EUROPA KREUNT ONDER INTERN PROTECTIONISME

Europa herverdeelt constant ten voordele van zij die het reeds “maakten”. Dat doodt creativiteit, innovatie en entrepreneurship.

A ls de boutade life begins at 40 klopt, dan dient de Europese Unie alvast werk te gaan maken van een forse inhaalbeweging. Zonder te willen meedoen aan het al te simpele lineaire eurolandpessimisme kan men er inderdaad niet aan voorbij dat 50 jaar na het startschot voor de Europese eenmaking de zaken er niet echt florissant bij liggen. Ondanks de recente opstoot van economische groei en de daaraan gekoppelde terugloop van de werkloosheid, is de ontgoocheling over de realisaties van het Europese Huis groot. Een grote opiniepeiling in opdracht van de Financial Times wees uit dat bijna de helft van de EU-burgers vindt dat hun land er op achteruitboerde sinds het lidmaatschap van de EU. In een interview met De Tijd geeft Jacques Delors, één van dé grote namen uit de EU-geschiedenis, aan “met lede ogen toe te zien hoe zijn Europa van de ene crisis naar de andere sukkelt”.

Europese machine loopt vast. Sommigen schatten het vastlopen van de Europese machine vooral in als een politiek probleem. We nemen de vrijheid om de economische problematiek als zwaarder wegend te evalueren. Opvallend daarbij is dat de beleidsmakers van de meeste lidstaten, inclusief die van ons eigen koninkrijkje, de voorbije periode een merkwaardig vermogen ontwikkelden om van alles en nog wat beleidsmatig in gang te zetten maar daarbij steevast voorbijgingen aan de kern van de zaak. Voor de identificatie van de essentiële problematiek van de meeste EU-economieën moeten we even terug in de tijd.

Na de Tweede Wereldoorlog lagen de Europese economieën op apegapen. Iedereen was ervan doordrongen dat er bijzonder hard gewerkt zou moeten worden om er terug bovenop te geraken. Tegelijkertijd konden we ons wel optrekken aan de steun van de Amerikanen. Hun geavanceerde economische machine deed bovendien dienst als grote voorbeeld. Europa kon aan een inhaalbeweging beginnen. Grootschalige ondernemingen, een actief industrieel overheidsbeleid, vanuit de banken georganiseerde financieringsmechanismen en stabiliteit inzake management en personeelsbezetting behoren tot de succesingrediënten voor een economie bezig aan catching up met de leider, in casu de Verenigde Staten. Zodra de achterstand grotendeels ingehaald, veranderen die succesingrediënten echter grondig van smaak, zeker als het einde van die inhaalbeweging samenvalt met de installatie van de principes van de vrijemarkteconomie in grote delen van de wereld (China, India, Oostblok, …).

Creativiteit, innovatie en entrepreneurship treden dan als hoofdtrekkers van de sociaaleconomische vooruitgang naar voren. Dit nieuwe succestrio gedijt absoluut niet binnen de structuren die Europa in de kwarteeuw na de Tweede Wereldoorlog uit het diepe dal trokken. Meer flexibiliteit op alle niveaus en in alle markten vormt een absoluut noodzakelijke voorwaarde om creativiteit, innovatie en entrepreneurship tot hun recht te laten komen. Het feit dat sommigen heuse woedeaanvallen krijgen bij het aanhoren van die stelling, doet niets af aan de relevantie ervan. Emotionaliteit mag hier niet in de plaats treden van serene analyse.

De omzetting van deze sociaaleconomische noodzakelijkheden in beleidsrealiteit laat in Europa veel te wensen over. Bemoedigend is wel dat in Duitsland – nog altijd veruit de grootste EU-economie – geleidelijk de bakens worden verzet. Het grootste struikelblok om die ommezwaai te realiseren, situeert zich bij wat we durven omschrijven als het interne protectionisme. Zwakkeren en kansarmen moeten worden beschermd. Daarover kan binnen een geciviliseerde maatschappij geen onenigheid bestaan. Heel anders ligt het bij de bescherming van insiders tegen outsiders. De voorbeelden liggen voor het rapen: mensen die een job hebben versus zij die er geen hebben, gevestigde bedrijven en sectoren versus nieuwkomers, universiteitsprofessoren die reeds jaren van subsidiestromen genieten versus jonge, dynamische krachten … Europa herverdeelt constant ten voordele van zij die het reeds “maakten”. Creativiteit, innovatie en entrepreneurship blijven vooral daardoor te vaak dode letter.

Zonder exact de vinger te kunnen leggen op de mechanismen ter zake voelen de meeste burgers aan dat er zoiets als dat intern protectionisme bestaat. Ook de identificatie daarvan met Europa gebeurt veelal intuïtief. Wil Europa de negatieve spiraal doorbreken dan zal het op dit vlak voor revolutionaire doorbraken moeten zorgen.

De column ‘De blik van… ‘ verschijnt wekelijks, met Johan Van Overtveldt en Rudy Aernoudt in een beurtrol.

Johan Van Overtveldt De auteur is algemeen directeur van VKW.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content