EUROPESE SPAARRICHTLIJN: WAT ZIJN DE KNELPUNTEN?

De Europese spaarrichtlijn is dan wel een feit, volgens gewezen minister van Financiën Paul Hatry blijven er nog enkele knelpunten bestaan.

1. Onderlinge belastingverschillen. Vanaf 1 januari 2011 ontstaat er een technisch probleem, wanneer de niet-ingezetenen in ons land een niet-vrijgestelde roerende voorheffing van 35 % op de inkomsten van hun spaargeld zullen moeten betalen. “Het verschil met onze liberatoire belasting van 15 % is dan zó groot dat ik vrees dat de beleggers onderling overeenkomsten zullen afsluiten, waarbij Belgen tegen een vergoeding obligaties van buitenlanders in ons land zullen innen,” aldus Hatry. “Het gevaar bestaat zelfs dat de financiële instellingen – zoals nu al met de beroemde couponnetjestrein naar Luxemburg gebeurt – daarvoor speciale systemen zullen opzetten.”

2. Technische problemen. Paul Hatry vraagt zich af of de betrokken administraties technisch wel in staat zijn om de fiscale gegevens vanaf 2005 uit te wisselen. “Zelfs Groot-Brittannië, de ferventste voorstander van de informatieplicht, heeft al laten weten dat het niet in staat zal zijn om aan de andere landen informatie door te geven over bijvoorbeeld de BTW,” aldus de ex-minister. “Wat moeten we dan denken van de tien landen die op 1 mei 2004 bij de Unie komen, nog vóór het systeem in werking treedt?”

3. Achterpoortjes. Bovendien blijven er nog tal van ont-wijkingsmogelijkheden bestaan. “De spaarrichtlijn treft alleen fysieke personen, geen vennootschappen of trusts. Ook sicavs die voor meer dan 60 % in aandelen beleggen, blijven buiten schot. Hetzelfde geldt voor verzekeringsproducten ( nvdr – zoals Tak 23) en waardepapieren die vóór 1 maart 2001 werden uitgegeven,” aldus Hatry.

4. VS ligt dwars. Daarnaast kunnen de bilaterale ge-sprekken met de Verenigde Staten nog roet in het eten gooien. Hatry: “Aangezien de regering- Bush van geen algemeen akkoord met de Europese Commissie wil weten, onderhandelt ze nu met elke lidstaat afzonderlijk over maatregelen om kapitaalvlucht naar de VS te vermijden. Toen de Amerikaanse fiscus informatie vroeg over staatsburgers die in Europa bankierden, onderhandelde ze rechtstreeks met de nationale beroepsverenigingen van banken afzonderlijk. Financiële instellingen die niet wilden meewerken, dreigden hun licentie in de VS te verliezen. Nu Europa informatie vraagt aan de VS, knopen onze Amerikaanse vrienden bilaterale gesprekken aan op regeringsvlak met elke EU-lidstaat afzonderlijk. Dat is niet efficiënt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content