Export voor alleman

Je hoeft geen mijnbouwer of baggeraar te zijn om je exportrisico’s te verzekeren bij Credendo Group. Met een nieuwe naam wil de vroegere Nationale Delcrederedienst zich een toegankelijke speler tonen. De focus blijft op verre export. “Onze klanten zijn bereid daar de juiste prijs voor te betalen.”

Een naam als Nationale Delcrederedienst doet nog te veel ondernemers denken aan pluchen zetels en megacontracten, vond de kredietverzekeraar. Credendo Group klinkt al veel laagdrempeliger, maar een naamsverandering is niet meer dan een begin, beseft CEO Dirk Terweduwe. “Laatst kreeg ik een telefoontje van het kabinet van een minister, met de vraag of we tijd konden vrijmaken voor de bedrijfsleider van een kmo. De brave man dacht dat je contacten op het hoogste niveau moest hebben om bij ons bediend te worden. Terwijl een gewoon telefoontje met onze diensten echt wel voldoende is.”

Kmo’s vinden nog onvoldoende de weg naar Credendo Group. De bulk van de premieontvangsten komt van Delcredere, het onderdeel dat de risico’s verzekert van grote projecten in exotische landen, een nieuwe fabriek in Ghana of Bangladesh bijvoorbeeld. De financieringstermijnen lopen op tot tien, twintig of zelfs dertig jaar.

Langlopende dekkingen in onzekere landen is een marktsegment waar commerciële kredietverzekeraars wegblijven. Delcredere werkt met staatsgarantie, en is juridisch gesproken een overheidsbedrijf. Het is ook de kern van Credendo Group, goed voor 213 van de 380 miljoen euro aan premieontvangsten vorig jaar, en 21 van de 34 miljard euro aan uitstaande risicodekkingen.

Toegevoegde waarde

De groep heeft nog vijf andere merknamen. Technisch zijn ze allemaal dochterbedrijven van Delcredere, maar ze opereren op markten met concurrentie van privéspelers. Drie van de vijf — Credimundi, Kupeg en INGO-ONDD — verzekeren wereldwijde transacties met betalingstermijnen tot twee jaar. In de praktijk gaat het meestal om gewone goederenuitvoer, met betalingsuitstel tot 180 dagen.

Het drietal telt al meer kmo’s onder zijn klanten dan Delcredere, en is geografisch meer gespreid. Credimundi heeft vestigingen in Brussel, Londen, Parijs, Wiesbaden en Milaan, en neemt de West-Europese klanten voor zijn rekening. Kupeg rekruteert vanuit Praag en Bratislava klanten in Centraal-Europa, en INGO-ONDD dekt vanuit Moskou de vroegere Sovjet-Unie.

Op deze kortetermijnmarkt is Credendo Group het Europese nummer vier, na het Duitse Euler Hermes, het Spaanse Atradius en het Franse Coface. “Zij verzekeren vooral intra-Europese transacties, bijvoorbeeld een Frans bedrijf dat levert aan een Spaanse klant”, zegt Terweduwe. “Dat soort transacties zijn voor ons een complementaire dekking. Wij dekken vooral risico’s buiten Europa, goederenexport naar Afrika bijvoorbeeld. Dat is onze historische troef. De verzekering van intra-Europese transacties is redelijk gestandaardiseerd en dus gemakkelijker werk. Het volstaat de boekhouding en het betalingsgedrag van de debiteur te checken, cijfers die in Europa gemakkelijk te vinden zijn. Het vraagt veel meer moeite om dezelfde cijfers te vinden en te analyseren voor pakweg een Keniaanse debiteur. Onze klanten zijn bereid daar de juiste prijs voor te betalen.”

Die focus op hogere toegevoegde waarde legde geen windeieren. Sinds zijn oprichting in 2004 gingen de premie-inkomsten van Credimundi van 34 miljoen euro naar 97 miljoen euro in 2012, of bijna een verdrievoudiging. Dat zorgt voor zenuwachtigheid bij de drie grote concurrenten. Coface diende een klacht in bij de Europese Commissie wegens onterechte staatssteun voor Credimundi. “Wij spelen de rol van de uitdager op de markt”, zegt Terweduwe. “Als de grote drie denken dat ze ons pijn kunnen doen, proberen ze dat ook. Credimundi is een volle dochter van het overheidsbedrijf Delcredere, maar de rekeningen zijn gescheiden. De Commissie kon niks vinden dat wees op concurrentievervalsing via een link met Delcredere.”

De Commissie achtte enkel het kapitaal van Credimundi te hoog. “Delcredere, de overheid dus, had Credimundi bij zijn oprichting in 2004 een kapitaal van 150 miljoen euro toegestopt”, zegt Terweduwe. “Op basis van de toen verwachte rendementen zou een privéspeler nooit zo’n hoog bedrag geïnvesteerd hebben, oordeelde de Commissie. Zij besliste in maart dat Credimundi 36,6 miljoen euro plus intresten moest terugbetalen aan Delcredere, wat intussen gebeurd is. We spreken over 2013. Het meest frustrerende is dat het onderzoek Credimundi beschouwde als een bedrijf dat moet leven van overheidsgeld, terwijl de zaken liepen als een trein.”

Dividenden

De twee resterende dochters van Delcredere zijn Garant en TCRe. “Garant is gevestigd in Wenen en focust op eenmalige contracten met krediettermijnen van vijf tot zeven jaar”, zegt Terweduwe. “Dat lijkt op Delcredere. Maar met zijn staatsgarantie moet Delcredere de belangen van de Belgische exporteurs en economie dienen. Privéspeler Garant kan een Duitse exporteur afdekken die een machine levert aan Algerije. TCRe in Brussel ten slotte levert zogenoemde excess of loss-dekkingen aan bedrijven die normaal geen kredietverzekering nemen, maar bij enkele van hun klanten een zeer grote vordering hebben. Niet-betaling zou het voortbestaan van het bedrijf bedreigen.”

Wat brengt de toekomst? Terweduwe prijst zich gelukkig dat hij geen beroep moet doen op overheidsgeld, noch dividenden moet betalen aan de overheid. Winsten houdt hij in als reserve, om nog meer exportrisico’s te kunnen dekken. Het geconsolideerd eigen vermogen van Credendo Group is in de crisisperiode 2008-2012 gestegen van 1,63 tot 1,75 miljard euro. Al was het pad hobbelig. Winst en verlies wisselden elkaar de voorbije vijf jaar af. Terweduwe: “Onze specialisatie in verre export bezorgt ons een stevige groei, keerzijde is de volatiliteit.”

Het neemt niet weg dat Credendo Group graag aanwezig zou zijn in Brazilië en Turkije, via lokale partners. “We bedienen vandaag al het Midden-Oosten vanuit Dubai. Ook Singapore staat op onze wenslijst. Alle multinationals actief in Azië hebben daar een bruggenhoofd.”

De aard van dekking blijft als vanouds. Credendo Group dekt zowel het commerciële risico, zoals niet-betaling door klanten, als het politieke risico, zoals oorlogen, nationalisaties of deviezenschaarste. “Vergeet niet dat wij ook de bank dekken die de transactie financiert”, zegt Terweduwe. “Zonder ons zou er niet veel exportfinanciering op verre markten overblijven in België.”

JOZEF VANGELDER, FOTOGRAFIE DEBBY TERMONIA

“Wij dekken vooral risico’s buiten Europa, goederenexport naar Afrika bijvoorbeeld. Dat is onze historische troef” Dirk Terweduwe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content