Energiebesparende investeringen: kijk naar de betalingsdatum Energiebesparende investeringen in woningen geven recht op een belastingvermindering. Ook als zij gebeuren in woningen ‘in aanbouw’.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Bij de hervorming van de personenbelasting is, met ingang van het aanslagjaar 2004 (inkomsten van 2003), een nieuwe belastingvermindering ingevoerd. Zij geldt voor wie energiebesparende investeringen in woningen laat doen.

De werken die in aanmerking komen voor de belastingvermindering zijn (1) de vervanging van oude stookketels; (2) de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie; (3) de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie; (4) de plaatsing van dubbele beglazing; (5) de isolatie van daken; (6) de plaatsing van een warmteregeling van een installatie van centrale verwarming door middel van thermostatische kranen of door een kamerthermostaat met tijdinschakeling en (7) een energie-audit van de woning.

Audit. Wat dit laatste betreft, kunnen we kort zijn. Om in aanmerking te komen voor de belastingvermindering moet de energie-audit worden uitgevoerd overeenkomstig de toepasselijke gewestelijke reglementering. Maar voor zover we kunnen zien, heeft nog geen van de drie gewesten op dit punt een specifieke wetgeving uitgevaardigd. De administratie besluit daaruit dat op dit ogenblik nog geen belastingvermindering kan worden genoten voor het laten uitvoeren van een energie-audit.

Voor de overige werkzaamheden is vereist dat zij worden uitgevoerd door een geregistreerd aannemer. Zij moeten bovendien beantwoorden aan een aantal technische vereisten, en voorts moeten uiteraard ook de nodige formaliteiten worden vervuld. Vereist is bovendien dat je een zakelijk recht op de woning hebt (eigendom, vruchtgebruik enzovoort). Een huurder kan de vermindering dus niet genieten.

Omvang. De omvang van de belastingvermindering hangt af van de categorie waartoe de werkzaamheden behoren. Voor de eerste drie categorieën (zie hoger) is de belastingvermindering gelijk aan 15 % van de gedane uitgaven. Voor de laatste vier categorieën is zij gelijk aan 40 % van de gedane uitgaven. Met dien verstande dat de belastingvermindering per woning nooit meer kan bedragen dan (nog te indexeren) 500 euro per jaar. Na indexatie is dit bedrag voor het aanslagjaar 2004 gelijk aan 600 euro.

Wie eigenaar is van verschillende woningen, kan de belastingvermindering dus evenveel keer genieten. Uiteraard op voorwaarde dat hij voor elk van de betrokken woningen de nodige energiebesparende uitgaven doet.

Belangrijk om weten is dat – behoudens voor het vervangen van oude stookketels – de woning niet noodzakelijk een bestaande woning moet zijn. Ook energiebesparende investeringen voor woningen in aanbouw geven recht op de belastingvermindering. Wie bijvoorbeeld een woning bouwt en het dak op de voorgeschreven wijze laat isoleren, heeft – voor de uitgaven die daarmee verband houden – dus ook recht op de belastingvermindering.

Betaling. Maar de vermindering geldt alleen met ingang van het aanslagjaar 2004 (inkomsten van 2003). Bovendien is zij uitsluitend van toepassing ten aanzien van uitgaven die in het belastbare tijdperk werkelijk zijn betaald.

Vereist is dus dat de uitgaven ten vroegste zijn betaald vanaf 1 januari 2003. In dit verband heeft de administratie inmiddels laten weten dat het ogenblik waarop de werken zijn uitgevoerd, in beginsel van geen belang is. Een dakisolatie die bijvoorbeeld in december 2002 is geplaatst, maar pas in 2003 wordt betaald, kan dus ook voor de belastingvermindering in aanmerking komen.

Eén en ander biedt ook mogelijkheden om het fiscale voordeel te optimaliseren. Stel bijvoorbeeld dat je een woning bouwt of verbouwt, en van plan bent om het dak te laten isoleren en tevens dubbele beglazing te laten plaatsen. Twee werken die in principe voor de belastingvermindering in aanmerking komen (altijd op voorwaarde dat ze worden uitgevoerd door een geregistreerd aannemer). Stel bijvoorbeeld dat het plaatsen van de dubbele beglazing 2000 euro kost, en de dakisolatie 1500 euro. De belastingvermindering voor dit type van werkzaamheden bedraagt 40 % (zie hoger). De dubbele beglazing geeft bijgevolg in het voorbeeld recht op een vermindering van 800 euro. Maar, zoals gezegd, kan de vermindering per woning niet meer bedragen dan (nu) 600 euro per jaar. Met de dubbele beglazing is de grens dus al uitgeput. De dakisolatie kan bijgevolg (in hetzelfde jaar) geen recht meer geven op een bijkomende belastingvermindering. Maar niets belet om de werken te spreiden over een wat langere periode, en ervoor te zorgen dat je de dakisolatie pas volgend jaar betaalt. De uitgaven voor de dakisolatie kunnen dan in het daaropvolgende jaar recht geven op de belastingvermindering.

Voorschot. En wat als de aannemer inmiddels een voorschot vraagt? De administratie is daar erg soepel in. Een voorschot wordt volgens haar pas als een betaling aangemerkt op het moment dat het voorschot definitief verworven is door de aannemer. Zolang dat – volgens de bepalingen van het aannemingscontract – nog niet het geval is, is er nog geen betaling, en dus ook nog geen belastingvermindering. Bij voorschotten zal je dus moeten uitkijken wat er in het contract staat. Een voorschot dat dit jaar wordt betaald maar pas effectief volgend jaar door de aannemer wordt verworven, kan immers volgend jaar voor de belastingvermindering in aanmerking komen.

Jan Van Dyck

Voorschotten

worden (nog) niet noodzakelijk als ‘betalingen’ aangemerkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content