“Europese inflatiepolitiek zit helemaal fout”

Paul De Grauwe is dan wel kandidaat voor het directeurschap van de Europese Centrale Bank, hij neemt geen blad voor de mond. De Leuvense hoogleraar verwijst de huidige ECB-top resoluut naar de tweede zittijd. Ook recente uitspraken van Serge Kubla en Jaak Gabriëls vindt hij maar niets.

Hoogleraar Economie aan de KU Leuven en VLD-senator Paul De Grauwe staat dezer dagen op scherp. “Ik besef ten volle dat de beslissing van Arcelor om de Luikse hoogoven te stoppen dramatische gevolgen heeft. Maar de reactie van de Waalse minister van Economie Serge Kubla ( MR) slaat nergens op. De staalindustrie heeft hier geen enkele toekomst meer, evenmin als de automobielindustrie. Daar kan toch geen zinnig mens aan twijfelen.”

Volgens de VLD-senator reageerden zowel Kubla als zijn Vlaamse tegenhanger Jaak Gabriëls (VLD) oubollig en defensief. “Hopelijk komt er nu geen struisvogelpolitiek met open en verdoken subsidies voor staal- en automobielbedrijven. We hebben het allemaal al eens meegemaakt en weten dat het tot niets leidt.”

Maar niet alleen de actualiteit in België zit hem dwars. Een internationale rondvraag leerde Trends dat Paul De Grauwe vrij algemeen een prima keuze wordt gevonden als mogelijke opvolger van de Finse Sirkka Hämäläinen, die op 31 mei 2003 afscheid neemt van het directiecomité van de Europese Centrale Bank ( ECB). “Ik schat mijn kansen niet zo hoog in, zeker als ze het belangrijk vinden om minstens één vrouw in het directiecomité te hebben,” relativeert De Grauwe. Aangezien België zeker in aanmerking komt om de opvolger van de Finse te leveren, valt dan ook geregeld de naam van Marcia De Wachter, huidig vice-gouverneur van de Nationale Bank van België ( NBB). De Wachter maakt echter alleen kans als premier Guy Verhofstadt (VLD) het nodig vindt om zijn kabinetschef Luc Coene te belonen voor zijn jarenlange trouwe dienst. NBB-oudgediende Coene kan dan immers doorschuiven naar de stoel van De Wachter binnen de Nationale Bank. Internationaal geniet de Oostenrijkse Gertrude Tumpel-Gugerell echter meer aanzien dan De Wachter.

ECB heeft credibiliteitsprobleem

Wat Paul De Grauwe in de race naar een ECB-directiezitje zeker niet helpt, is het feit dat hij al maandenlang het ECB-beleid van de voorbije twee jaar ongezouten op de korrel neemt. Ernst Weltke, de huidige voorzitter van de Duitse Bundesbank, noemde de Leuvense hoogleraar enkele maanden geleden nog onaanvaardbaar als ECB-directeur. Toch neemt De Grauwe geen gas terug.

“Economisch gezien heeft de eurozone op de allereerste plaats een probleem met de vraag. De ECB verschuilt zich voortdurend achter het uitblijven van structurele maatregelen, bijvoorbeeld qua flexibiliteit op de arbeidsmarkt,” aldus De Grauwe. “Er moet op dat vlak inderdaad nog een hele weg afgelegd worden, maar wat ze al hebben gerealiseerd, vegen de eurolanden te veel in de vergeethoek. Kijk maar naar de vertraging van de aangroei van de productiviteit. Dat is het gevolg van de creatie van extra werkgelegenheid en meer flexibiliteit. Met het oog op de verbetering van de marktwerking is die productiviteitsevolutie dan ook goed nieuws. Landen als Finland, Denemarken, Nederland en ook Frankrijk en België namen toch al een reeks positieve maatregelen. Alleen Duitsland blijft hopeloos achter. Maar voor de ECB mag dat geen bezwaar zijn om resoluut haar verantwoordelijkheid te nemen en de vraag te stimuleren met verdere rentedalingen. Van de huidige basisrente van 2,75% zou zeker nog 1 procentpunt af mogen.”

De Grauwe onderschrijft onmiddellijk de stelling dat de ECB compleet fout zit door als beleidsdoelstelling een inflatiegraad lager dan 2% te hanteren. “De ECB heeft sinds haar ontstaan die doelstelling nog nooit gehaald, en kampt daardoor steeds meer met een credibiliteitsprobleem. Dat is des te erger aangezien de bank met die doelstelling compleet fout zit. Niet alleen ligt dat cijfer van 2% te laag, de overheden hadden de doelstelling ook nooit in termen van een maximale inflatie mogen vastleggen. Wat is er nu fout aan een inflatie van 2,5% of 3%? De Amerikaanse centrale bank, de Fed, voert een veel verstandiger beleid met flexibele doelstellingen.”

Toezicht op financiële sector

Heel opvallend in deze context was de recente uitlating van Otmar Issing, een huidig ECB-directielid. Hij noemde een inflatie die systematisch onder de 1% zou blijven ‘een gevaarlijke situatie’. Issing, een havik qua inflatiebestrijding, weegt zwaar door op de beleidsvorming binnen de ECB. De Grauwe: “Issing deed daarmee inderdaad een heel merkwaardige uitspraak, want de logische conclusie van het hele verhaal wordt dan immers dat de ECB moet mikken op een inflatie van 1% à 2%. Dat is een veel te lage en veel te nauwe bandbreedte. Zo’n doelstelling hanteren is vragen om moeilijkheden.”

De VLD-senator erkent dat een flink stuk van de rentedalingen die de ECB doorvoerde, geneutraliseerd werd doordat de financiële instellingen de jongste twee jaren (zeker voor gezinnen en KMO’s) systematisch hogere marges aanrekenden bij hun kredietverlening. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Fed beschikt de ECB over geen enkele bevoegdheid voor het toezicht op die financiële sector. “We moeten hier genuanceerd over nadenken. Gezien het bestaan van de eurozone kan het niet dat het toezicht op de financiële sector een nationale materie zou blijven. Maar ik vind niet dat de ECB per se een rol moet krijgen in dat prudentieel toezicht. Kijk naar de situatie in het Verenigd Koninkrijk. Daar hebben ze onlangs deze toezichtfunctie net weggehaald bij de Bank of England. Ik ben er veeleer voorstander van om op euroniveau een nieuw organisme in het leven te roepen om dat prudentieel toezicht uit te oefenen.”

Johan Van Overtveldt [{ssquf}]

“De ECB moet haar verantwoordelijkheid nemen en de vraag stimuleren met nog meer rentedalingen.”

“De staalindustrie heeft hier geen enkele toekomst meer, evenmin als de automobielindustrie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content