.

Belgische bedrijven die zich vanaf het midden van de jaren negentig voor softwareontwikkeling in India vestigden, spreken tegen dat Indiase ICT’ers niet onderlegd zouden zijn. De eerste waren Barco Electronic Systems en Alcatel, en in hun kielzog streken in Bangalore, Chennai (Madras) of Noida (bij New Delhi) softwarebedrijfjes neer of verlengstukken van de eigen programmeringsafdeling in België: LMS International, Tele Atlas, DeDuCo, Insoft, Value Source, Curans Consulting, Creax, Alert Management Consultants, Gateway. Ze stonden vorige week onder de vlag van Export Vlaanderen voor het eerst op Bangalore IT.COM 2001, de grootste ICT- en telecombeurs van Azië. De wereldrecessie was voelbaar: er was een derde minder exposanten dan vorig jaar. Toch houden de Vlamingen vol dat hun ICT-business in India goed blijft draaien.

Hoe goed zijn Indiase ICT’ers?

Etienne Vermeulen, managing director van het Alcatel Development Centre Chennai, opteerde na prospectie in verschillende landen bewust voor India. “In Europa wordt een software-ingenieur opgeleid om software te ontwikkelen, in India om kwaliteit af te leveren,” zegt hij. Verwijzend naar zware selectieproeven aan de gespecialiseerde ICT-opleidingsinstituten waar alleen de allerbesten doorkomen: “Het is hier relatief makkelijk om een CMM level te halen ( nvdr – CMM is een kwaliteitsstandaard), omdat je werkt met jonge, hooggekwalificeerde mensen die process driven zijn.” Alcatel India mikt op “CMM 5” in 2002; Alcatel in Antwerpen staat op niveau 3. 70% van de bedrijven van het niveau CMM 5 in de wereld is Indiaas; de meeste Noord-Amerikaanse en Europese topbedrijven halen CMM 3 of 4.

Jean Heuschen, vice-president en managing director van het grootste multidisciplinaire onderzoekscentrum van General Electric buiten de VS, staat nog een trapje hoger met six sigma (wat betekent dat het aantal fouten amper 3,4 per miljoen bedraagt). De Luikenaar, die in achttien maanden in Bangalore het John F. Welch Technology Centre uit het niets liet oprijzen, leidt GE’s global research centre met meer dan 600 toponderzoekers. Hij is opgetogen. “Ik spreek vanuit een bevoorrechte positie omdat wij de absolute top afromen, maar toch zie ik kleine Nederlandse bedrijven actief inspelen op de formidabele talentpool die hier aanwezig is, en die in België schromelijk wordt onderschat.”

Tele Atlas uit Gent, bekend als referentie voor digitale kaarten, groeide in twee jaar tijd met 650 ICT’ers uit tot de belangrijkste Belgische werkgever in India (vóór Barco, Bekaert, Etex, Extraction De Smet en Samsonite). In een state of the art-gebouw groepeert Tele Atlas in Noida 90% van de productiecapaciteit van de groep, die vestigingen heeft in vijftien landen. Het bulkwerk is de invoering van data (vijfmaal goedkoper dan in België), maar een vijftigtal ICT’ers buigt zich ook over nieuwe softwareontwikkelingen voor autonavigatiesystemen en geografische informatiesystemen (GIS) van bekende automerken. Barco, Alcatel, LMS International, Gateway en Creax zijn hoofdzakelijk bezig met eigen programmeringen. Simon Dewulf van Creax (zie Trends, 5 september 2001) apprecieert uitgerekend de conceptuele inventiviteit van zijn programmeurs. “Hun holistische benadering levert verrassende resultaten op.” Juist die andere culturele invalshoek, ervaart hij als een pluspunt.

Ook DeDuCo uit Kortrijk, dat de minigolf van Vlaamse ICT-bedrijfjes al in 1996 voorafging, is tevreden. Het is een nichespeler met CRM (Customer Relationship Management)-oplossingen voor de horeca, de retailmarkt en farmabedrijven. DeDuCo ontwikkelt in Bangalore standaardproducten en maatwerk voor klanten. “Hier een eigen ICT-ontwikkeling uitbouwen, is een complex gebeuren. Je moet zelf ter plekke zijn en een langetermijnperspectief hebben,” zegt Carl Dujardin. Alert Management Consultants uit Asse schrijft in Chennai eigen human-resourcespakketten. “In één maand tijd waren we operationeel,” zegt Lieven Cornelis.

Wat gaat er verkeerd bij outsourcing?

Naast degenen die in India een software development centre opzetten voor eigen toepassingen, richt een deel van de Vlaamse ICT-bedrijven zich op outsourcing door Belgische opdrachtgevers. Ze kwamen na een paar jaar ervaring tot een eensluidende conclusie: als het door Indiase ICT’ers afgeleverde werk niet voldoet, is dat in eerste instantie te wijten aan communicatiestoornissen met Europa.

Georges Baekelmans van Insoft heeft tachtig ICT’ers werken voor een twintigtal klanten in België, Nederland, Duitsland en Japan. “Er is duidelijk vraag, ook in Vlaanderen, naar ICT-uitbesteding,” zegt Baekelmans. “Je mag van onze mensen logische, knappe zaken verwachten. Maar denken dat men zijn ICT-problemen op India kan afschuiven en dat wij hier eventjes oplossingen gaan uitdokteren, designs gaan schrijven of analyses gaan maken terwijl de opdracht vanuit België vaag gedefinieerd is, is onrealistisch.”

Volgens Baekelmans moet men bijvoorbeeld beseffen dat een softwareontwikkelaar in India niet van achter zijn scherm kan opstaan om aan de projectleider in België uitleg te vragen. Waarmee hij wil benadrukken dat KMO’s vooraf hun huiswerk moeten maken: projecten lopen verkeerd wanneer de behoeften niet zorgvuldig gedocumenteerd werden, of als er geen dialoog totstandkomt met de klant.

Uit een onderzoek uit 2000 van PA Consulting blijkt dat 90% van de ondervraagde bedrijven niet erg enthousiast was over ERP-implementeringen (Entreprise Resource Planning), en dat nauwelijks 8% betere prestaties optekende. Een geactualiseerde rondvraag in de studie Increasing Business Value with Information Technology leert dat slechts 40% van de gepolste bedrijfsleiders in Europa, de Verenigde Staten en Japan, ervan overtuigd is dat ICT-investeringen hun geld waard zijn geweest. “Let wel, die bevindingen slaan niet op outsourcing in India, maar op het ICT-werk in eigen land, wat de kritiek op Indiase ICT’ers sterk relativeert,” vindt Guy Gybels van PA Consulting. Hij heeft in India met lokale softwarebedrijven gewerkt en schat ze hoog in, “zowel technisch, als kwalitatief en conceptueel”. Bruno Vander Stichele van Curans Consulting uit Vilvoorde wijst erop dat bij softwareontwikkelingen in België de voorziene bugetten in meer dan de helft van de gevallen worden overschreden. Er schort dus het één en ander aan de manier waarop met ICT wordt omgegaan. PA Consulting pleit dan ook voor een meer doordachte aanpak.

Hoe pakt u het aan?

“In een kritisch onderzoek naar de kerntaken van een bedrijf en de manier waarop het met zijn informaticasystemen omgaat, heeft ook outsourcing naar India zijn plaats,” meent Bruno Vander Stichele. Hij zit met de stelling “een businessanalyse is belangrijker dan codes” op dezelfde golflengte als Guy Gybels van PA Consulting en Karel Uyttendaele van Agoria: bedrijfsleiders moeten creatief nadenken over essentiële opdrachten en onderzoeken die beter aan derden kunnen worden uitbesteed of via internet gaan. “Zo bespaar je op termijn 40% tot 50% van je ICT-budget,” aldus Vander Stichele.

Samenwerking met India hapert echter als de opdrachtgever en de softwareontwikkelaar het projectmanagement niet ter harte nemen. Afstand en tijdsverschil (3,5 uur in zomertijd, 4,5 in de winter) vinden de Vlaamse ICT-bedrijven in India maar een alibi: internet en nieuwe technologieën (bijvoorbeeld VPN of Virtual Private Network) wissen de fysieke afstand weg, en ook veiligheid is geen punt. En ook de legendarische stroomonderbrekingen kunnen geen punt zijn: bedrijven zijn immers met meerdere back-upsystemen(UPS) uitgerust. Er wordt ook gewerkt aan de uitbouw van glasvezelnetwerken voor datatransmissie.

“Bepalend voor het welslagen van ICT-outsourcing zijn uiteindelijk alleen de kwaliteit en de methodologie,” zegt Vander Stichele.

Concepten van de Belgische klant zo goed mogelijk bij het Indiase team overbrengen, is de steeds terugkerende uitdaging. Daarom bieden de meeste Vlaamse ICT-ontwikkelaars hun klanten de mogelijkheid om uit hun beschikbare medewerkers in India een ploeg te selecteren waarmee ze willen samenwerken. Dat team wordt een verlengstuk van het bedrijf in België. Tijdens de uitvoering van het ICT-project gebeuren overleg en opvolging via internet. Doorgaans duurt het enkele maanden voordat de ICT-cel in België en haar tegenhanger in India op elkaar zijn ingespeeld.

Nochtans vindt Guy Gybels dat, hoewel Indiërs goede software schrijven en het ICT-tekort kunnen helpen opvullen, “de implementatie van de nieuwe processen en de daaraan verbonden ICT-ondersteuning in onze bedrijven best gebeurt door mensen die met onze bedrijfscultuur vertrouwd zijn.”

Maria De Boeck van Value Source in Chennai moedigt klanten aan om in de opstartfase geregeld naar India te vliegen en/of om Indiase ICT’ers naar België te brengen: “Er zijn inderdaad concepten die ze vanuit hun maatschappelijke en culturele achtergrond niet kennen: hoe bijvoorbeeld een pakjesdienst of zelfs een bakkerij bij ons werkt.”

Erik Bruyland

Een krachtige ICT-infrastructuur koppelt de schaalvoordelen van netwerken aan de flexibiliteit van KMO’s.

In België wordt de Indiase talentpool schromelijk onderschat.

ICT-ontwikkeling op afstand vereist betrokkenheid van beide partijen.

Als het werk van Indiase ICT’ers niet voldoet, is dat in eerste instantie te wijten aan communicatiestoornissen met Europa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content