Dit zijn de meest gestelde vragen over opties:

1. Zijn opties gevaarlijk ?

Opties houden niet het minste risico in indien u ze als een goede huisvader gebruikt. Het risico is de belegger zelf, die vaak het slachtoffer wordt van zijn gebrek aan aandacht, onwetendheid, lichtzinnigheid, nalatigheid, speelzucht of hebzucht.

2. Door wie wordt een optie gecreëerd ?

De beurs legt de voorwaarden voor transacties vast: ze kiest de onderliggende waarde, bepaalt de uitoefenprijzen en looptijden. Omdat de optie een contract is, zijn het de koper en verkoper samen die de optie creëren. In de praktijk stapt een individuele belegger naar zijn makelaar die, door het aankooporder door te geven, de belangstelling wekt van een optieschrijver of een professioneel die als tegenpartij wil optreden.

3. Hoe kies ik een optie ?

De waarde van een optie hangt in eerste instantie van de evolutie van de onderliggende waarde af. Die moet u dus eerst bestuderen. Denk logisch na: wie zal redelijkerwijze een put kopen op een aandeel dat een stijgende trend vertoont ? Vervolgens kiest u de uitoefenprijs in functie van de toekomstige volatiliteit van het aandeel en de looptijd in functie van de voorziene timing. Omdat de timing bijzonder moeilijk te bepalen is, kiest u best een optie met een wat langere looptijd.

4. Wanneer moet ik een positie liquideren ?

In principe wanneer het doel bereikt is en in de praktijk zo vlug mogelijk. Een gekochte optie kunt u vergelijken met een aangestoken lucifer die u tussen uw vingers houdt. Voor de terugkoop van een geschreven optie dringt de tijd minder, op voorwaarde dat ze out of the money blijft. Heeft u echter tegen 10 euro (EUR) een optie geschreven waarvan de koers nog 1 EUR bedraagt, dan koopt u die optie best terug, om de gevolgen van een trendwijziging te vermijden.

5. Wat gebeurt er bij een splitsing van het aandeel ?

Indien een aandeel met een koers van 100 EUR in 2 wordt gesplitst, wordt de koers 50 EUR. Voor de houder van een optie heeft dat geen gevolgen, want de optie 100 zal door twee opties 50 worden vervangen. Algemeen kunnen we stellen dat de uitoefenprijs en het aantal van de opties zo worden aangepast dat de belegger daardoor niet benadeeld wordt.

6. Wat gebeurt er bij de onthechting van een coupon ?

Opties tellen voor de uitkering van het dividend niet mee. Daarom zal de koers van een call dalen, terwijl die van een put stijgt. Omdat de onthechting van een coupon gewoonlijk te voorzien is, zien we dat optiekoersen zich vooraf en beetje bij beetje aanpassen. Daarom zijn de koersschommelingen op de ex-coupondatum zelf gewoonlijk klein. Indien alle andere factoren onveranderd blijven, uiteraard.

7. Wat moet ik doen als ik vaststel dat in een optieserie nog niet werd gehandeld ?

U kunt probleemloos kopen en verkopen. De optiebeurs voorziet dat professionelen, market makers, permanent als tegenpartij moeten optreden. Ze leven van het verschil tussen de aan- en verkoopkoersen. In vergelijking met een ideale gemiddelde koers kopen ze goedkoper en verkopen ze duurder. Ze zijn wel verplicht om permanent een bid & ask-vork te afficheren, waarbij het verschil soms groot is.

8. Wat gebeurt er op de vervaldag ?

Indien de optie niet verkocht werd en in at of out of the money is, loopt ze waardeloos af. Is de optie in the money, dan heeft ze intrinsieke waarde: het positieve verschil tussen de koers van de onderliggende waarde en de uitoefenprijs voor een call. Is die waarde klein (minder dan 2 of 3 %), dan zal ze verloren gaan indien de houder van de optie niet om de uitoefening vraagt. Sommige optiebeurzen gaan echter automatisch tot uitoefening over en dat is niet altijd voordelig. De optiehouder moet de onderliggende aandelen dan kopen om ze dadelijk weer te verkopen. Dat houdt een risico in. Optieschrijvers moeten zich geen illusies maken: geschreven opties worden altijd uitgeoefend, zelfs als ze maar lichtjes in the money zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content