Exporteurs staan er het best voor

De impact van de Europese bezuinigingsplannen op de verschillende economische sectoren zal uiteraard niet overal even groot zijn.

Zo zullen de exporteurs minder hard worden getroffen. Het gaat dan wel om bedrijven die exporteren naar landen buiten Europa en die dus minder zullen lijden onder de koopkrachtdaling van de Europeanen. Die bedrijven zullen weliswaar net als alle andere Europese bedrijven het hoofd moeten bieden aan de fiscale gevolgen van de bezuinigingsplannen, maar dankzij de daling van de euro ten opzichte van de belangrijkste munten kunnen ze profiteren van de verbetering van hun concurrentievermogen.

“Veel Europese bedrijven die noteren op de Europese beurzen, zijn in feite geen lokale bedrijven meer. Vele kunnen worden beschouwd als wereldwijd opererende bedrijven. Als ze intelligente strategische keuzes hebben gemaakt, zijn ze blootgesteld aan sterk groeiende zones. Voor hen is de zwakke euro een goede zaak, omdat hun concurrentievermogen erop vooruit gaat”, vertelt Philippe Brugere-Trelat, die vooral de aandelen van grote internationale bedrijven weet te waarderen.

Voor wat de in Europa genoteerde aandelen van bedrijven met een wereldwijde dimensie betreft, geeft de specialist van Franklin Templeton de voorkeur aan de Duitse bedrijven Siemens en Daimler en aan het Franse Schneider Electric. “Die bedrijven hebben hun prognoses voor dit jaar gemaakt op basis van een veel hogere eurokoers dan die van vandaag. Hun resultaten voor het derde kwartaal zullen dan ook aangename verrassingen opleveren”, preciseert hij, niet zonder de kwaliteit van de vermelde bedrijven te onderstrepen.

Er zijn echter ook opportuniteiten buiten de exportsector. “Er zijn koopjes te doen in alle sectoren. Het doel is bepalen hoe Europees een bedrijf is, want momenteel is het niet goed om te Europees te zijn”, aldus de specialist op het gebied van Europese aandelen van Franklin Templeton.

Een sector die hem ook wel kan bekoren, is die van de utilities. “Die sector is op dit ogenblik zeer zeker een van de goedkoopste. Hij is de laatste tijd enorm geëvo-lueerd: de schulden zijn afgebouwd, de cashflow is verbeterd, verwante activiteiten zijn verkocht en de kapitaalinvesteringen zijn verlaagd. In de toekomst kan de sector het alleen maar beter doen. We moeten geduld oefenen, maar met een gemiddeld jaarlijks dividend van 6 % is dat niet zo moeilijk. ”

De consumptiesector, in het bijzonder die van voeding, dranken en tabak, blijft volgens Philippe Brugere-Trelat een basiswaarde voor de portefeuille. Zijn defensieve kenmerken, royale dividenden en lage waarderingen maken van de sector een must in die periode van onzekerheid op de beurs waarin de volatiliteit hoge toppen scheert. In die sector gaat de voorkeur van de specialist van Franklin Templeton naar Danone, Nestlé, British American Tobacco, Imperial Tobacco en Pernod Ricard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content