Europese controle op de jaarrekening verandert weinig in België

Begin juli buigen de Europese ministers van Financiën zich over de controle op de jaarrekening. In 2006 wordt de achtste richtlijn van kracht. Maar België voldoet nu al aan de normen.

Dinsdag 21 juni 2005 keurde de juridische commissie van het Europees parlement een aantal amendementen op het ontwerp van Europese richtlijn over de wettelijke controle van de jaarrekening goed. Zo zullen beursgenoteerde ondernemingen, verzekeraars en banken geen auditcomité hoeven op te richten. Nochtans pleitte de voormalige Europese Commissaris Frits Bolkestein voor dergelijke buffer tussen accountant en management. Die verplichting wordt nu afgeschaft. De oprichting van een gelijkaardige instantie volstaat.

“In tegenstelling tot bepaalde berichten in de internationale pers, blijft de Europese Commissie echter voorstander van een auditcomité,” zegt André Kilesse, voorzitter van het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR). “Alles zal afhangen van welke definitie de lidstaten zullen hanteren. Zij krijgen nu alle vrijheid om de randvoorwaarden van dit interne controleorgaan in te vullen. Het IBR pleit voor de wettelijke invoering. Die maatregel kan alleen maar de geloofwaardigheid van de onderneming en het bedrijfsrevisoraat ten goede komen. In België staat de term alleen in de code-Lippens, maar dat is een gedragscode – soft law – tot deugdelijk bestuur.”

Toch zal de achtste richtlijn volgens de voorzitter van het IBR weinig of niets veranderen aan het vennootschapsrecht in België: “Wij voldoen al voor meer dan 90 % aan de nieuwe aanbeveling. Zo stelt Europa dat de bedrijfsrevisor onafhankelijk moet zijn. Die deontologische plicht wordt vertaald in de onverenigbaarheid met zeven andere adviestaken (zoals het voeren van de boekhouding of personeelsaanwerving), een afkoelperiode na het beëindigen van het mandaat en de bekendmaking van de vergoedingen. Maar de Belgische wet van 2 augustus 2002 over corporate governance legt die normen al op. Op dit vlak lopen we voorop in de Europese Unie. Hetzelfde geldt voor de verplichte oprichting van een publiek toezichtorgaan. In ons land controleert de Hoge Raad al ruim 20 jaar nauwlettend het bedrijfsrevisoraat, wat SP.A-fractieleider Dirk Van Der Maelen ook moge beweren.”

Nieuw in de achtste richtlijn is dat bedrijfsleiders voortaan een representatiebrief moeten tekenen, waarin ze bevestigen dat al hun gegevens juist en volledig zijn en dat ze geen weet hebben van enige claim tegenover de onderneming. Ook zullen ze jaarlijks met de bedrijfsrevisor een gesprek over interne controle op fraude moeten houden. Kilesse: “Vele KMO’s in ons land zullen dus een psychologische drempel moeten overwinnen. Het behoort niet tot onze cultuur om dergelijke documenten te ondertekenen. Nochtans staat die aansprakelijkheid al in onze vennootschapswet. Zo is de raad van bestuur officieel verantwoordelijk voor het getrouwe beeld van de jaarrekening. Ten slotte voorspel ik problemen met de Parmalat-regel, die de eindverantwoordelijkheid bij de groepsauditor legt. Je kunt toch moeilijk aansprakelijk gesteld worden voor fouten van je buitenlandse collega’s?”

E.P.

“De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het getrouwe beeld van de jaarrekening.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content