‘Fevia staat heel dicht bij de bedrijven’

Bart Buysse trok na veertien jaar de deur dicht bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). In oktober vorig jaar werd hij gedelegeerd bestuurder van de vereniging van voedingsbedrijven Fevia. “‘Jij kan dus goed koken?’ kreeg ik het voorbije jaar als eerste vraag. Ik eet en drink uiteraard graag. Maar we moeten jongeren vooral duidelijk maken dat de voedingsnijverheid, de belangrijkste industrie van het land, een hoogtechnologische sector is.”

Voeding in België is tot een zevende duurder dan in de buurlanden. Daarom koopt de Belg steeds meer over de grens.

BART BUYSSE. “Die beweging versnelt zelfs nog. De Belgische consumptie daalde in 2017 met 2,2 procent, vorig jaar zelfs met 5,3 procent. Dat komt onder meer omdat de Belg minder en anders consumeert. Maar vooral de grensaankopen nemen toe. Een op de drie Belgen koopt gemiddeld negen keer per jaar over de grens. Mensen laden hun koffers vol met identiek dezelfde producten als in België. Allerlei taksen, zoals de gezondheidstaks, helpen dus niet. Ze hebben geen ontradend effect. De Belg koopt zijn producten gewoon in het buitenland.”

Toch is de voedingsnijverheid een groeisector. Vorig jaar kwamen er 2000 banen bij.

BUYSSE. “Fevia staat voor 93.000 rechtstreekse en 173.000 indirecte banen. Elke dag worden 1500 openstaande functies niet ingevuld. En dat zijn heel diverse profielen: van bakkers en slagers, over productiearbeiders, tot ingenieurs en onderzoekers.”

Een technisch geschoolde jongere gaat weliswaar liever bij een autoproducent aan de slag dan in een voedingsbedrijf.

BUYSSE. “We hebben inderdaad een imagoprobleem. We worden niet altijd als hoogtechnologisch gezien. Wie in de voedingssector werkt, zou een bijzondere affiniteit met koken hebben. Dat mag, maar voeding is een hoogtechnologische sector. Er is enorm geïnvesteerd in automatisering en digitalisering. En dat kost dus geen banen. De mensen en de machines werken in onze sector heel goed samen.”

Bovendien is voeding een heel internationale sector.

BUYSSE. “Export is onze groeimotor. Van de 51,8 miljard euro omzet in 2018, werd 27,6 miljard euro geëxporteerd. De belangrijkste vier landen blijven onze buurlanden Frankrijk, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Maar vooral de verre export, goed voor een vijfde, boomt. In 2018 betekende China 226 miljoen euro omzet. Bij de handelsmissie naar China half november kwam een kwart van de bedrijven uit onze sector. Met buitenlandse contacten spreken over Belgische voeding is nog altijd een mooi visitekaartje. Onze voeding staat internationaal hoog aangeschreven.”

Wat is het grote verschil met uw vorige functie bij het VBO?

BUYSSE. “Aan een buitenstaander uitleggen wat ik bij het VBO deed, was niet altijd zo gemakkelijk. Ik was directeur-generaal met als specialisaties de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid en het sociaal overleg. Bij Fevia gaat alles om voeding. Mijn rol is ook veel breder. Ik stuur als gedelegeerd bestuurder een team en bepaal de strategie. Thema’s zijn onder meer duurzaamheid, export, voedingsbeleid en -veiligheid. Fevia staat ook veel dichter bij zijn bedrijven. Fevia heeft enkele heel grote spelers, maar 96 procent van onze 4300 bedrijven zijn kmo’s.”