Europa wil strengere regels voor verzekeraars

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Woensdag 11 januari boog de Europese verzekeringssector zich over de plannen om nieuwe solvabiliteitsnormen voor de verzekeraars in te voeren. Midden volgend jaar moet de richtlijn goedgekeurd zijn. Wat staat de Belgische verzekeraars te wachten?

De wereld wordt steeds complexer en de mogelijke gevaren nemen exponentieel toe. In de 21ste eeuw overheerst het onveiligheidgevoel: oproer in de getto’s, terroristische aanslagen, natuurrampen en criminaliteit. Perceptie of niet, veel mensen slapen slecht en zoeken soelaas in polissen. De sector bloeit, lijkt het dan. Al is er ook een keerzijde: zeker sinds 11 september 2001 regent het schadeclaims. De uitkeringen stijgen, terwijl de inkomsten dalen als gevolg van een slecht klimaat op de beurs. Gelukkig zijn verzekeringsmaatschappijen van nature voorzichtige ondernemingen. Risicoanalyse is hun vak. Maar soms loopt het mis. Denk maar aan het notabele Lloyds uit Groot-Brittannië, dat een paar jaar geleden aan de rand van de afgrond stond als gevolg van een vloed van catastrofes.

“We zullen een nieuw systeem moeten uitdokteren, dat rekening houdt met alle soorten risico’s.” Ondervoorzitter Michel Flamée, ondervoorzitter van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), beseft dat er nog heel wat werk aan de winkel is. “Tot nu toe kijken de verzekeringsmaatschappijen voornamelijk naar een voldoende provisionering van hun engagementen. Maar ondernemen houdt ook economische risico’s in, zoals fraude en een instorting van de markt. Die gevaren moeten gekwantificeerd worden.”

Maar in een voortdurend veranderende wereld wordt het steeds moeilijker de risico’s – en hun kostprijs – juist in te schatten, zegt Karel Van Hulle, hoofd van de afdeling Verzekeringen en Pensioenen van de Europese Commissie. “Daarom is een goede kapitaalbescherming broodnodig om de toekomst van deze business veilig te stellen.”

Belgische verzekeraars zitten safe

Op het eerste gezicht lijken de geplande Europese normen voor solvabiliteit (Solvency 2) weinig of geen impact op de Belgische verzekeringsmaatschappijen te hebben. Volgens de CBFA voldoet de huidige solvabiliteitsgraad – berekend op basis van omzet en aantal schadegevallen per jaar – van deze bedrijven aan de strengste normen. Vandaag bedraagt de marge van de verzekeraars gemiddeld 254 %, terwijl de Europese Commissie slechts een minimum van 100 % eist. Zelfs bij een gevoelige verhoging van deze drempel, wat in de lijn van de verwachtingen ligt, zitten de Belgische vennootschappen nog veilig.

Maar het nieuwe systeem waar Flamée op zinspeelt, vereist ook een aangepast instrumentarium, dat bij het minste onheil begint knipperlichten uitzendt. Flamée: “De nood aan deze signaalfunctie staat buiten kijf, maar als toezichthouder mag je ook niet te veel bureaucratie opleggen, want dan knijp je de ondernemingen letterlijk en figuurlijk dood. Alle stakeholders hebben recht op transparantie, zodat ze de beste keuze voor hun individuele situatie kunnen maken.”

De mosterd haalt de Europese Commissie gedeeltelijk bij de banksector. Al enkele decennia hebben de Baselakkoorden vat op het leven van de bankiers. Hun eigen vermogen moet groot genoeg zijn om externe klappen op te kunnen vangen. Basel II, dat wellicht in 2007 in werking treedt, legt de financiële instellingen solvabiliteitsregels op die nog nauwkeuriger en verfijnder zijn dan de Basel I-vereisten voor het eigen vermogen.

Vandaag is het de beurt aan de verzekeringen. Op voorstel van de Europese Commissie maken de betrokken partijen – inclusief de bedrijven zelf – gebruik van de resultaten van de werkzaamheden van een werkgroep binnen de International Association of Insurance Supervisors (IAIS), waarin de nieuwe hoekstenen voor een gemeenschappelijke toezichtstructuur worden bestudeerd. De IAIS schreef eind september 2005 een eerste raamwerk uit.

Geen zelfcontrole, wel inspraak

“De uitdagingen zijn groot,” zegt Van Hulle. “In tegenstelling tot banken, die risico’s moeten vermijden, trekken verzekeringsmaatschappijen juist risico’s aan. Dat is de basis van hun bestaan. Daarom moeten zij over een minimum aan eigen vermogen beschikken. De technische provisies vormen een tweede beschermingslaag. Hier rijst echter de vraag of deze voorzieningen geactualiseerd moeten worden en of er naast het eigen vermogen ook in de technische provisies een voorzichtigheidselement moet worden ingebouwd. Elke lidstaat hanteert zijn eigen regels en percentages. Solvency 2 zal nu al deze normen stroomlijnen op Europees vlak. Midden december 2005 begonnen de lidstaten met de gesprekken over de coördinatie van de verschillende verzekeringsrichtlijnen. De Solvency 2-wijzigingen zullen in die gecoördineerde tekst worden ingebouwd.”

De praktische uitwerking van Solvency 2 maakt gebruik van de zogenaamde Lamfalussytechniek. Die komt erop neer dat de Europese Commissie aan de betrokken beroepsorganisaties en publieke controlecomités vraagt om zelf concrete voorstellen in te dienen. Op basis van die suggesties wordt een discussienota opgesteld, die op zijn beurt naar de verschillende partijen terugvloeit, waarna een multidisciplinaire werkgroep een compromis samenvat. Deze tekst gaat dan ter goedkeuring naar het Europees Parlement. Na bekrachtiging door de Europese Raad van Ministers integreren de lidstaten de richtlijn in hun nationale wetgevingen. “Het gaat dus om controle waarvan de verzekeraars zelfs de regels bepalen,” licht Flamée toe. “Zonder medewerking van de actuarissen in de ondernemingen zelf kun je geen goede inschatting van de risico’s maken.”

Angelsaksisch of continentaal model

Want zeker met de komst van vijftien nieuwe lidstaten is een geharmoniseerde aanpak van het toezicht op de financiële sector binnen de Europese Unie noodzakelijk. Flamée: “In tegenstelling tot de andere bedrijfstakken werken verzekeringsmaatschappijen voornamelijk op lange termijn. Dit betekent dat de traditionele controle van de overheid pas na de feiten gebeurt: tijdens het nazicht van de jaarrekeningen. Maar dat is te laat om de desastreuze gevolgen van financiële schandalen te vermijden. Daarom richtte de Europese Commissie twee jaar geleden het CEIOPS (Committee of European Insurance and Occupational Pensions Supervisors) op om de publieke controle op het verzekeringswezen te verbeteren.”

Probleem is echter dat in Europa twee strekkingen verzoend moeten worden. Flamée: “Enerzijds heb je de Angelsaksische aanpak, die de vrije markt laat spelen en vele risico’s toelaat. Anderzijds bestaat er het continentale model, dat nultolerantie nastreeft. In dat geval controleert de overheid zeer streng of het belang van de onwetende consument geen enkel risico loopt. De twee systemen lopen nu naast en door elkaar in de huidige globalisering. Bovendien bieden ze vier verschillende distributiekanalen – filialen, vaste inrichtingen, makelaars en internet – een bonte waaier van financiële producten binnen én over de grenzen heen aan. Dat schept verwarring. In dit kluwen wil de Europese Commissie een gemeenschappelijke lijn trekken, zodat iedereen min of meer dezelfde rechten en plichten krijgt.”

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content