‘Europa beweegt zich op het randje’

“Europa moet dringend een compromis vinden over de verdeling van de factuur van zijn schuldencrisis, want de huidige stress is niet houdbaar”, waarschuwen André Sapir en Rudi Vander Vennet. De twee nieuwe topadviseurs moeten Europa helpen om zich niet meer te verbranden aan omvallende bankmastodonten en barstende schuldzeepbellen.

Fase 1, de acute financiële crisis en de dreigende instorting van het financiële systeem, is voorbij. Ook fase 2, de economische fall-out van de financiële hartstilstand in de vorm van de Grote Recessie, ligt achter ons, ook al zijn nog niet alle wonden geheeld. Maar fase 3, de erfenis van de crisis in de vorm van torenhoge overheidsschulden, is nog niet veilig onder een betonnen sarcofaag verstopt. En als fase 3 escaleert, dan dreigt de crisis opnieuw in fase 1 terecht te komen, en deze keer is het bluswater van de overheden nagenoeg op. Europa speelt dus met vuur, want het draalt en drentelt om eens en voor altijd door de Europese schuldenappel te bijten. Die zal zuur smaken, zoveel is duidelijk, maar de appel verder laten rotten, zal op termijn nog veel meer pijn doen.

Maar hoe kan Europa uit deze vicieuze cirkel geraken? Wat deftig advies kan geen kwaad, en de Europese politici huurden met professor André Sapir (ULB en denktank Bruegel) en professor Rudi Vander Vennet (Universiteit Gent en lid van de Hoge Raad voor Financiën), twee Belgische specialisten in.

André Sapir wordt adviseur van de European Systemic Risk Board (ESRB), een nieuwe Europese instelling die preventief zal toezien op de gezondheid van het Europese financiële systeem (zie kader Het nieuwe Europese huis van toezicht). André Sapir: “Ik word vicevoorzitter, en na zestien maanden voorzitter, van het academische adviescomité van de ESRB. De crisis heeft aangetoond dat er een Europese waakhond nodig is die de risico’s van het systeem als geheel in de gaten houdt. De ESRB moet alarm slaan, maar heeft niet de bevoegdheid om actie te ondernemen. Dat laten we over aan de politici. Komt die actie er niet, dan is de politiek wel uitleg verschuldigd waarom ze niets doet.”

Rudi Vander Vennet wordt adviseur van de European Banking Authority (EBA), de nieuwe toezichthouder op de Europese banken, en het koepelorgaan boven de nationale toezichthouders. Rudi Vander Vennet: “De EBA kan een slagvaardige instelling worden, omdat ze richtlijnen kan uitschrijven waaraan de nationale toezichthouders zich moeten houden, ook bij noodingrepen. Een Europese aanpak van de voor het systeem belangrijke banken wordt dan mogelijk. En dat is echt een must.”

ANDRE SAPIR. “Het werk is nog niet af. Een prangende vraag blijft hoe je als overheid op een efficiënte manier omvallende banken kan en moet opkuisen. Er zou een echt Europees resolutiemechanisme moeten komen. Dat debat bestaat eigenlijk al twintig jaar, sinds de invoering van de interne markt. Maar een Europees mechanisme impliceert dat er Europese fondsen nodig zijn om grensoverschrijdende bankfaillissementen ordentelijk af te wikkelen. Die fondsenwerving botst op grote politieke weerstand. In de VS loopt dat vlotter omdat er een Amerikaanse belastingbetaler bestaat. Een integratie van de Europese financiële markten zal dus nooit af zijn zonder een politieke integratie. Uiteindelijk is dat de finale vraag: wie raapt de brokken op en slikt de verliezen door? Europa blijft worstelen met de vraag hoe de kosten verdeeld worden.”

RUDI VANDER VENNET. “Nu draait het land waar het hoofdkantoor gevestigd is op voor de kosten bij een faling van een Europese bank. Dat moet anders. Ook het bestuur en het gedrag van de banken is onvoldoende bijgestuurd. Want intussen zijn er banken die echt wel too big to fail zijn, meer dan ooit. Die banken kunnen enkel nog op het niveau van de G20 aangepakt worden. Je moet kunnen ingrijpen in de aandeelhoudersstructuur en je moet over de instrumenten beschikken om mastodontinstellingen in één weekend te ontmantelen. De overheden moeten op voorhand een schema van lastenverdeling hebben. Want als het mis gaat, dan onderhandel je dat niet op een weekend vertrekkend van scratch. Dan gaat het goed mis, zoals Fortis aantoonde. Maar ik zie ook niet veel vooruitgang op dat front.”

Hoe instabiel is het Europese banksysteem, gegeven de dreigende schuldherschikking in Griekenland, Portugal en Ierland?

SAPIR. “Er is al beterschap, maar we hebben kansen gemist om de banken stabieler te maken. De vorige Europese stresstest van de banken was zo’n gemiste kans. De test op zich was misschien niet eens zo slecht, maar verloor alle geloofwaardigheid toen enkele maanden later een Ierse bank over de kop ging. Ook van de nieuwe stresstest zullen we pas achteraf weten of hij geloofwaardig was. We kunnen de Europese schuldencrisis niet goed beheren als niet eerst de banksector op een gezonde leest wordt geschoeid. Dat betekent dat het kapitaal van de zwakkere banken verhoogd moet worden. De schuldencrisis en de nog kwetsbare toestand van de Europese banksector zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

VANDER VENNET. “We hebben een strenge stresstest nodig die tot actie aanzet. Dat impliceert dat de resultaten geheim zouden moeten blijven, en dat de banken die niet slagen voor de test, gesaneerd worden en extra kapitaalbuffers aanleggen volgens vooraf afgesproken regels. De stresstest die momenteel onder leiding van de EBA wordt uigevoerd, is strenger dan de vorige. Maar de financiële markten zullen deze test pas als geslaagd bestempelen als er ook actie wordt ondernomen.”

Hoe kan Europa zijn schuldencrisis voor eens en altijd oplossen?

VANDER VENNET. “Een schuldherschikking is geen oplossing. Als Griekenland een schuldverlichting tot 50 procent krijgt, dan zijn de banken failliet en dan moeten de overheden weer ingrijpen. Dat is een vicieuze cirkel waar je nooit meer uit geraakt. Breek dus die cirkel. En dat kan alleen door het Europees noodfonds (EFSF) uit te bouwen tot een echt interventiemechanisme, een soort Europees IMF met genoeg financiële slagkracht, om noodlijdende landen te herfinancieren of hun schulden te waarborgen. 500 miljard euro is veel te weinig. Het moet veel meer worden om de speculanten de pas af te snijden. Dat fonds moet ook zelf geld kunnen ophalen, zodat er geen twijfel over bestaat dat het alle landen overeind kan houden, al heb je dan opnieuw die Europese belastingbetaler nodig. Dan stopt de speculatie en dan dalen de rentevoeten in landen als Griekenland tot betaalbare niveaus. Let op: dat is geen cadeau. In ruil voor deze steun moeten die landen tien jaar lang besparen en de lonen matigen. De uitbouw van zo’n Europees IMF is de kwantumsprong die een streep onder de crisis kan trekken. Nu is chaos troef, met de Duitsers die warm en koud blazen. Europa heeft deze crisis over zichzelf afgeroepen door altijd te laat en te weinig te reageren.”

Wordt deze kwantumsprong niet onmogelijk gemaakt door de politieke realiteit? Een groeiende bevolkingsgroep uit de kernlanden wil niet borg staan voor de schulden van de perifere landen. De verkiezingsoverwinning van de ‘Ware Finnen’ is geen geïsoleerd geval in Europa.

VANDER VENNET. “Europa mist de leiders die aan hun keizers en achterban durven uit te leggen dat moeilijke beslissingen nodig zijn met het oog op de lange termijn. We moeten ook de kernlanden met de vinger durven te wijzen. Deze landen, en hun banken, hebben meegeholpen aan de opbouw van de overmatige schuldenlast. Iemand moet de Duitsers zeggen dat hun Landesbanken failliet gaan als Griekenland faalt. Maar Duitsland wil voorlopig die banken niet herkapitaliseren.”

SAPIR. “Er is niet alleen een politiek probleem in de kernlanden met AAA-kredietwaardigheid. In de zwakkere landen is het discours omgekeerd: zij willen niet jarenlang het schuldenjuk dragen om de banken van de sterke landen te redden. De fout ligt ook bij de banken en landen die te veel geleend hebben aan de schuldlanden. Zolang het gaat over ‘de Duitsers’ of ‘de Grieken’, zullen we geen oplossing vinden. Dat kan pas als we het hebben over het eurogebied, en oplossingen bedenken voor het eurogebied. Maar bij elke verkiezing komt het populistisch nationalistische discours naar boven. Toch is er al vooruitgang geboekt. Toen de crisis uitbrak, hadden we in Europa geen enkel interventie-instrument. Er brak brand uit, maar er was geen brandweer. Op politiek vlak is er nu toch de wil om de problemen te boven te komen. Maar opnieuw: we moeten de kosten van de overmatige schuldenlast nog verdelen. We moeten nog een evenwicht vinden tussen solidariteit en verantwoordelijkheid.”

Er wordt intussen wat afgepokerd om de factuur naar elkaar door te schuiven. Die stress op het eurosysteem, die kan toch niet lang meer blijven aanslepen?

VANDER VENNET. “Ja, er wordt een zeer gevaarlijk spelletje gespeeld. We lopen echt op het randje.”

SAPIR. “We hebben veel geluk gehad dat de Europese Centrale Bank (ECB) er was om de meubelen te redden. Met voorzitter Jean-Claude Trichet zat ook de juiste man op de juiste plaats, dankzij zijn ervaring in financieel crisismanagement. De ECB heeft onorthodox moeten handelen, maar ze had geen keuze.”

VANDER VENNET. “Trichet heeft de politici ook verplicht om de banken te herkapitaliseren, door te zeggen dat de liquiditeitssteun die de ECB gaf aan de Europese banken tegen zijn limieten was aangebotst. Toen moesten de politici wel ingrijpen. De ECB is buiten haar rol moeten treden, maar ze mag dat niet te lang doen, of haar legitimiteit kan verloren gaan. Want inderdaad, we lopen op het randje. Je hebt iemand nodig met diepe zakken op korte termijn (de ECB), en iemand met diepe zakken op lange termijn (een Europees IMF) om de crisis goed te beheren. En die twee moeten hun violen op elkaar afstemmen. In de VS is dat gemakkelijker dan in Europa.”

Kunnen landen als Griekenland, Portugal en Ierland opnieuw enig perspectief krijgen zonder schuldherschikking?

SAPIR. “Die landen kampen niet alleen met een grote schuldenlast, maar gaan al van voor de crisis gebukt onder een zwakke competitiviteit. Voor de toetreding tot de euro hadden ze een groeimodel dat gebaseerd was op lage lonen, als compensatie voor hun lage productiviteit. Dankzij de euro zijn hun lonen gestegen, maar ze hebben geen hervormingen gedaan om productiviteit op te voeren. Griekenland en Portugal hebben dus niet alleen een schuldprobleem, maar ook een groeiprobleem. Ze hebben met geleend geld te lang boven hun stand kunnen leven. Ierland heeft alleen dat schuldprobleem, terwijl zijn groeimodel wel gezond is, en niet alleen gebaseerd is op een lage vennootschapbelasting.”

VANDER VENNET. “De marktrente moet snel naar beneden. Want de rente die ondernemingen betalen, is gekoppeld aan de rente die de overheid betaalt. Tegen de huidige rentevoeten kunnen de ondernemingen bijna niet meer investeren, terwijl dat een must om te groeien. Groei is de enige manier om uit het schuldenmoeras te geraken.”

JOHAN VAN OVERTVELDT EN DAAN KILLEMAES

” Als banken moeten inkrimpen, dan moet dat over de hele lijn. Dus geen bonussen meer. Nergens” Rudi Vander Vennet

” We kunnen de Europese schuldencrisis niet goed beheren als niet eerst de banksector op een gezonde leest wordt geschoeid” André Sapir

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content