De Europese Commissie wil Azië en de VS lik op stuk geven in de steun aan sleutelsectoren. Daarmee erkent de Commissie dat haar politiek van louter onderzoekssubsidies een fiasco is.
Het World Trade Center van Grenoble ligt naast het TGV-station, op een kwartier van de skipistes van de Alpen. Maar het waren niet de schilderachtige valleien van de Drac en de Isère die voor gespreksstof zorgden op het Industry Strategy Symposium van Semi Europe, de organisatie van de Europese halfgeleiderindustrie. De 140 directeuren van halfgeleiderfabrieken, machinebouwers en materialenleveranciers staarden naar slides met in rode letters ‘Valley of Death’.
De sfeer was desondanks ontspannen. Het optimisme na een jaar van 32 procent groei is tastbaar. En de slide met de onheilspellende titel was goed nieuws: de machtige Europese Commissie erkent eindelijk dat een sterke Europese halfgeleidersector méér nodig heeft dan prestigieuze nanotechnologiecentra zoals CEA-Leti of schitterende incubators zoals Minatec, even verderop. De EU-commissarissen Neelie Kroes (Digitale Agenda), Antonio Tajani (Industrie en Ondernemerschap) en Máire Geoghegan-Quinn (Onderzoek, Innovatie en Wetenschap) hebben zich achter het rapport van de High Level Group over de ‘Key Enabling Technologies’ geschaard. Daarin worden zes sleuteltechnologieën geïdentificeerd: nanotechnologie, micro- en nano-elektronica, industriële biotechnologie, photonica, geavanceerde materialen en geavanceerde productiesystemen. Het verslag legt uit hoe Europa zich de kaas van het brood laat halen op cruciale terreinen als leds, batterijen of bio-ethanol. De High Level Group stelt voor dat de EU, net als China of de VS, in die sleuteltechnologieën een omvattende industriële politiek voert. Van technologische begeleiding over productontwikkeling tot en met maatregelen om de massaproductie te ontwikkelen en hier te houden. Tot nog toe subsidieerde de Europese Commissie alleen onderzoek en dan nog alleen in een vroeg stadium.
Faillissement deed nadenken
“Het is een grote verandering”, zegt de voorzitter van de High Level Group, Jean Therme. “Voor de Europese Commissie was industriële politiek een taboe.”
“Zij wilde vooral voorkomen dat de lidstaten elkaar met belastinggeld zouden beconcurreren”, onderstreept Alain Astier, vicepresident van STmicroelectronics, met opbrengsten van 10,55 miljard dollar de enige Europese halfgeleiderproducent in de top tien van de wereld.
Elk van de zes sleuteltechnologieën heeft wel zijn eigen Europese debacles, noteert het HLG-rapport. Het verlies van de productie van photovoltaïsche cellen aan China, bijvoorbeeld, of de terugval in fabricage van leg-chips en materialen tot 10 procent, terwijl Europa nog de meerderheid levert van de machines voor led-productie.
In halfgeleiders heeft vooral het faillissement van de geheugenproducent Qimonda en het verlies van de investering in een nieuwe microprocessorfabriek aan de VS, beide in Dresden in 2009, de ogen geopend. “Dat waren echte aardbevingen”, zegt Adrian Phillips, Europees directeur van het Japanse Toppan, een van de drie wereldleiders in photomasks voor halfgeleiderproductie. De VS trokken GlobalFoundries, dat in Dresden al een fabriek had, met ongeveer 1,2 miljard dollar rechtstreekse en onrechtstreekse subsidies over de streep.
Europa verder achteruit
Ondanks investeringen door Intel in zijn Ierse fabriek en door GlobalFoundries in Dresden, is een ommekeer niet direct in zicht. Het aandeel van de EU in de investeringen in halfgeleiderproductie zal dit jaar met 4 procent nog de helft zijn van het aandeel in 2005, schat president Bill McNeal van marktonderzoeker IC Insights. Volgens FutureHorizons-consultant Malcolm Penn was de EU in 2010 nog maar goed voor 13 procent van de halfgeleiderproductie wereldwijd.
Daarbij komt dat de toegevoegde waarde van halfgeleiders aldoor stijgt, zoals EE Times noteert op basis van een analyse van IC Insights. Chips maken nu al een kwart van de prijs van elektronische systemen uit. Hun aandeel in de waarde van die systemen is over de jongste 22 jaar meer dan verdubbeld en IC Insights verwacht in de vijf jaar tot 2015 nog eens een stijging van twee procentpunten.
Heinz Kundert, president van Semi Europe, noemt de situatie “dramatisch”. Dat beginnen eindelijk ook de EU-commissarissen te beseffen. Zij geven nu toe wat al jaren duidelijk is: dat je onderzoek en ontwikkeling onmogelijk in Europa kan houden als de productie naar de andere kant van de wereld verhuist. Vooral niet als daar ook de grootste markten ontstaan.
Maar het idee dat Europa opnieuw grootschalig in halfgeleiderfabricage zou investeren, lokte in Grenoble vooral scepticisme uit. Neelie Kroes vroeg in een videotoespraak de steun van de bedrijfsleiders voor een nieuw beleid, maar stelde hen tegelijk voor hun verantwoordelijkheid. “De waarheid is dat verschillende Europese firma’s het perfect goed kunnen doen met onderzoek en ontwikkeling in de VS, fabricage in Azië en verkopen in Europa. Maar als maatschappij, als Europa moeten we ons onder-zoek en ontwikkeling behouden en versterken en onze positie in vooruitstrevende fabricage heropbouwen. Daarvoor hebben we investeringen nodig en firma’s die werken om de toekomst te bouwen in plaats van het verleden te melken”, merkte ze snedig op.
Journalisten herinnerden er Alain Astier van STmicroelectronics aan dat zijn eigen bedrijfstop al jaren zijn investeringen in productieactiva (als procent van de omzet) verminderde. Bij de analistencall in januari zei CEO Carlo Bozotti nog dat hij een strategie had “om outsourcing voortdurend te verhogen”.
‘More than Moore’
In de wandelgangen ging het vooral over de vaagheid van het initiatief en over de onwaarschijnlijkheid dat de bikkelende EU-lidstaten ooit tot een consensus komen. Zeven werkgroepen zijn nu aan de slag om in juni met concrete voorstellen te komen.
Rudi De Winter, voormalig co-CEO van Melexis en nu co-CEO van de halfgeleiderfabrikant X-fab, vindt vooral financieringsfaciliteiten belangrijk. De Winter: “Als de overheid aan de halfgeleiderbranche maar een fractie zou hebben besteed van wat ze aan de redding van de banken heeft besteed, zou dat al heel wat geholpen hebben”. Soepeler regels om hooggekwalificeerd personeel van buiten de grenzen aan te trekken, is ook een punt. Nu kampt de sector met een krapte.
De High Level Group onderstreept dat Europa beter kan uitgaan van zijn sterktes en zijn netwerk van kmo’s. Die zijn sterk in wat in het jargon ‘More than Moore’ heet, chips die met de buitenwereld communiceren en een mengeling zijn van verschillende technologie. Toepassingen waarin Europa aan de spits staat, zitten in automotive, gezondheidszorg en industriële en draadloze communicatie.
Deze groep onderscheidt zich van de ‘More Moore’-fabrikanten, die microprocessors en geheugens maken en proberen door miniaturisatie en gigantische investeringen ongeveer elke twee jaar het aantal transistoren op hun chips te verdubbelen, zoals de ‘wet van Moore’ voorspelt.
De MEMS-branche is een voorbeeld van ‘More than Moore’. MEMS staat voor micro-elektromechanisch systeem, een combinatie van elektronica, mechanica en soms chemie. MEMS zitten in drukmeters, versnellingsmeters, gyroscopen, sommige types microfoon en andere sensoren. Robert Bosch heeft al meer dan 1,6 miljard MEMS verkocht, ST passeerde vorig jaar het miljard. ST besteedt niets van zijn MEMS-productie uit. Hoewel deze chips ook geminiaturiseerd worden tot enkele vierkante millimeter, vergen ze geen extreme nanotechnologie. Op die manier ligt gebrek aan kapitaal mee aan de basis van het Europese leiderschap.
Blijft goedkoop duren?
De exodus van de halfgeleiderfabrikanten richting Azië betekent sowieso dat er in Europa fabrieken te koop staan. “De meeste voor een bedrag in de buurt van 1 euro”, zegt vicepresident Ludwig Lai van Altis, een fabriek ten zuiden van Parijs. Een joint venture van IBM en Infineon verkocht de fabriek in augustus aan een Franse ondernemer in communicatie- en beveiligingssystemen. Sindsdien is Altis een onafhankelijke halfgeleiderfabrikant met relatief moderne technologie en het typisch Europese profiel van een ‘More than Moore’-speler.
Het Belgische X-fab ontstond dan weer uit een aantal verouderde Oost-Duitse halfgeleiderfabrieken die co-CEO Hans-Jürgen Straub na de val van de Muur moest zien te rentabiliseren. X-fab stelt 2400 mensen tewerk in vier fabrieken in Duitsland, de VS en Maleisië. Specialiteit zijn analoge en ‘mixed signal’-chips, die niet de modernste productieapparatuur vergen. “We hebben altijd gekeken wat we dan nog wel konden doen”, zegt Straub. Melexis, met zijn specialisatie in automotivesensoren, is goed voor ongeveer een kwart van de productie van X-fab.
Malcolm Penn, de gepassioneerde industriewatcher van FutureHorizons, betwijfelt of de Europese spelers in hun niches beschermd blijven. Ook het Taiwanese TSMC, waarmee IMEC samenwerkt, bekijkt diversificatie in de ‘More than Moore’-branche. “De ‘More than Moore’ van morgen is de ‘More Moore’ van vandaag”, voorspelt Penn.
Reden te meer voor Europa om door te zetten met zijn plannen om zijn knowhow in sleuteltechnologieën veel efficiënter naar de markt te brengen.
BRUNO LEIJNSE IN GRENOBLE
“Voor de Europese Commissie was industriële politiek een taboe” (Jean Therme)
“De meeste Europese halfgeleiderfabrieken staat te koop voor 1 euro”
(Ludwig Lai, Altis)
“Als de overheid aan de halfgeleiderbranche maar een fractie had besteed van wat ze uitgaf aan de redding van de banken, had dat al heel wat geholpen ” (Rudi De Winter, X-fab)