‘Ga door, ook al ga je door de hel’

Valerie Scherrens stoomt zich klaar om bij het familiale West-Vlaamse verlichtingsbedrijf Lumina Industries de leiding te nemen. Zoals het een goede mentor betaamt, waarschuwt Karel Vinck ook voor lastige tijden.

Lumina is gegroeid uit het verlichtingswinkeltje dat de grootvader van Valerie Scherrens opende in 1955. “Hij begon al snel met het maken en monteren van kroonluchters”, legt de 32-jarige Izegemse uit. In de jaren zestig ontwikkelde Lumina zich tot een specialist in verlichting voor de meubel- en hotelsector. Ook nu nog vullen meubelfabrikanten en hotelprojectontwikkelaars het klantenbestand.

Hoewel de verlichtingsmarkt klappen kreeg, ontsnapt Lumina aan de rode cijfers. Het bedrijf is in handen van Scherrens’ moeder en tante, de twee dochters van de stichter. Ook haar broer, een neef en haar vader zijn actief in het bedrijf dat twintig werknemers telt. Valerie Scherrens is operationeel en salesmanager. Ze bruist van de ambitie. Daarom meldde ze zich aan voor het programma van Jonge Managers, Wijze Mentors, een initiatief van de Vlaamse Management Associatie (VMA) en Trends.

“In zo’n familiebedrijf zit je tussen steeds dezelfde muren en heb je nauwelijks raadgevers”, zegt Scherrens. “Maar de markt verandert zodanig en de boekhouder kan ook niet alles weten over opvolging en dergelijke. Daarom wou ik zo’n wijze mentor.” Ze werd op haar wenken bediend, want wijsheid over de bedrijfswereld kan Karel Vinck (74) haar ruimschoots bieden. Hij leidde wereldspelers als Bekaert en Union Minière, het huidige Umicore, en was ook drie jaar de baas van de NMBS. “Ik voelde me vereerd”, zegt Scherrens. “Karel heeft ongeveer dezelfde leeftijd als mijn grootvader, net als Karel een heel wijze man. Zijn ervaring en netwerk zijn enorme pluspunten. Ik heb al iemand gecontacteerd die Karel mij doorgegeven had en het was leuk een tweede opinie te hebben.”

Bengelen in het midden

Scherrens steekt haar ambitie niet onder stoelen of banken. “Ik wil zelf nog sterker uit dit programma komen om het bedrijf te leiden en over te nemen over x aantal jaar”, geeft ze toe. Of ze door de familie daarvoor wordt klaargestoomd? “Ik stoom mezelf klaar (lacht). De familie legt het me niet op, maar ik leg het mezelf op.”

Lumina haalt 80 procent van zijn omzet uit de meubelindustrie en de rest uit de hotelactiviteiten. “Ik vind dat we naar 50-50 moeten kunnen gaan”, stelt Scherrens, die zich over haar plannen liever niet verder uitspreekt. “Na ons jaar, of eventueel een wat langere periode ( lacht en kijkt naar Vinck), wil ik mij daar een beeld van hebben gevormd. Maar ik heb wel een droom van waar ik naartoe wil. Ik wil er met dit bedrijf weer bovenuit komen. Nu zijn we een beetje in het midden aan het bengelen. In een kmo heerst vaak een mentaliteit van ‘laat ons het bedrijf maar doen draaien en maken dat er geld binnenkomt’. Naar de rest wordt niet veel gekeken.”

Lumina opereert in een moeilijke markt met veel concurrentie in Europa. Maar dat biedt opportuniteiten, vindt Vinck. “Er is een zeer grote vernieuwing in verlichtingstechnieken”, zegt Vinck. Daarom drukte hij Scherrens op het hart te focussen op de toekomst. Scherrens beseft goed genoeg waarom. “In een familiebedrijf blijf je doordoen, maar je denkt niet verder na. Je kijkt vaak terug naar het verleden.”

Scherrens legt er duidelijk de pees op tijdens de ontmoetingen met Vinck. “We hebben het al gehad over de kostenstructuur, prijsstrategie, concurrentiepositie en onze producten, maar ook over de overdracht van het bestuur en hoe we innovatie kunnen financieren.”

Vinck leert haar ook de kneepjes van het omgaan met de banken en helpt mee een businessplan op te stellen. “Ik heb haar gezegd dat zodra ze een programma met inkomstenrekening, een balans en cashmanagement kan voorleggen, ze gewapend is om naar de banken te gaan en steun te vragen. De voorwaarde zal zijn dat ze zich kan differentiëren. Ze zal kapitaal kunnen ophalen als ze kan bewijzen dat de juiste keuze gemaakt wordt in producten, productie en marges. Het concept van doorbraak is voor mij altijd zeer belangrijk.”

Vinck raadde Scherrens ook aan haar doelstellingen concreet te maken. “Ik geloof niet in doelstellingen die je niet in cijfers kan uitdrukken”, zegt Vinck.

En hoewel hij zijn carrière uitgebouwd heeft in grote bedrijven, kan Vinck zich naar eigen zeggen inleven in de kmo-leefwereld van zijn pupil. “Het interesseert me zeer sterk om met Valerie te zien wat er in zo’n klein bedrijf gebeurt. Uiteindelijk zijn grote bedrijven gegroeid uit kleine. Valerie staat voor een van de zeer talrijke kmo’s die uiteindelijk instaan voor de economische welvaart van Vlaanderen. “En of het nu een grote multinational is, of een kmo van twintig mensen, de basisproblemen en uitdagingen zijn dezelfde. Bij Umicore of Bekaert spraken we over miljoenen euro’s, en soms een miljard. Hier is het heel wat minder, maar dat hindert me niet. Ik kan haar problematiek verstaan. Er was wel het gevaar dat ze mijn discours niet zou kunnen volgen, omdat ik met andere concepten bezig ben. Maar de dialoog is constructief gebeurd. Ik heb niet de indruk dat wat ik heb aangebracht Chinees is.”

“Als ik mijn leven kon herbeginnen, zou ik misschien wel een kmo oprichten”, gaat Vinck verder. “Ik zou die uitbouwen in plaats van voor anderen te werken. En ik zou allicht ook een pak slaag krijgen (grijnst). Ik besef maar al te goed dat er grote risico’s aan vasthangen. De keuzes die je maakt in een kmo als Lumina kunnen levensbedreigend zijn voor het bedrijf. In een groot bedrijf heb je een gediversifieerd productenpakket en heb je experts. In risicomanagement is dat toch een heel ander spel.”

Vinck heeft Scherrens ook duidelijk gemaakt dat haar pad niet alleen over rozen zal lopen. “Dat ze slaag gaat krijgen, is zeker”, zegt Vinck. “Maar daar leer je veel van bij. Er is een uitdrukking van Winston Churchill die ik fantastisch vind. If you’re going through hell, keep going.”

Daar kon Valerie Scherrens zich wel in vinden. Het was haar met de paplepel zelfs ingegoten. “Zoals vooral mijn vader ook zei, op zijn West-Vlaams: ‘ deure doen‘.”

Scherrens heeft voor zichzelf uitgemaakt dat ze binnen twee jaar haar bedrijfsplan af moet hebben.” Ik wil het geen vijf jaar laten aanslepen”, klinkt het. “Dat is belangrijk”, vult Vinck aan. “Ambities en ideeën moeten vertaald worden in concrete documenten en doelstellingen. Daarvoor is een jaar te kort. Heel eigenaardig misschien, maar ook in kmo’s kom je altijd tot dezelfde statistische regel als bij een herstructurering van grote bedrijven. Je hebt altijd twee jaar nodig om te zien of je werkelijk goed bezig bent.”

“Ik hoop dat het haar lukt het bedrijf zo te positioneren dat het weer een West-Vlaams succes wordt. En ze mag me na dit mentorjaar zonder problemen nog bellen”, besluit Vinck.

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE KRISTOF VRANCKEN

“Ik geloof niet in doelstellingen die je niet in cijfers kunt uitdrukken”Karel Vinck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content