FRANSE REALITEIT…

Recticel, De Witte Lietaer, Solvay Automotive en Bosal konden niet weerstaan aan de lokroep van de Franse auto-industrie. Solvay heeft vier fabrieken in Frankrijk, maar herbekijkt wel zijn Franse investeringen. Bosal heeft drie Franse vestigingen, Recticel twee. De Witte Lietaer nam vorig jaar een participatie van 50% bij het Franse Delcar, een fabriek met 160 werknemers in Saint-Quentin. Gedelegeerd bestuurder Marc Warnez: “Zonder poot in de Franse markt stonden we bij de Franse constructeurs altijd op de tweede rang. Renault geeft ons nu het volste vertrouwen voor hun zetelbekleding.”

Maar de vier bedrijven kijken verder dan de grenzen van de Zeshoek. Autoconstructeurs denken wereldwijd, grote toeleveranciers moeten daarin volgen. Recticel breidde daarom uit naar Spanje, Zweden, Duitsland, Groot-Brittannië en Tsjechië. Solvay richtte in Brazilië Plastauto op, een joint venture met het Franse Plastic Omnium, dat twee productie-eenheden in Brazilië aan het bouwen is. In Italië nam Solvay Automotive 50% in Safiplast, bouwde het een fabriek in de buurt van Wolfsburg, drie in de regio van Detroit, één in Canada en Buenos Aires. Het heeft ook verschillende filialen in Italië, Spanje en China. De Witte Lietaer opende ook een vestiging in Portugal en sloot in 1996 partnerships met Indische, Amerikaanse, Japanse, Koreaanse, Zuid-Amerikaanse en Australische fabrikanten. “We speuren trouwens naar mogelijkheden voor een soortgelijke joint venture in andere Europese autolanden,” verzekert Warnez.

Bij De Witte Lietaer produceren 720 werknemers zetelbekleding voor Ford, Renault, Opel, Toyota en de PSA-groep rond Peugeot en Citroën. “De activiteit waar het bedrijf groot mee werd, is minder belangrijk voor onze omzet,” zegt Warnez. “75 tot 80% – 4 van de 5 miljard – daarvan komt op rekening van onze werkzaamheden in de autotoelevering.” Als fabrikant van zetelstoffen en binnenbekleding voor deurpanelen is DWL nu de nummer drie op de Europese ranglijst. Het levert rechtstreeks aan Europa’s vijf grootste zetelmakers: de Amerikanen Johnson Controls en Lear Corporation, het Canadese Magna, Frankrijks Bertrand Faure en het Vlaamse Eca, bedrijven met respectieve omzetten van 269, 272, 203, 148 en 8,3 miljard frank, in opdracht van verschillende constructeurs. Die diversificatie van het klantenbestand gebeurt bewust. “Alle eieren in één korf leggen heeft hoegenaamd geen zin,” zegt Warnez. “Focussen op Frankrijk alleen heeft geen enkele zin.”

Sinds de familie De Witte plaats ruimde in 1990 is De Witte Lietaer, van oorsprong een producent van lakens, gordijnstoffen, keukenhanddoeken en huislinnen, een onderdeel van de Gamma Holding uit het Nederlandse Helmond, een textielconglomeraat met 31 miljard omzet, zeventien werkmaatschappijen en 8880 werknemers, waartoe ook de Waregemse wereldleider in matrasdamast Bekaert Textiles, Eijfinger, Kendix en Leo Schellens behoren. Maar DWL kijkt al een tijdje verder dan de oorspronkelijke core business. De interesse van De Witte Lietaer voor de automobiel en voor carrosseriestoffen, zoals dat toen plechtig heette, dateert uit de jaren vijftig. General Motors was de eerste klant, de anderen volgden snel, maar de opstart verliep moeizaam en met horten en stoten. Na een dieptepunt – omzet nog 30 miljoen – in 1981 en zware kritiek van Ford, gooide DWL het roer om. Zeven jaar later stond Toyota op de klantenlijst, sinds 1993 is er toelevering aan de vestiging van Toyota in het Britse Derbyshire. Het bedrijf groeit in breistoffen voor de auto-industrie, maar zoekt ook uitwegen, onder meer naar de medische wereld en de constructiesector, om de fluctuaties in de autowereld op te vangen.

Autotoelevering als groeipool

is overigens geen patent van De Witte Lietaer. Solvay haalt een omzet van 35 miljard met brandstoftanks en -leidingen, maar ook luchttoevoerleidingen (onder meer voor klimaatregelaars), folies voor dashboards en deuren, binnenbekleding voor spoilers en bumpers en allerhande technische motoronderdelen voor onder andere Chrysler, Volkswagen, General Motors, Renault, Peugeot en Citroën (PSA). Bosal, een familiebedrijf met zijn internationale hoofdzetel in het Limburgse Lummen, haalt 80% van zijn 22 miljard omzet uit de autotoelevering. Vanuit sterk gedecentraliseerde productievestigingen, distributie- en researchcentra ontwikkelt en levert het bedrijf uitlaten over de hele wereld. Zegt directeur-generaal Gilles Geneté van Bosal France: “Dicht bij constructeurs wonen blijft de sleutel tot succes in de toelevering.” Het heeft het bedrijf geen windeieren gelegd: het eigen vermogen kan technologisch onderzoek financieren en de omzet blijft in stijgende lijn gaan.

Ook de polyurethaanfabrikant Recticel uit Wetteren groeit. De omzetstijging – 1,6 miljard frank in 1997 – is vrijwel volledig toe te schrijven aan het succes van de automobielafdeling. Acht jaar na de opstart van een automobieldivisie levert het Oost-Vlaamse bedrijf raamdichtingen voor 2 miljoen wagens, zetelschuim voor 1,8 miljoen auto’s en interieurbekleding voor 700.000 wagens. Met afnemers als Volvo, Volkswagen, Skoda, Opel, Volkswagen, Ford, Saab, Nissan, Buick en Ferrari en grote contracten voor interieurbekleding bij Mercedes en BMW draaide Recticel een auto-omzet van ruim 8,7 miljard frank, waarvan 900 miljoen in België. De autosector genereert ruim een kwart van de totale groepsomzet. Het contract voor de BMW 3-serie – waarde: 500 miljoen per jaar, 4 miljard in totaal – zal het aandeel verder de hoogte in stuwen. “Maar staar je daar niet blind op,” zegt woordvoerder Frank van den Berg bij Recticel. “Autotoelevering vergt zware investeringen en geeft piepkleine winstmarges.” Bovendien staan de prijzen ook nog zwaar onder druk. Zegt Recticel-man Luc Bontemps, tevens voorzitter van de sectie toeleveranciers bij Febiac: “De constructeurs willen de prijzen met 25% zien zakken.”

KAREL CAMBIEN FRANK DEMETS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content