Europa bestaat eigenlijk niet

De Europese top is achter de rug, maar heeft een muis gebaard. Europa gaat op 2 april eensgezind naar de G20-top in Londen. Inderdaad, als je beslist om niets te doen, dan is het makkelijk eensgezind te zijn. Commissievoorzitter Barroso loopt als een keizer zonder kleren in de Europese optocht (zie ook de cartoon van Karl, blz. 15).

De Europese regeringsleiders vinden een extra herstelplan onnodig. “We hebben al voldoende gedaan”, luidt het. Het gaat daarbij allemaal om nationale plannen waarvan de coherentie niet zo duidelijk is. De EU doet wel een eigen inbreng van 5 miljard euro. Maar zelfs dat bedrag werd ‘gestuurd’ door de grote landen. Duitsland had graag geld voor breedbandinternet en dus krijgt dat project 1 miljard euro. Groot-Brittannië wou geld voor het opslaan van CO2 en dus ging daar 1 miljard euro naartoe. Duitsland haalde ook zijn slag thuis voor de gaspijpleidingen in het zuiden van Europa.

De Fransen lieten op hun beurt de Europese werkgelegenheidstop op 7 mei schrappen. Sarkozy ligt in eigen land onder vuur van de vakbonden en kan een sociale top missen als kiespijn. Er zijn nochtans minstens twee goede inhoudelijke argumenten om die top te schrappen: de overvloed aan toppen en het feit dat de EU eigenlijk weinig of geen zeggenschap heeft over werkgelegenheid. Dat is immers een nationale bevoegdheid. Maar eerst een sociale top beleggen en hem dan weer schrappen is in tijden van economische crisis wel geen goed voorbeeld van hoe je Europa aan het grote publiek ‘verkoopt’.

Eerder slaagde de EU er ook al niet in om een coherent plan uit te werken voor Oost-Europa. Het oorspronkelijke idee van een groot plan voor financiële ondersteuning van Oost-Europa was misschien niet het beste. Daarvoor zijn de verschillen in de regio te groot, gaande van een welvarend Tsjechië tot bijna failliete Baltische staten. Europa schuift de financiële hulp aan Oost-Europa nu door naar het IMF en het pleit voor 500 miljard dollar extra middelen, waarvan het zelf 100 miljard wil aanbrengen.

De VS worden niet gehinderd door dit soort stammen-twisten. Vorige week plaatste de Fed, de Amerikaanse centrale bank, een nieuwe demarche: het opkopen van overheidsobligaties. Dat resulteerde onmiddellijk in een lagere rente, wat de economie vooruithelpt. Een ander effect was een fors goedkopere dollar. Dat kan zware gevolgen voor Europa hebben. Want een zwakke dollar bemoeilijkt de export van Europese bedrijven.

De ECB moet dus ook haar beleid versoepelen. Ze heeft echter veel minder bewegingsruimte. Stel dat de ECB overheidsobligaties wil opkopen. Welke obligaties gaat ze dan kopen? Duitse, Franse of Spaanse? Opnieuw botsen de Europese instellingen op de nationale staten.

Hetzelfde gebeurt in de bankwereld. De Amerikaanse minister van Financiën Timothy Geithner kondigde zondagavond de oprichting van een bad bank aan. Die gaat voor 500 tot 1000 miljard dollar rommelkredieten opkopen. Dat moet onzekerheid wegnemen bij de banken en hen ertoe brengen makkelijker kredieten te verlenen aan bedrijven en particulieren.

In Europa is dit soort gecoördineerde actie ondenkbaar. Ieder land volgt zijn eigen methode om de financiële problemen op te lossen. Een bad bank opgericht door de EU is ondenkbaar. De Duitsers zullen nooit willen opdraaien voor de Franse banken en omgekeerd. Eigenlijk is dat ook nog niet zo onlogisch. Waarom zou de Duitse belastingbetaler betalen voor de overmoed van Franse bankiers waarop hij geen enkele impact heeft?

Europa is en blijft (voorlopig?) een lappendeken van nationale staten met grote nationale bevoegdheden. Europa heeft de euro gebaard – en die is in de huidige crisis ontzettend belangrijk – maar daarbuiten bestaat Europa eigenlijk niet. Het kan enkel iets gaan betekenen als het meer bevoegdheden en meer budget rechtstreeks onder zich neemt. Europa moet een grotere eigen fiscaliteit ontwikkelen. Daarvoor moeten nationale staten bereid zijn bevoegdheden én geld af te staan. Europa moet dan wel veel minder bureaucratisch worden.

Pas in een sterker Europa kan een Europees beleid een realistische verwachting zijn. Vandaag is dat niet het geval en dus moeten we eigenlijk niet klagen dat Europa niet eensgezind is. Jammer genoeg betalen we wel de prijs voor deze realiteit. (T)

De auteur is hoofdredacteur.

Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content