Emotionele beleggers

De beurzen bereikten begin september 2003 hun hoogste peil sedert de jaarwisseling. Tegenover het dieptepunt in maart van dit jaar steeg de DJ-EuroStoxx met zowat 30 %. Maar zowat alle indices deelden in het herstel.

Tijd om opnieuw in de markt te stappen?

De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de Vlaamse Federatie van de Beleggingsclubs (VFB).

Van de voorbije beursherneming kon je op twee manieren profiteren. Voor degenen die gewoon afwachtten, kende de bestaande portefeuille een mooi herstel, althans tegenover de dieptepunten van maart van dit jaar. Degenen die rond het dieptepunt bijkochten, hebben zeer mooie resultaten neergezet. Maar wie, zoals Fortis, het ongeluk had om zijn portefeuille in maart 2003 uit te mesten, had duidelijk het verkeerde moment gekozen.

In elk geval kregen die commentatoren gelijk die gesteld hadden dat na de enorme dalingen van de voorbije jaren een brede herneming met 30 % zeker tot de mogelijkheden behoorde.

Ondanks deze bemoedigende resultaten lopen de particuliere beleggers vandaag niet over van enthousiasme. Dat blijkt uit de beperkte belangstelling voor voordrachten over beleggingen of voor beurswedstrijden. De emotionele beleggers zijn zeker niet terug van weggeweest. De verliezen van de voorbije jaren zijn bij vele beleggers nog lang niet vergeten. Misschien moeten we er ook niet echt rouwig om zijn dat de emotionele beleggers hebben afgehaakt.

Gis- en rekenwerk. Aandelenkoersen zetten, net zoals wisselkoersen trouwens, over langere perioden koersen neer waarvoor geen wetenschappelijke verklaring kan worden gegeven. Burton Malkiel wijdde daar een boek aan: ‘A Random walk down Wall Street’. We kunnen de notering van de westerse beurzen tussen 1995 en 2000 als een erratische wandeling omschrijven. Er ontstond zelfs een studiegebied, ‘behavioural finance’, dat zonder al te veel succes wetenschappelijke verklaringen zoekt voor het gedrag van de ‘irrationele’ belegger.

De ‘gewone’ of rationele belegger daarentegen is voor de academici synoniem met een koele kikker die beredeneerde verwachtingen formuleert inzake winsten, dividenden en intrestvoeten. Hij vergelijkt de berekende waarde van de dividendenstroom en meerwaarden met de huidige koers om te beslissen of hij koopt of verkoopt.

Veel academici die deze fenomenen bestuderen, realiseren zich niet hoeveel gis- en rekenwerk er nog altijd achter zo’n beleggingsbeslissing schuilt. Het begint al bij het verzamelen van de gegevens. Voor bedrijven die in de Verenigde Staten genoteerd staan, kan je nog redelijk makkelijk gegevens vinden. Voor cijfers van ondernemingen genoteerd op Euronext moet je je daarentegen vaak te pletter zoeken. De aandeelhouders van Euronext zijn er blijkbaar niet op gesteld het de particuliere beleggers makkelijk te maken.

Het is natuurlijk eenvoudiger om zich te laten drijven door intuïtie, een tip in de kroeg of tijdens een receptie, door een goed gevoel bij een krantenartikel over Lernout & Hauspie of Superclub. Toen Peter Lynch in ‘One Up on Wall Street’ schreef dat elke particuliere belegger het beter kon doen dan Wall Street door gewoon in de eigen omgeving de ogen de kost te geven, om die bedrijven te selecteren waarvan de producten de klanten enthousiast maakten, dan hoorde je ook bij ons mensen plots zeggen dat ze daarom Coca-Cola, Nike, Tommy Hilfiger, Gap en IBM in hun portefeuille hadden opgenomen. Het vervolg van de uitleg van Peter Lynch – dat de koers ook nog aantrekkelijk moest zijn in het licht van de winstvooruitzichten – was echter niet aan hen besteed.

4600 euro winst. Dat de beurs van maart 2003 tot op heden gestegen is, kon niemand exact voorzien. Toch rendeert systematisch beleggen. Een voorbeeld: tijdens de Beleggershappening in Alpheusdal in maart 2003 werd een analyse gewijd aan een steekproef van de belangrijkste aandelen uit de voedings- en financiële sector. Het ging meer bepaald om ABN-Amro, Ahold, Carrefour, Colruyt, Delhaize, Dexia, Fortis, KBC, Citigroup en Wal-Mart Stores. De gehanteerde analyse (NAIC) haalt een massa gegevens bij elkaar op een systematische manier en kan wel degelijk bij de ‘rationele’ methoden geklasseerd worden.

Als we begin september 2003 narekenen waar die selectie nu staat, stellen we vast dat de beursgroei van de Europese aandelen uit deze groep 57 % bedroeg, en van de Amerikaanse 24 %, maar slechts 6 % na correctie voor de dollar. De Bel-20 steeg over dezelfde periode met 23 %.

Als we Ahold – dat toen tegen 2,77 euro noteerde – even buiten beschouwing laten, kunnen we stellen dat de rationele belegger die 10.000 euro investeerde in de acht Europese aandelen uit de distributie- en financiële sector die werden besproken tijdens de happening van maart van dit jaar, vandaag een winst telt van 4600 euro.

Toegegeven: het kan moeilijk beter. En wat is het vervolg van dit verhaal? Neen, nu niet kopen, deze stukken zijn nu allemaal in de houdzone beland. Op 27 september is er een nieuwe beleggersmeeting in Alpheusdal en denken we na over nieuwe beleggingsideeën.

Dat de beurs tussen maart 2003 en nu zoveel gestegen is,

kon niemand exact voorzien. Toch rendeert systematisch beleggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content