Er bestaat geen vaccin tegen risico

Elk jaar wordt massaal ingeënt tegen griep. Het vaccin wordt ook geregeld aangepast om de virussen slimmer af te zijn. Het is maar één voorbeeld van de medische vooruitgang die er in vele gevallen voor zorgt dat er preventief wordt opgetreden.

Niet alleen in de medische wereld, ook op vele andere domeinen wensen we risico’s in te perken. Lukt dat toch niet helemaal, dan kunnen we ons in vele gevallen verzekeren.

Risico’s in kaart brengen, vermijden of opvangen heeft uiteraard zijn prijs. En telkens is het een afwegen van de maatschappelijke of individuele relevantie en baten enerzijds en de kosten anderzijds.

Dat we in toenemende mate overgeleverd zijn aan de techniek staat buiten kijf. Dat daaraan inherente risico’s verbonden blijven evenzeer. Ook al willen we elk risico volledig vermijden, het lukt ons in vele gevallen slechts gedeeltelijk. Toenemende luxe en comfort maakten het mogelijk onze grenzen van wat we dan nog als risico wensten te accepteren, steeds verder te verschuiven. Het vinden van de juiste balans tussen wat we aanvaarden en wat we verwerpen is echter een permanente uitdaging die niet losstaat van de ontwikkelingen rondom ons. Bijgevolg mogen we daarbij niet al te lichtzinnig te werk gaan.

Een paar voorbeelden illustreren onze permanente spreidstand. Kernenergie kan onder bepaalde omstandigheden zeer gevaarlijk zijn. Een meltdown kan grote gevolgen hebben. Tsjernobyl ligt nog vers in het geheugen, evenals Fukushima. Wanneer die technologie niet professioneel wordt ingezet en beveiligd, kan er een catastrofe ontstaan. Duitsland meent daarom zijn kerncentrales te moeten sluiten. Frankrijk wil er evenwel bijbouwen. België schippert daartussen. Wij sluiten ook, maar als het ons beter uitkomt, dus op termijn.

Een en ander is moeilijk te begrijpen. Het is de jongste decennia toch ten overvloede bewezen dat kerncentrales in onze regio veilig en professioneel werken en dat ze al die tijd hebben bijgedragen tot competitieve energieprijzen. We kunnen de louter ideologische strijd dan ook beter staken en het bestaande kernenergiepark integreren in een energiepolitiek die zo veel mogelijk differentieert door alle energievormen verstandig, efficiënt en economisch zinvol in te zetten.

Een ander voorbeeld. De Antwerpse haven is nauw verbonden met de chemische en petrochemische sector. Chemische installaties houden onmiskenbaar risico’s in. Daarom worden ze ook goed afgeschermd van de buitenwereld en degelijk beveiligd. Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken — de Seveso-bedrijven — vallen onder bijzonder strenge controle en richtlijnen. Toch blijven vele producten uiteraard toxisch, brandbaar of zelfs explosief. Ook hun transport door de haven via het spoor en de wegen vraagt bijzondere aandacht, zoals het recente spoorongeval met acrylonitril in Wetteren aantoonde.

In dat verband is het moeilijk te begrijpen dat de geplande Lange Wapper-brug zal worden vervangen door lange tunnels, waarin een ongeval met een chemische lading net door de enge ruimte een potentieel veel groter risico zou kunnen betekenen. Willen we de logistieke draaischijf van Europa worden, dan dienen mobiliteitsoplossingen niet enkel getoetst te worden aan lokale esthetische normen.

Niet zo lang geleden lazen we in de krant de kromme vergelijking dat je statistisch gezien eerder de griep kan oplopen, dan dat je betrokken raakt bij eender welk ongeval in een chemische installatie. Met statistiek kan je alle kanten op. Dit voorbeeld illustreert treffend wat we wensen en verwachten, maar ook hoe men ons naar de mond praat. Er bestaat geen vaccin tegen elk risico. We zouden veel beter af zijn met transparante informatie die de potentiële risico’s met de genomen maatregelen in kaart brengt en er ook telkens naar verwijst welke kansen en ontwikkelingen in onze maatschappij mogelijk waren en mogelijk blijven door permanente innovatie, door product- en procesontwikkelingen en door het nemen van berekende risico’s.

Aversie voor gelijk welk veiligheidsrisico houdt automatisch een ander risico in. Het risico op het verlies aan concurrentievermogen, aan mogelijkheden tot ontwikkeling, aan welvaart. Het is aan ons dit kader te definiëren en telkens opnieuw kritisch te analyseren. Daarbij is er toch één constante. De beste manier om risico’s te vermijden is meestal niet het botte verbod, maar wel de degelijke kennis van alle facetten van dat risico en de daaruit voortvloeiende professionele omgang ermee. Veel risico’s zijn perfect beheersbaar door kennis en kunde.

De auteur is expert in bestuur van vennootschappen en gasthoogleraar aan de KU Leuven.

JOHN DEJAEGER

De beste manier om risico’s te vermijden is meestal niet het botte verbod, maar wel de degelijke kennis van alle facetten van dat risico.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content