FIETSEN IN DE PROVINCIE

Fietstoerisme in Limburg? Goed voor een kmo met vijftig werknemers en een omzet van 165 miljoen frank, berekende het Limburgs Universitair Centrum.

Fietstoerisme heeft werkelijk een economische impact. Dat berekende Kris Bemong, kersvers licentiaat TEW aan het Limburgs Universitair Centrum ( LUC). “De kwaliteit van het fietsroutenetwerk in Limburg is goed. Maar de privé-sector kan nog veel meer inspelen op het toerisme. Vooral dagtoeristen maken gebruik van de fietspaden, maar zij overnachten niet in Limburg. De hotels spelen daar trouwens veel te weinig op in.”

Kris Bemong onderzocht de economische impact van het fietsroutenetwerk Kempen en Maasland. Dit doorkruist een dozijn Noordoost-Limburgse gemeenten, waaronder Genk, Maaseik, Opglabbeek en Peer. Het fietsroutenetwerk kwam er onder impuls van de vzw Regionaal Landschap Kempen en Maasland, die na de sluiting van de Limburgse mijnen de streek een nieuwe dynamiek moest geven. In 1995 werd het fietsroutenetwerk geopend, goed voor 608 kilometer rijplezier, waarvan 200 kilometer autovrij. “Jaarlijks maken 600.000 fietsers gebruik van het fietsroutenetwerk,” telt Kris Bemong. “Ze genereren samen een omzet van 165 miljoen frank.”

“De kwaliteit is goed. Dat blijkt uit de duidelijke bordjes, het natuurschoon van de omgeving, en de goede en veilige fietspaden.” Bemong verzamelde deze gegevens uit de bevraging van 163 gebruikers. Ook eigen ondervinding dient als waardemeter, want de licentiaat TEW beoefende vijf jaar lang competitiesport.

Ondanks de positieve beoordeling, kent het fietsroutenetwerk in Kempen en Maasland ook zwakke punten. Kris Bemong ijvert voor de uitbouw van fietscentra, naar het voorbeeld van het Nederlandse Veluwe. Een fietscentrum omvat onder meer een fietscafé, een informatie- en verkoopbalie met toeristische en specifieke fietsinformatie, een fietsverhuur met voldoende omvang, en een opfrisruimte. Vijf van dergelijke centra op het huidige fietsroutenetwerk zijn volgens Bemong voldoende. De vzw Regionaal Landschap Kempen en Maasland wil dergelijke centra voor de helft subsidiëren, voor een maximaal bedrag van 1 miljoen frank. “Informatie over de streek en de bezienswaardigheden wordt in het huidige fietsroutenetwerk nog te veel verwaarloosd. Maar de organisatoren moeten evenmin overdrijven met themaroutes, zoals een kastelenroute. Met allerlei arrangementen ga je de vrijheid van de fietser beperken. Maak het niet te ingewikkeld, want de eenvoud van een fietsroute bepaalt haar succes.”