Fraudebestrijders pleiten voor een nieuw charter

Tijdens de G20 staat de strijd tegen fiscale fraude hoog op de agenda. Tegelijk – op 2 april – organiseert de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) er een symposium over. Het keurkorps van de fiscus bestaat 30 jaar. In een exclusief gesprek met Trends pleit topman Frank Philipsen voor een herziening van het charter van de belastingplichtige en voor een apart statuut van de BBI. y

Niets blijft zoals het was. Belastingen ontduiken was voor Belgen lang een favoriete sport. Maar tijden veranderen. Vandaag stelt Frank Philipsen – administrateur van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) – tot zijn genoegen vast dat zijn korps op een stijgende belangstelling bij de publieke opinie mag rekenen. De regering probeert met niet minder dan één minister (Didier Reynders) en twee staatssecretarissen (Bernard Clerfayt en Carl Devlies) het zwarte geld uit onze economie te bannen. Normaal legt het parlement begin juli 2009 een rapport met aanbevelingen voor een betere doorstroming tussen fiscus en gerecht op de tafel van de ministerraad. Of is dat alleen maar schone schijn?

Philipsen: “Neen. Je kunt spreken over een echte mentaliteitswijziging. Ook de politiek begint zich in de problematiek van belastingontduiking te interesseren. De hervorming van Financiën (Coperfin) voorziet voor onze administratie in een kaderuitbreiding van 500 naar 622 personeelsleden. Ook kregen wij de jongste jaren extra middelen en beschikken we over een belangrijk arsenaal antimisbruikmaatregelen. Denk maar aan de invoering van de hoofdelijke aansprakelijkheid in kasgeldvennootschappen of btw-carrousels, de verlenging van de onderzoeks-, aanslag- en verjaringstermijnen en de verhoging van de strafrechtelijke sancties. Als de BBI een lacune in de wetgeving vaststelt, dicht het parlement na verloop van tijd de gaatjes. Zo is sinds eind vorig jaar het probleem van de interne meerwaarden opgelost en zijn fraudegevoelige sectoren – zoals minerale oliën – al lang verplicht een maandelijkse btw-aangifte in te dienen.”

Nochtans ontsnappen grote dossiers – zoals KB Lux, Beaulieu en kasgeldvennootschappen – aan de belastingen. Hoe komt dat?

FRANK PHILIPSEN (BBI). “Bepaalde frustraties liggen aan de basis van die beschuldigingen. Ik wil mij niet verschuilen achter excuses, maar durf toch op te merken dat de BBI haar taak heeft vervuld en de nodige taxaties binnen de wettelijk gestelde termijnen heeft verricht. Het is nu aan het gerecht om uitspraken te doen.

“Niet dat alles bij ons perfect loopt, maar je mag ook niet te kritisch zijn. Zo krijgen wij van de Europese instanties en andere lidstaten veel lof over onze preventieve risicoanalyse. Dankzij deze door de BBI ontwikkelde techniek zijn wij erin geslaagd de verliezen van btw-carrousels terug te dringen van 1,1 miljard euro in 2001 naar 30 tot 40 miljoen euro. Dat is de ondergrens, want je kunt niet naast elke belastingplichtige of boekhouder een belastingcontroleur zetten.”

Ondertussen buigt een heuse onderzoekscommissie zich over de vraag waarom zoveel grote fraudedossiers verjaren.

PHILIPSEN. “Het uitgangspunt van de werkgroep is goed, namelijk de versnelling en de stroomlijning van de strijd tegen de grootschalige fiscale fraude. Je mag niet vergeten dat ons korps slechts uit 500 specialisten bestaat op een totaal personeelsbestand van 30.000 ambtenaren bij de federale overheidsdienst Financiën. Bovendien mogen wij niet meer of minder dan onze collega’s. De situatie in het buitenland is beter. De Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) in Nederland telt 1250 medewerkers op eenzelfde quotum. Een deel heeft zelfs het statuut van gerechtelijk officier. Ook de ambtenaren van de Direction Nationale des Enquêtes Fiscales (DNEF) in Frankrijk beschikken in welbepaalde omstandigheden over extra bevoegdheden.”

Hier raakt u een belangrijk pijnpunt van de BBI. De administratie pleit al jaren om onder de strikte leiding van de onderzoeksrechter huiszoekingen te mogen plegen.

PHILIPSEN. “Persoonlijk pleit ik voor een apart en attractief statuut voor mijn korps. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de toekenning van bijzondere bevoegdheden voor een beperkt aantal BBI-ambtenaren, die geen taxatie uitvoeren, maar uitsluitend opzoekingswerk verrichten. Je kunt immers geen twee petten tegelijk opzetten.

“Neem bijvoorbeeld het Franse ‘droit de visite et de saisie’, een systeem van huiszoeking en inbeslagname. In welbepaalde zeer uitzonderlijke gevallen kan een kleine selectie van functionarissen van de DNEF onder de hoede van een onderzoeksrechter optreden voor het inzamelen van relevante informatie. Wil je belastingontduiking een halt toeroepen, moet je de fraudeurs op heterdaad kunnen betrappen voor bepaalde bezwarende stukken verdwenen zijn.”

Ondertussen plant minister van Financiën Didier Reynders de oprichting van een werkgroep om de draagwijdte van het Charter van de Belastingplichtige te onderzoeken?

PHILIPSEN. “De tijd is rijp voor een evaluatie. Het charter dateert al van 1986. In belastingzaken is dat een eeuwigheid geleden. Fiscaliteit evolueert namelijk met de tijdsgeest en de technologie. Elke commerciële innovatie slaat gaten in het systeem. Wie had twee decennia geleden kunnen vermoeden dat de landsgrenzen zouden wegvallen en de internethandel een grote vlucht zou nemen? Tegen malversaties met nieuwe technieken moet de BBI zo snel en efficiënt mogelijk optreden. Dat is onze hoofdtaak.”

Op de bijeenkomst van de G20 begin april staat de opheffing van het bankgeheim op de agenda.

PHILIPSEN “Laat ons duidelijk zijn. België beschikt niet over een bankgeheim, maar over een discretieplicht. Onze verschillende fiscale wetboeken laten bij vermoeden van fraude de fiscus toe om gegevens van de belastingplichtige bij de financiële instellingen op te vragen, mits machtiging van de gewestelijke directeur.”

Concreet: kreeg ons land de gegevens van Belgische belastingplichtigen in Liechtenstein wel op rechtmatige wijze?

PHILIPSEN. “De informatie is juridisch gezien op correcte wijze uitgewisseld tussen de Duitse en de Belgische fiscus op grond van een Europese richtlijn uit 1977 – richtlijn 77/799/EEG – en op grond van het dubbelbelastingverdrag tussen onze beide landen

“Ook in het raam van de KB Lux-affaire werd de rechtmatige verwerving van bewijsmiddelen in twijfel getrokken. Bij het Hof van Cassatie – het hoogste gerechtshof in ons land – kreeg de fiscus gelijk.

“Het behoort tot onze taak om continu te waken over de juiste toepassing van de procedures. In het verleden vonden soms te goeder trouw grote taxaties plaats, die achteraf, om puur procedurele regels, de toetsing van het gerecht niet konden doorstaan. Dat moeten we vermijden.”

Internationale regels winnen dus aan belang?

PHILIPSEN. “Jazeker, en dat blijft niet beperkt tot de puur fiscale materies. De internationale antiwitwasmaatregelen spelen een essentiële rol in de strijd tegen de fiscale fraude. Anderzijds vormen onze praktijkervaringen een inspiratiebron voor nieuwe wetgeving. Zo keurde de overheid in 2007 een koninklijk besluit met dertien specifieke antiwitwasindicatoren van belastingontduiking goed. Elk element afzonderlijk komt uit onze dossiers.”

Vijftien jaar geleden lanceerde het ministerie van Financiën haar project datamining: de automatische controle van personen en bedrijven op basis van knipperlichten. Werpt deze methode al vruchten af?

PHILIPSEN. “Voor het derde opeenvolgende jaar zijn wij erin geslaagd meer dan een miljard euro aan ontdoken belastingen in te kohieren. Onze aanpak werpt dus vruchten af.”

Beschikt u over voldoende computers?

PHILIPSEN. “We mogen zeker niet klagen. De jonste jaren vond een flinke inhaaloperatie plaats. Vandaag beschikken wij over de nodige hardware en software om steeds vaker tot het bot te kunnen gaan. Daarbij is de uitwisseling van gegevens met de andere overheidsinstanties belangrijk, uiteraard rekening houdend met de privacywetgeving. Hier wringt soms nog het schoentje. Maar daar wordt hard aan gewerkt door het College voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude onder auspiciën van staatssecretaris Carl Devlies (CD&V).”

Toch klaagt iedereen over de chaos op Financiën?

PHILIPSEN. “Ons departement is een reuzentanker die je niet zomaar van koers verandert. Wel moet zo vlug mogelijk een voorzitter benoemd worden. Die moet uitgebreide bevoegdheden krijgen om binnen een redelijke termijn de aangevatte hervorming van Financiën te finaliseren. Maar wat men ook moge beweren over de interne organisatie, het wederzijdse begrip tussen de diverse administraties is flink verbeterd.”

Ondanks alle successen blijft de frustratie van de BBI dat sommige dossiers, die zij uitspit, nooit een eurocent aan de schatkist opleveren?

PHILIPSEN. “Dat is inherent aan de job. Wij pakken per definitie alleen ingewikkelde en inventieve constructies aan. Zelfs indien we een stijgende tendens aan akkoordverklaringen vaststellen, leidt dit toch niet altijd automatisch tot onmiddellijke extra belastinginkomsten. Soms betalen belastingplichtigen toch onder voorbehoud van verdere juridische betwisting. Aangezien wij enkel de grootschalige fraude aanpakken, gaan de dossiers over principiële vragen en grote bedragen. Onze tegenstanders beschikken over de nodige middelen om peperdure advocaten in te huren en profes-sioneel afweergeschut in te schakelen. Vaak monden de geschillen uit in de rechtbank, die een oordeel moet vellen. Maar de juridische procedures slepen lang aan, zodat de inning van de ontdoken belastingen pas jaren later mogelijk is.

Wat vindt u van het voorstel van Open Vld om berouwvolle belastingontduikers het recht op een minnelijke schikking te geven, zelfs al loopt een gerechtelijk (voor)onderzoek?

PHILIPSEN. “Dat hangt natuurlijk af van geval tot geval. Vandaag sluiten wij al transacties met belastingplichtigen af, zelfs als het dossier is ingeleid voor het gerecht. Als beide partijen na verloop van tijd toch tot een akkoord komen, worden er dan concreet gemeenschappelijke conclusies ter validatie aan de bevoegde rechtbank voorgelegd. Ik heb geen probleem dat daar een wettelijk kader voor wordt geschapen, want dat verhoogt alleen maar de rechtszekerheid – zowel voor de belastingplichtige als voor de fiscus.”

Op de G20, die begin april 2009 start, staat de strijd tegen de fiscale fraude op de agenda. Heeft het ministerie van Financiën al een speciale cel opgericht over belastingparadijzen, zoals de parlementaire resolutie van 1 februari 2007 vooropstelt?

PHILIPSEN. “Bij mijn weten nog niet. Maar de BBI waakt voortdurend over mogelijk misbruik van en met belastingparadijzen. Dat aantal vermindert. Wel stel ik vast dat de belastingplichtigen hun heil steeds verder weg gaan zoeken. Met het oog op de strijd tegen de fiscale fraude wil de G20 nu de uitwisseling van gegevens tussen de landen onderling verbeteren. Dit initiatief steunen wij volop. Ook heeft de Belgische minister van Financiën Didier Reynders (MR) aangekondigd om deze maatregel in elk dubbelbelastingverdrag in te schrijven. Hoe meer transparantie, hoe beter!

Door Eric Pompen/Fotografie Jelle Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content