“Financiering van LDC’s moest geheim blijven”

De ontdekking van de 25 miljoen euro aan waardepapieren bij Dexia werpt een nieuw licht op de financiering van de Language Development Companies, die het einde betekenden van Lernout & Hauspie.

Advocaat Christian Van Buggenhout, die voor het advieskantoor Deminor de minderheidsaandeelhouders van Lernout & Hauspie ( L&H) bijstaat, is blij met het spaarpotje van 25 miljoen euro aan waardepapieren dat het gerecht vorige week in beslag nam bij een Nederlands Dexia-filiaal. “Zo zien de investeerders misschien toch nog iets van hun geld terug,” zegt hij.

Van Buggenhout vindt het vreemd dat Jo Lernout en Pol Hauspie een borgstelling leverden voor de kredietverlening van Artesia (ex- Paribas, nu onder de Dexia-koepel) aan de Language Development Companies (LDC’s), die de extra omzet van L&H creëerden. Die borg zou zijn gegeven via een anonieme credit swap met als basis deze waardepapieren, anno 1998 en 1999. “Alles wijst erop dat het de uitdrukkelijke bedoeling was de financiering van de LDC’s geheim te houden voor de beursautoriteiten,” aldus Van Buggenhout. “En dat mag niet.”

Het gerecht zal uitzoeken of Dexia actief betrokken was bij fraude – wat de bank uitdrukkelijk ontkent – of dat het hier een wel erg creatieve manier van bankieren betreft. In elk geval ontsproten de technieken uit het brein van Geert Dauwe, toen lid van het directiecomité van Artesia/Paribas en in de jaren negentig nauw betrokken bij de opgang van L&H als directeur van Paribas West-Vlaanderen.

Creatieve financiering was Geert Dauwe ook in andere dossiers toevertrouwd. Eind 1999 was Paul Hauspie voorzitter van de informaticaholding Offon, een vehikel dat beursrijp werd gemaakt. Dauwe woonde de vergaderingen van de raad van bestuur bij. In het filiaal Compuvision Partners had Offon een belangrijk verlies, terwijl het filiaal DV8 Computer Solutions winst boekte. Offon leende daarop van Artesia 3,72 miljoen euro om het kapitaal van DV8 met 3,72 miljoen euro te verhogen. Met dat verse geld kocht DV8 het handelsfonds van Compuvision Partners, dat door bedrijfsrevisor KPMG in een verslag op 3,72 miljoen euro werd gewaardeerd. Compuvision Partners keerde de winst op de transactie vervolgens als een interimdividend van 3,64 miljoen euro uit aan Offon, dat op die manier zijn lening aan Artesia onmiddellijk kon terugbetalen. De enige verliezer was de fiscus.

Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content