Flanders Technology in de praktijk. “Bamboes van Vlaandere”

De Vlaming Jan Oprins plant 2500 hektare bamboe in Noord-Transvaal. Vlaamse know-how groeit in Zuid-Afrika’s armste provincie. Negen maanden heeft Oprins nodig om dezelfde hoeveelheid bamboe te kweken die met klassieke kweekmetodes behaald wordt in 380 jaar. Kortom : Flanders Technology, niet de teorie, wel de praktijk.

In maart 1996 worden de eerste Vlaamse bamboeplanten in Noord-Transvaal in de grond gestoken. De planten komen uit Rijkevorsel en zijn in vitro gekweekt. Tien jaar al zoekt tuinarchitekt Jan Oprins (40j.) hoe hij zijn lievelingsplant, bamboe, in het labo kan reproduceren. Vijfentwintig miljoen frank spendeerde zijn familiaal bedrijf Oprins Plant al aan het onderzoek ; sinds 1994 krijgt de onderneming, als enig Vlaams landbouwbedrijf, een financiële ruggesteun van het IWT, het Vlaams Instituut voor de bevordering van Wetenschappelijk-technologisch Onderzoek in de Industrie. Het IWT neemt nu jaarlijks de helft van de onderzoekskosten op zich.

Vandaag staat de NV Oprins Plant aan de absolute wereldtop inzake het in vitro vermenigvuldigen van bamboe. Wie, via de aloude stekmetode het delen van wortelstukken uit één enkel bamboeplantje een miljoen planten wil halen, heeft daarvoor 380 jaar nodig. In de labo’s van Oprins Plant wordt dat resultaat behaald in negen maanden. Jan Oprins hoeft daarvoor niet eens een volledige bamboeplant te hebben. Een blad of een stuk stam is voldoende. Immers : Oprins produceert klonen uit levend weefsel. Eén enkel ander bedrijf ter wereld kan dat, op even grote schaal : het Thaise Thai Orchids. De belangrijkste minderheidsparticipant van Thai Orchids is, sinds 1990, precies ja, Oprins Plant.

JAREN VOORSPRONG.

“Samenwerking met de Thai lag voor de hand, ” zegt Jan Oprins. “We hebben mekaar toevallig ontdekt. Onze participatie heeft als doel kennis op te doen ; niet een konkurrent tegen te houden. Er is werk genoeg. Er zijn meer dan 1250 bamboesoorten en er zijn zoveel klonen als er plaatsen zijn op de wereld. Je kan immers, in het labo, bamboe maken die optimaal kan genieten van de klimatologische omstandigheden op die plaats waar je hem wil planten. “

Eén of ander patent heeft Jan Oprins op zijn in vitro-bamboe niet genomen. “Waarom zou ik, ” lacht Oprins, “ik heb jaren voorsprong op alle anderen. Wie nu met zijn onderzoek begint, heeft, als alles meevalt, binnen vijf jaar de eerste resultaten. Tegen dan ben ik alweer een stuk verder. “

Momenteel koncentreert Oprins zich op het zoeken naar de molekulaire fingerprints van bamboe, een staaltje van biotechnologisch onderzoek waarin totnogtoe niemand hem evenaart. En past hij de kennis opgedaan bij het klonen van bamboe ook toe op andere gewassen. Zo worden sinds dit jaar ook hulst en hortensia’s in vitro gekweekt. Gevolg : bij Oprins is de produktie van zowel hulst als hortensia dit jaar met 50 procent vergroot.

“Als je hortensia’s vermenigvuldigt door ze te stekken, heb je twee seizoenen nodig vooraleer de plant verkoopklaar is. Met in vitro-produktie realizeer je simpelweg één jaar voorsprong : in één jaar tijd creëer je twee seizoenen, ” verklaart Oprins met de koelheid van de wetenschapper.

OMZET MOET OMHOOG.

30 % van de omzet van Oprins Plant komt van bamboe. “De plannen in Noord-Transvaal mogen dat niet veranderen, ” zegt Jan Oprins koeltjes. “Wat we moeten doen, is dus simpel : zorgen dat we ook met de andere planten meer omzet halen. “

Desondanks wil Oprins de wereld vooral veroveren met zijn klonen-bamboe. De voorbije jaren werden al proefaanplantingen verricht in onder meer Noord-Duitsland, Canada, Brazilië, Rusland, Noorwegen én Zuid-Afrika. In Noord-Transvaal, één van de negen en meteen de armste provincie van Zuid-Afrika, is nu het hek echt van de dam.

“We hebben tien jaar lang geld, veel geld, gestoken in onderzoek. De echte investeringen in Zuid-Afrika ? Die zijn te reduceren tot vijf reizen voor twee personen van hier naar ginder. ” Die “twee personen” dat zijn Jan Oprins zelf en Rik Ruiters (35j.), ex-manager van Export Kempen en sinds 4 jaar deeltijds als export manager verbonden aan Oprins Plant.

RELATIES ALS BASIS.

Praatvaar Ruiters, een jurist van de KU-Leuven die zijn MBA in 1984 haalde aan de universiteit van het Zuidafrikaanse Stellenbosch, opende de weg voor Oprins aan Kaap de Goede Hoop. En, Ruiters is bezeten van Zuid-Afrika.

“Weet je, ” openbaart Ruiters, “dat de stichter van het blanke Zuid-Afrika, Jan Van Riebeeck, uit het Nederlandse Culemborg, gehuwd was met een Franssprekende Kortrijkzaanse, Marie de la Queillerie ? ” Volgens Ruiters meteen dé reden waarom Paarl, een gemeente nabij Kaapstad, een wijk kent die luistert naar de naam Courtrai.

Buiten dit soort wetenswaardigheden heeft Ruiters aan zijn eenjarig verblijf in Zuid-Afrika nog heel wat opgestoken. “Relaties zijn een conditio sine qua non om zaken te doen in Zuid-Afrika, ” onderwijst hij. “Wie ginder in de business wil, moet aanbevelingsbrieven bovenhalen. Niet de vraag : “Wat kan je ? ” of : “Wat heb je te bieden ? ” is belangrijk ; wel : “Door wie ben je gestuurd ? “

In het kielzog van zowel Luc Van den Brande (CVP) als voormalig Vlaams minister Johan Sauwens (VU) en de in België werkzame Zuidafrikaan Wicus Botha baanden Ruiters en Oprins zich de voorbije twee jaren een weg naar Noord-Transvaal ; Zuid-Afrika’s armste provincie met een bevolking die voor 97 % uit zwarten bestaat en waar het ANC (African National Congres) van huidig president Nelson Mandela) bij de eerste vrije verkiezingen haar allerhoogste score wist te noteren.

Voor alle duidelijkheid : Ruiters en Oprins hebben de ANC-regeringsleden van Noord-Transvaal als gespreks- en zakenpartners. En de twee Vlamingen zijn laaiend entoesiast over deze nieuwbakken politici.

Zegt Rik Ruiters : “Hun bekwaamheid als bestuurder is uitermate hoog. Nooit en nergens hebben we een groot of een klein handje moeten vullen. De enige vraag die de regeringsleden stelden was : “Hoe kunnen bamboeplantages onze mensen helpen ? “

Vooral de zwarte ANC-ministers hebben indruk gemaakt op Ruiters en Oprins. “Tijdens de onderhandelingen, ” verklapt Ruiters, “waren het de blanke Zuidafrikanen die op de rem gingen staan, niet de zwarten. Het waren de blanken die, omstreeks vijven, op hun horloge begonnen te kijken. De zwarte leiders kenden blijkbaar geen uur. Zij wilden voort ; zij wilden resultaat. “

50.000 HUIZEN.

Oprins kon de leiders van het straatarme Noord-Transvaal uiteindelijk overtuigen. In telegramstijl gebeurde dat met volgende argumentatie : Oprins legt tussen 1996 en 2001 in het heuvelachtig gebied rond Tzaneen 2500 hektare (nvdr zowat de helft van de Antwerpse haven) bamboeplantage aan. Op die manier worden op korte termijn 5000 jobs gecreëerd. Maar nog meer jobs zullen er komen in de verwerkende industrie. Bamboe is immers niet enkel hoogwaardige, want erg proteïnerijke voeding, het vormt tevens de basis voor veevoeder, meubelen én vezelplaten. Zo zal de bamboeplantage die door Oprins wordt aangelegd in Tzaneen, vanaf het vijfde aanplantingsjaar, materiaal leveren voor de bouw van 50.000 huizen. Wel te verstaan : ieder jaar weer.

Wat dat alles moet kosten ? En waar die straatarme regering van die al even arme Zuidafrikaanse provincie het nodige geld vandaan haalt ? Wel : het hele projekt kost, over vijf jaar, 8 tot 11 miljoen rand, zo’n 64 tot 88 miljoen Belgische frank en dat geld wordt opgehoest door enerzijds de Europese Unie en anderzijds het Hop, het Zuidafrikaanse Heropbou en Ontwikkelingsprogram. Dat Hop, één van de eerste initiatieven van de regering-Mandela, streeft ernaar om door middel van goedkope huisvesting, tewerkstelling van de minder of niet-opgeleiden én goedkope kwaliteitsvoeding de welvaart van de zwarte bevolking van Zuid-Afrika te doen stijgen.

BEVOLKING EXPLODEERT.

Zegt Rik Ruiters : “Dit bamboeprojekt past perfekt in het Hop-programma. Het helpt de regio zowel ekologisch als ekonomisch vooruit. Na vijf jaar geeft elke hektare 5 tot 10 ton bamboescheuten en bovendien bouwmateriaal voor 20 huizen. Dat is eten én wonen. Noord-Transvaal heeft daar het meest nood aan ; niet alleen omdat het de armste provincie is van Zuid-Afrika ; ook omdat ze gekonfronteerd wordt met de snelste bevolkingsaangroei van het hele land en dat ze bovendien vluchtelingen uit vijf omringende Afrikaanse landen te eten moet geven. “

“Bovendien, ” zo weet of hoopt Ruiters, “hebben de bamboekwekers ook kansen te over op de brandstofmarkt. Soweto, Zuid-Afrika’s grootste township nabij Johannesburg, gaat nu gekweld onder een permanente smog. Dat is voorbij eenmaal ze ginder allemaal met bamboehoutskool in plaats van bruinkool stoken. ” Jan Oprins valt Ruiters bij : “Bamboe heeft geen schors en het zijn net de schorssappen die de smog veroorzaken. “

De regering van Noord-Transvaal is alvast razend entoesiast over de “bamboes van Vlaandere, ” de bamboe uit Vlaanderen. Zegt Ruiters. Zelfs al tijdens de eerste twee jaar, 1996 en 1997, zou het projekt jaarlijks 6 miljoen Zuidafrikaanse rand in de ekonomie injekteren.

Zo ver is het echter nog niet. Momenteel wordt onderzocht welke terreinen in het Laeveld-gebied nabij Tzaneen het meest geschikt zijn voor de bamboeplantages. Dan volgen de eerste pilootaanplantingen. In maart 1996 verschijnen de eerste plantages.

Het eerste miljoen bamboeplanten, de helft van wat in totaal voor de 2500 ha nodig is, is besteld. Ze zijn in vitro gekweekt in Rijkevorsel en zijn nu nog even “op zonvakantie” bij het Spaanse dochterbedrijf.

AZIE ALS VOORBEELD.

In China, zo weet Oprins, wordt vandaag nog geoogst van plantages waar het eerste bamboeplantje nu meer dan 250 jaar geleden in de grond werd gestoken. Het zwaartepunt van de bamboeproduktie situeert zich ten andere in Azië. India tekent voor 10 miljoen hektare bamboeplantages ; China voor nog eens 6 miljoen hektare. Alleen in die twee landen leven 100 miljoen mensen van het oogsten en verwerken van bamboe.

Maar in India en China valt wel wat meer regen dan in Noord-Transvaal ; de droogste provincie van Zuid-Afrika. Oprins heeft, in het labo, bamboe die totnogtoe alleen wortel schoot in natte, Aziatische bodem, via selektie van klonen omgevormd tot specimen die optimale oogst garanderen in de dorre streken van Noord-Transvaal. “Het waterverbruik van de klonen voor Noord-Transvaal ligt lager dan dat van eenmaïsveld. Je moet er voor zorgen dat de bamboe net dan water nodig heeft en dat is wanneer de scheuten beginnen te schieten op het ogenblik dat het water in gutsen naar beneden valt, ” lacht Oprins geheimzinnig.

Oprins kan daar blijkbaar voor zorgen en ook dat maakt dat de regering van Noord-Transvaal de Vlaamse bamboe ziet zitten.

JOINT VENTURE.

Rest nog één enkele vraag : welke steenarme Noordtransvaalse boer kan zich straks een stuk grond kopen om bamboe te planten. Antwoord : geen enkele boer hoeft dat te doen. De regering koopt momenteel, op aanraden van Oprins, braakliggende gronden en berghellingen op. Arme boeren kunnen die gronden, verdeeld in percelen van 2 tot 5 hektare, gratis pachten ; de klimplantjes van Oprins krijgen ze er van diezelfde regering, ook al gratis, bovenop.

Binnen drie jaar, in 1998, moet er voor de eerste maal geoogst kunnen worden. Maar, laat dat duidelijk zijn, één en ander kan onmogelijk zonder de steun van Oprins Plant. Of juister : het Zuidafrikaanse Europlant Ltd, een joint venture tussen Oprins Plant, haar exportmanager Rik Ruiters en diens echtgenote.

Verduidelijkt Ruiters : “Voor dit projekt leveren we, via de regering, klimplantjes én know-how aan arme boeren. We zullen hen leren hoe ze de planten moeten “vertroetelen” en oogsten. Hier in Rijkevorsel worden binnenkort ingenieurs van ginder opgeleid ; van hier trekken straks begeleiders naar ginder. Via Europlant gaan we de bamboe aan partikulieren aan de man brengen ; in heel Zuid-Afrika. Tegelijkertijd gaan we ook zelf op zoek naar industriëlen die de bamboe willen verwerken. “

Ook in Rijkevorsel worden de gevolgen van het Zuidafrikaanse projekt straks voelbaar : er komen jobs bij, minstens vijf, misschien wel tien.

Lacht Oprins : “Ginder begint het plantseizoen als het hier rustig is. Dankzij het projekt in Noord-Transvaal kunnen we ook hier in Rijkevorsel het hele jaar door aktief zijn. ” Zestien uur per dag ?

RON HERMANS

JAN OPRINS (OPRINS PLANT) Absolute wereldtop als kwekers van bamboe in vitro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content