Flandrien op de weg en op het werk

Wielrennen was decennialang samen met voetbal de volkssport bij uitstek. Maar wie met zijn fiets naar het werk ging, werd een aantal decennia geleden wat meewarig bekeken. Dat was een arbeider die zich geen wagen kon permitteren, werd toen gezegd.

De tijden zijn veranderd. De tijd dat fietsen een bezigheid was voor de gewone man, ligt al een tijdje achter ons. De fiets wordt nu gezien als een ecologisch verantwoord vervoermiddel, en als sport is het wielertoerisme in volle opgang, ook bij hooggeschoolden en in gegoede kringen. Steeds meer bedrijfsleiders zijn verwoede wielertoeristen. Netwerken doet men nu op de koersfiets. Voor CEO’s is fietsen het nieuwe golfen.

In het boek Afspraak aan de meet gaat de gewezen mediaondernemer (VRT, Mediahuis) Luc Rademakers in gesprek met elf ondernemers die het hele jaar door gefascineerd zijn door hun koersfiets. En ze trekken parallellen met hun professionele leven. Wie fietst, doet een oefening in zelfstandigheid, doorzettingsvermogen en prestatiegericht denken, klinkt het. Dat zijn capaciteiten die elke ondernemer graag tot de zijne rekent. Wie uitblinkt op de racefiets blijft met andere woorden niet alleen fit, hij is vermoedelijk ook een excellente ondernemer. De elf CEO’s, onder wie bekende namen als Johan Thijs (KBC), Hans Bourlon (Studio 100), Karel Van Eetvelt (Febelfin) en Piet Vandendriessche (Deloitte), vertellen voluit over hun liefde voor de tweewieler. Het boek wil in de eerste plaats een inspiratieboek zijn over hoe fietsende ondernemers ondernemen en fietsende managers managen. Uitspraken van beruchte flandriens als Eddy Merckx (“willen winnen, alleen de eerste plaats telt”) of Briek Schotte (“nooit opgeven, gewoon doen”) zijn nooit ver weg. Ondernemers en wielrenners hebben veel gemeen, stelt Rademakers vast. Er is een verband tussen flandriens op het werk en flandriens op de weg. Beide bewandelen graag de weg naar succes. Talent is mooi meegenomen, maar het is geen garantie. Een goede opleiding biedt kansen, maar doorzetting, discipline en harde training zijn minstens even belangrijk. Een goede voorbereiding en het vermogen te anticiperen op wat anderen doen, zullen voor meerwaarde zorgen aan de eindmeet. Voor de auteur is de conclusie duidelijk: de fiets liegt nooit.