Eni brengt Rusland dichterbij

De overnemer van Distrigas, de Italiaanse energiegigant Eni, sleept een lange traditie mee van het op een akkoordje gooien met om het even wie. Maar zijn toekomst hangt af van Rusland. Heeft Eni eindelijk zijn gelijke gevonden?

Met Distrigas koopt Eni een toegangskaartje tot de Noordwest-Europese gasmarkt. Daar was het tot nu toe enkel aanwezig in Frankrijk en Duitsland. De Belgische gasverkoper zou het centrum van de groep worden voor gastrading, tenminste als de holding van de gemeenten, Publigas, zijn voorkooprecht niet uitoefent. Distrigas haalde de laatste jaren een groot stuk van zijn winst uit arbitrageactiviteiten en uit de doorvoer van gas. Zowel Noors en Nederlands gas, dat richting Zuid-Europa gaat, maar ook van Russisch gas naar West-Europa en het Verenigd Koninkrijk.

Met Russisch gas heeft Paolo Scaroni ervaring. De baas van Eni is de erfgenaam van een lange traditie. Het Italiaanse bedrijf speelt al sinds zijn ontstaan grof spel met allerlei louche figuren en dito overheden, van Iran over Kazachstan tot Angola. Begin dit jaar kondigde hij nog aan samen met Gazprom een pijpleiding aan te leggen tussen Libië en Italië.

Eni is een ontzagwekkende onderneming. ‘s Werelds zesde grootste beursgenoteerde oliemaatschappij maakte vorig jaar 9,4 miljard euro winst op een omzet van 87,3 miljard euro. Ze controleert de belangrijkste gasdistributiemaatschappij van Italië en alle binnenlandse pijplijnen, en heeft ook een aandeel van 10 % op de Italiaanse elektriciteitsmarkt. Maar als Eni op zichzelf wil overleven, en als de Europese economie wil blijven groeien, dan moet het de fossiele brandstoffen die het verkoopt, naar het Westen blijven stuwen. Maar dat is moeilijk geworden in het kille geopolitieke klimaat waarin de Russische overheid energie gebruikt als een strategische stok achter de deur. Voormalig president en huidig premier Vladimir Poetin ziet er geen graten in om contracten met buitenlandse bedrijven te verbreken.

Scaroni zegt dat hij kan winnen bij een spel waarbij nog grotere concurrenten als Shell en BP werden vernederd met eenzijdige ‘heronderhandelingen’ of regelrechte onteigening van hun reserves. “Wij verschillen van al de anderen”, zegt de 61-jarige Scaroni, die drie jaar geleden bij Eni terechtkwam na het grootste deel van zijn loopbaan doorgebracht te hebben in de glasindustrie. “We hebben met de Russen een relatie van wederzijds vertrouwen opgebouwd die niemand anders heeft.”

Een deel van dat vertrouwen komt voort uit de bijna 4 miljard euro die Eni elk jaar naar het Oosten versast voor het Russische gas, dat instaat voor een kwart van de Italiaanse bevoorrading. Bovendien tekenden Scaroni en toenmalig voorzitter van Gazprom – en huidig Russisch president – Dmitri Medvedev eind 2006 een strategische alliantie, waarvan de bepalingen maar met mondjesmaat worden vrijgegeven.

Gevolg was wel dat Eni begin 2007 bereid bleek om 3,7 miljard euro te betalen voor een verzameling activa van Joekos, de failliete oliemaatschappij die werd opgericht door de intussen in de gevangenis verzeilde Michail Khodorkovski. Het akkoord, dat naar verluidt tot stand kwam door bemiddeling van de toenmalige Italiaanse premier, Romano Prodi, bevatte een ongebruikelijke clausule: tot begin 2009 kan Gazprom het grootste deel van die activa terugkopen van Eni voor 3 miljard euro. Het kondigde ook al herhaaldelijk aan dat te zullen doen. En verkreeg, in ruil voor de Italiaanse toegang tot de Russische gasmarkt, in april dit jaar ook een aandeel in het Lybische Olifantolieveld van Eni.

Volgens de advocaat van Khodorkovski, Robert Amsterdam, komt de hele transactie neer op een smoes om Gazprom te beschermen tegen rechtszaken van Joekosinvesteerders. Die hebben in Den Haag een schadeclaim van 21,2 miljard euro ingediend omdat de Russische regering Joekos op onwettige wijze van zijn activa zou hebben beroofd. “Ze spelen vuil spel. Dat moet je wel doen om in Rusland te slagen”, meent Amsterdam. “Dat Eni meedeed in deze farce, zegt meer over hun capitulatie aan de nieuwe gas-OPEC van Rusland en Algerije dan iets anders.”

Maar zelfs nadat Gazprom al zijn opties heeft uitgeoefend, heeft de Italiaanse oliereus het equivalent van 1,5 miljard vaten olie gekocht voor minder dan 50 dollarcent per barrel. In zijn kantoor in het hoofdkwartier van Eni in Rome reageert Scaroni met een beleefde glimlach op al de opwinding. De veiling is eerlijk verlopen, legt hij uit. En zelfs nadat Gazprom het grootste deel van de activa heeft ingepikt, heeft Eni volgens Scaroni een “fenomenale deal” gesloten in een wereld waarin reserves schaars zijn. “Je vindt geen olie in Zwitserland”, schampert hij.

Zakendoen met schurken

Met een equivalent van 6,4 miljard vaten aan oliereserves – na het Franse Total met 11,1 miljard en ExxonMobil met 13,6 miljard – heeft Eni het moeilijk om in de toplaag van de internationale oliemaatschappijen te blijven. Het heeft weliswaar geïnvesteerd in de VS en de Noordzee, maar zijn grootste beleggingen bevinden zich in bepaald on-Zwitserse plaatsen, in landen die bekendstaan voor corruptie (Angola, Congo …) of voor despotisme (Iran, Venezuela).

Eni bezit bijvoorbeeld een aandeel van 10 % in de Bonny LNG-fabriek in Nigeria, die met heel wat moeilijkheden kampt, gaande van kidnapping tot een omkoopschandaal. Het was ook de grootste buitenlandse oliemaatschappij in Libië in de jaren dat Moe’ammar Khadaffi een internationale paria was. Het ontwikkelde het enorme South Pars Field in Iran, waar het nu 21,6 miljard kubieke meter gas per jaar produceert voor de Iraanse markt.

Zakendoen met schurken is voor een internationale oliemaatschappij ‘ businessasusual‘. Maar de rol die Eni speelt als tussenschakel tussen Rusland en het Westen, is bepaald risicovol. Als de grootste gasmakelaar van Europa met een verkoop van bijna 100 miljard kubieke meter per jaar (of 15 % van de vraag) is Eni een cruciale speler in de continentale economie. Verwacht wordt dat het gasverbruik met 2,4 % per jaar zal stijgen terwijl de gasvelden in de regio stilaan uitgeput raken. Volgens studies heeft Europa tegen 2020 een bijkomende 340 miljard kubieke meter gas nodig, meer dan twee keer het huidige importvolume.

Het grootste deel van Eni’s gas komt van twee plekken: Rusland en Algerije. Om de boodschap van de kwetsbaarheid van Europa in de verf te zetten, stuurde Poetin zijn minister van Energie, Viktor Christenko, in januari 2006 naar Algerije om te praten over het aanknopen van een nauwere zakenrelatie met de staatsgasmaatschappij Sonatrach. Dat lokte in Europa en de VS de vrees uit dat Rusland wou proberen om een gasversie van de OPEC tot stand te brengen, om zo schatting op te leggen aan de Europese consumenten.

Met 6,5 miljoen gasverbruikers is Eni Gazproms grootste kwitantieloper in Europa. Het heeft ook een 50 %-belang in de grote pijplijn die Oostenrijk verbindt met het Russische netwerk. Het is eigenaar van een andere pijplijn tussen Rusland en Turkije én het bezit de grootste pijplijn in Algerije. Scaroni verlengde het contract tussen Eni en Gazprom van 2017 tot 2035. Tegelijk opende hij de deur voor de Russische kolos om rechtstreeks gas te verkopen in Italië, en om te investeren in de exploratie- en elektriciteitsbusiness van Eni. Eni heeft zich ertoe verbonden om jaarlijks minstens 23,2 miljard kubieke meter te kopen, een kwart van de totale Italiaanse vraag. Nu de Europese Unie druk uitoefent op Eni om zijn monopolistische greep op de Italiaanse gasmarkt te lossen, zal Scaroni de verkoop elders moeten opkrikken om van al dat Russisch gas af te geraken. Scaroni hoopt een deel ervan te verbranden in de elektriciteitsfabrieken die hij in Italië aan het bouwen is.

Europa versus Gazprom

De bereidheid van Scaroni om het op een akkoordje te gooien met het Kremlin is allesbehalve populair. Het pact van Eni met Gazprom “gaat in tegen de belangen van de EU”, oordeelde Jean-Arnold Vinois, een energiebevoorradingsambtenaar van de EU. Christophe-Alexandre Paillard, een ambtenaar in het Franse ministerie van Defensie, bracht een rapport uit onder de titel: ‘Gazprom: de snelste weg naar energiezelfmoord’. Hij betoogt daarin dat Rusland niet in staat zal zijn om al het gas te leveren dat het beloofd heeft te verkopen. Reden: de Russische tactiek van de grove middelen – zoals de operatie waardoor Shell de controle verloor over het project op het eiland Sachalin – ontmoedigt de broodnodige 130 miljard euro aan investeringen.

Scaroni haalt daarbij de schouders op. Hij zegt zelfs dat hij bereid is om 4,5 miljard euro te spenderen aan de Siberische gasvelden die hij in de Joekosveiling gekocht heeft en waarvan de productie zou moeten opstarten in 2011. Hij denkt dat de Russen het geld en de technische knowhow van Eni evenzeer nodig hebben als hij hun reserves. “We zullen de controle behouden, en aan boord blijven zolang we het land iets bieden wat het zelf niet heeft.”

Eni’s lange voorgeschiedenis in Rusland kan daarbij van pas komen. Ente Nazionale Idrocarburi (letterlijk de Nationale Koolwaterstofinstantie) werd opgericht door Enrico Mattei. Als antifascist, actief in het verzet tegen dictator Benito Mussolini, werd hij na de Tweede Wereldoorlog beloond met de opdracht de staatspetroleummaatschappij te liquideren. Hij negeerde de instructies en ging naar olie boren – en vond enorme aardgasvoorraden in de Po-vallei. Met de winst van dat gas ontpopte Mattei zich tot een petropopulist die de consumenten in heel Europa goedkope energie beloofde. Mattei bouwde raffinaderijen, chemische fabrieken, en pijplijnen die tot in Beieren liepen. Zijn teams waren berucht omdat ze ‘s nachts pijpleidingen aanlegden zonder toelating. Zelf pochte de topman ooit dat hij 8000 wetten en decreten had overtreden.

Mattei schudde de sector door elkaar door olie-exporterende landen een groter aandeel in de productie aan te bieden – en probeerde volgens de legende zelfs een voordelige deal in de wacht te slepen door de Sjah van Iran te verleiden met een Ita-liaanse prinses. Hij was een pionier van de oliehandel met Rusland en versjacherde boorpijpen, petrochemische stoffen en engineeringdiensten aan de Sovjet-Unie in ruil voor ruwe olie. Begin jaren zestig leverden de Sovjets 38 % van Eni’s olie. Mattei deed zelfs zaken met outlaws, zoals het Algerijnse FLN, gewelddadige revolutionairen die het Franse bewind trachtten omver te werpen. In 1962 crashte zijn zakenjet. Il Caso Mattei (De zaak-Mattei), de film die gebaseerd is op zijn leven, won in 1972 op het filmfestival van Cannes de Gouden Palm.

Eni worstelde zich doorheen verschillende decennia als een onder corruptie gebukt gaand staatsbedrijf. Het dieptepunt kwam er in 1993 toen de voorzitter, Gabriele Cagliari, in de gevangenis overleed na het Tangentopolischandaal, en de operatie Mani Pulite (Schone Handen), waarbij een systeem van steekpenningen aan de Italiaanse politieke partijen werd blootgelegd, vooral bedoeld om de macht van de door de Sovjets gefinancierde KP te fnuiken. De doods-oorzaak was een plastic zak die over zijn hoofd getrokken was. De officiële versie luidt dat Cagliari dat zelf had gedaan.

In de jaren negentig verkocht de Italiaanse regering 67 % van de maatschappij aan het publiek. Onder voorzitter Vittorio Mincato verhoogde Eni zijn olie- en gasproductie met meer dan 20 % tussen 2001 en 2004 dankzij succesvolle exploratie en een aantal overnames, zoals het Britse Lasmo. Scaroni kwam op een gunstig moment binnen, net toen de energieproducenten royale prijsstijgingen genoten.

Zoeken naar reserves

Scaroni studeerde economie aan de Bocconi University, en haalde een MBA aan Columbia University. Hij werkte kort op de verkoopafdeling van Chevron, en werkte zich omhoog bij de Franse glasproducent Saint-Gobain. Nog later kwam hij aan het hoofd van het Italiaanse fabricage- en engineeringbedrijf Techint. Terwijl hij daar was, raakte Techint ook verwikkeld in Tangentopoli. Scaroni, defensief: “Iedereen maakte deel uit van het systeem.” Vervolgens werd hij in 1996 CEO van de Britse glasproducent Pilkington, waar hij 10.000 banen snoeide en de internationale activiteiten van de onderneming reorganiseerde. Zes jaar later keerde Scaroni, op vraag van toenmalig Italiaans premier Silvio Berlusconi, terug naar zijn geboorteland om het voormalige Italiaans staatselektriciteitsbedrijf Enel te leiden. Hij deed er meteen de water- en telefoondepartementen van de hand. In 2005, terwijl hij overwoog om een betrekking aan te nemen bij een andere buitenlandse maatschappij – Scaroni wil niet zeggen welke – werd hij door Berlusconi gerekruteerd om Eni te managen.

De omschakeling was niet gemakkelijk. Scaroni moest nog veel leren, vooral over Eni’s meest winstgevende business: exploratie en productie. “Reserves is een notie die in geen enkele andere business bestaat”, zegt hij. In de meeste ondernemingen bestaat de opdracht erin om de voorraden af te bouwen, niet om ze aan te vullen. Maar reserves zijn het levenssap van een oliemaatschappij en tegenwoordig bevinden ze zich vooral op onaangename, riskante plekken.

Ondanks al Scaroni’s inspanningen zijn de aangetoonde reserves bij Eni sinds 2004 met 11 % gedaald tot 6,3 miljard vaten. De Venezolaanse jefe Hugo Chávez is daarvoor deels verantwoordelijk. Zijn regering onteigende twee jaar geleden het Dalcionveld en veegde daarmee 170 miljoen vaten van tafel. Pas begin februari kreeg Eni daarvoor een financiële schadevergoeding, al zal die wellicht lager uitvallen dan de 534 miljoen euro die Scaroni via een panel van de Wereldbank hoopte te krijgen. Bovendien kreeg Eni toestemming om samen met de Venezolaanse staatsoliemaatschappij het Juninolieveld te ontginnen.

Een nog groter probleem is het Kazachse Kashaganveld, waar Eni de opdracht in de wacht sleepte om het veld aan te leggen en te exploiteren. Twee andere partners, ExxonMobil en Shell, die elk zo’n 20 % in handen hebben, raakten het niet eens over wie van beide de leiding moest krijgen. Sindsdien heeft het project ten minste vijf jaar vertraging opgelopen. Begin januari bezegelden de partners een ruzie die een half jaar daarvoor was uitgebroken over de exploitatievoorwaarden. Er wordt verwacht dat de productie ten vroegste in 2010 zal worden opgestart. Die tegenslagen hebben de reputatie van Eni geen goed gedaan. Toch durft Scaroni wedden dat Kashagan Eni zal omvormen tot een van de beste operatoren van grootschalige, uiterst complexe olie- en gasvelden. Zal het volstaan om blijvend indruk te maken op het Kremin? “Europa kan zonder Rusland niet overleven en Rusland heeft een grondige behoefte aan westerse technologie”, zegt hij. Wat ook de linke politiek van zakendoen met Rusland moge inhouden, zo benadrukt hij: “Ik wil hun beste vriend zijn.” (T)

Door Forbes, bewerkt door Luc Huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content