Euro wast witter

Zal de grootste wisseloperatie uit de geschiedenis – de euro – samengaan met een kolossale witwasoperatie van verdacht geld? De diverse overheden zetten zich schrap om de schade te beperken.

De politieke, financiële en gerechtelijke kringen kijken bezorgd naar 2002. Op die datum zal de euro de nationale munten in de Europese Unie ( EU) vervangen. Het gaat om de grootste wisseloperatie aller tijden. Alleen al in België zal er voor 483 miljard frank bankbiljetten worden gewisseld.

De gelegenheid maakt de dief, luidt de uitdrukking. Het gevaar bestaat dat criminelen de invoering van de eenheidsmunt zullen aanwenden om hun winsten uit illegale activiteiten geheel of gedeeltelijk wit te wassen. Volgens Graham Saltmarsh, officier van Scotland Yard, wordt de euro dé favoriete munt voor misdadigers: “Vooral in de voorwasfase – wanneer de kleine coupures (drugs-)geld worden gewisseld in grote biljetten – zal de introductie van het 500-eurobiljet het witwassen bevorderen. Dat briefje is 5,5-maal meer waard dan het duurste dollarbiljet (100 dollar).”

Jonathan Harfield, money laundering officer van de European Bank for Reconstruction and Development ( EBRD) maakt de rekening: “Eén miljoen dollar in biljetten van één dollar – meestal verworven op straat via drugs- en anderedeals – weegt 50 kg. In biljetten van 100 dollar is dit nog maar 10 kg. Vertaald naar 500 eurobiljetten vertegenwoordigt deze som amper 4 kg. Wie grote bedragen via het vliegtuig wil vervoeren, heeft heel wat minder logistieke problemen met de euro.”

Minder ongerust is

de Financiële Actiegroep ( FAG) – voluit Financial Action Task Force on Money Laundering – van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ( Oeso). Volgens de FAG-specialisten vergemakkelijken de grote biljetten alleen maar het al dan niet legale verkeer van valuta, niet het witwassen zelf. Wisseloperaties met 500 euro zullen immers sneller de argwaan wekken van de financiële instellingen, wat de kans op ontdekking vergroot.

Jaarlijks wordt voor 17.500 miljard frank witgewassen

Los van het theoretische gekibbel staat het vast dat de euro hoe dan ook de belangstelling van misdadigers zal opwekken. Tussen 1 juli 1997 en 30 juni 1998 kreeg de Cel voor Financiële Informatieverwerking ( CFI) zo’n 8754 meldingen van witwaspraktijken – een stijging van 22% – binnen. Hiervan werden 543 dossiers voor een totaal bedrag van 38,4 miljard frank aan de parketten doorgegeven.

Wetenschappelijke studies ramen het bruto crimineel product ( BCP) – de wereldwijde opbrengst van alle illegale activiteiten van misdadige organisaties – op ongeveer 28.000 miljard frank per jaar of een flinke 15% van de wereldhandel (*). Meer dan de helft van dit bedrag zou worden witgewassen. Het Internationaal Monetair Fonds ( IMF) spreekt zelfs van 17.500 miljard frank per jaar. In dat bedrag is dan nog geen rekening gehouden met de gewone belastingontduiking.

In België

zou de fiscale fraude tussen de 532 en de 649 miljard frank (cijfer 1997) bedragen, zo berekende ULB-professor Max Frank in januari 1999. Dat is zo’n 20% van de totale belastingopbrengsten. Nog in 1997 vestigden de 450 ambtenaren van de Bijzondere Belastinginspectie ( BBI) – die dit jaar haar twintigste verjaardag viert – 52 miljard frank aan bijkomende aanslagen (zie kader: Naar een Europese FBI). Maar dat betekent nog niet dat dit geld ook werkelijk wordt geïnd. Volgens een ruwe schatting ligt de succesfactor op amper 10%. Vele fraudeurs slagen er immers in zich onvermogend te maken of door allerlei juridische snufjes hun proces voor onbepaalde tijd uit te stellen.

IMF-onderzoeker Peter Quirk stelde in zijn empirische studie ” Macroeconomic Implications of Money Laundering” vast dat witwaspraktijken de stabiliteit en het vertrouwen in de financiële markten kunnen ondermijnen. En dit komt vanzelfsprekend de huishouding van een land niet ten goede. Integendeel: bij een toename van de fiscale fraude met 10% daalt de economische groei met één tiende procentpunt. De speculatieve operaties van verscheidene misdaadgroepen zouden trouwens hebben bijgedragen tot de beurschaos in Mexico, Rusland en Zuidoost-Azië. Daarom pleitte FAG-topman Donald Johnston vorige maand voor de uitbreiding van de Oeso-conventie tegen corruptie naar de particuliere sector – de openbare aanbestedingen zitten al in de overeenkomst vervat.

Banken leggen hun klanten liever in de watten

De Europese Commissie geeft toe dat de banken ná 2002 moeilijker verdachte transacties zullen kunnen opsporen voor bedragen lager dan 15.000 euro, gezien de verwachte toename van onbekende klanten aan hun loketten. Toch maken de meeste lidstaten zich niet al te veel zorgen.

De Europese regeringen zijn van mening dat de huidige opsporingssystemen volstaan om een mogelijke vloed van zwart kapitaal bij de overstap naar de euro in te dijken. Eventuele witwassers moeten hun zwart geld immers aan de financiële instellingen voorleggen, zodat de pakkansen verhogen. De keerzijde van de medaille is dat de extra werklast voor het personeel bij de overgang naar de euro hun waakzaamheid zal verslappen.

Bovendien keurde het Europees parlement op 10 juni 1991 de richtlijn 91/308/EEG goed tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. België implementeerde deze afspraken in de wet van 11 januari 1993 (aangevuld op 10 augustus 1998). Hierdoor moeten alle instellingen en personen – betrokken bij financiële verrichtingen boven de 10.000 euro (403.399 frank) – de identiteit van hun klant controleren door middel van bewijsstukken, zodra er een vermoeden bestaat dat er kapitaal zou kunnen worden witgewassen. In dat geval wordt het dossier doorgestuurd aan de CFI. Deze dienst moet de herkomst van het geld en de integriteit van de eventuele verdachte natrekken, en kan eventueel overgaan tot gerechtelijke vervolging.

Bankbedienden kunnen ook aangifte van vermoeden doen voor bedragen onder de 10.000 euro. Maar dat houdt vanzelfsprekend het risico in dat men eerlijke klanten tegen zich in het harnas jaagt. Alain Walon van het Europese Observatiecentrum tegen Verdovende Middelen en Verslaving: “De financiële sector is zich bewust van de risico’s van het witwassen van geld voor zichzelf en voor heel het systeem. Daarnaast is de bankcultuur van nature niet geneigd om bewijzen te gaan zoeken. Dat is niet echt haar rol. In de huidige concurrentieslag leggen de financiële instellingen hun klanten zoveel mogelijk in de watten. Hun commerciële relaties zijn op de eerste plaats op vertrouwen gebaseerd.”

Van een heksenjacht

wil Jean Spreutels, voorzitter van de CFI, niet weten: “Wij zullen alleen de wet toepassen. Veel mensen hebben in de loop der jaren een min of meer groot spaarpotje verzameld. De CFI is niet van plan om de rol van de fiscus over te nemen, ook al blijft gewone fraude moreel en strafrechtelijk laakbaar. De CFI neemt alleen fiscale maatregelen wanneer ze ernstige, georganiseerde fraude ontdekt. Wij werken in een vertrouwensklimaat samen met de financiële instellingen en de banken. De bedienden zijn verplicht tot waakzaamheid, maar moeten hun houding aanpassen aan het profiel van de klant. Kennen ze hem wel of niet, gaat het om grote of kleine bedragen enzovoort? Boven de 10.000 euro is men effectief verplicht de klant te identificeren. Maar men kan dat ook doen bij lagere bedragen, als men een witwasoperatie vermoedt.”

Denkt hij dat de georganiseerde misdaad gebruik zal maken van de biljetten van 500 euro? Spreutels: “Wij hebben aan de alarmbel getrokken, want er bestaat inderdaad een risico. Het zal makkelijker worden om grote bedragen op zijn persoon of in koffers te vervoeren. Dat sluit echter niet uit dat men ook kleinere coupures zal gebruiken. Het Europese financiële systeem biedt echter in principe overal dezelfde garanties. Er zijn dus in theorie geen verschillen in behandeling te vrezen, geen bressen in de muur.”

Fraude moet wereldwijd worden aangepakt

“Maar om het systeem echt waterdicht te maken, moet iedereen het spel meespelen, overal op dezelfde manier,” besluit Alain Beverly, adviseur van de Europese Commissie: “Een wereldwijde aanpak dringt zich op”. “De witwascircuits zijn immers erg mobiel,” legt Giuseppo Di Lello, een Italiaanse magistraat en adviseur van de parlementaire antimaffiacommissie, uit: “Als een bank elke beweging van verdacht geld aangeeft, zoeken de witwassers gewoon een andere. De steeds meer geavanceerde witwassystemen kosten de criminele groepen geld, maar dat geld is niet voor iedereen verloren. Het is vuil, maar het heeft zijn nut. En laten we vooral niet vergeten dat bepaalde criminele organisaties zo rijk zijn dat ze zich de diensten van de knapste experts kunnen veroorloven. Die hebben nog tot 2002 de tijd om de bressen in het Europese fort op te sporen. Om er daarna stilletjes doorheen te glippen.”

(*) Jean de Maillard en Pierre-Xavier Grézaud, “Un monde sans loi, la criminalité financière en images”, Ed. Stock, 1998.

Volgende week: welke rol spelen externe financiële adviseurs bij witwasoperaties?

SERGIO CARROZZO/ERP/HBR

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content