Emoties in bad

Met The Waters of the World zet het Belgische merk Waterl’eau een lijn badproducten op de internationale markt. Genieten van mooie regio’s, vanuit je eigen bad.

Wie in de trendy New Yorkse zaak Takashimaya winkelt, heeft een gerede kans daar producten onder de merknaam Waterl’eau te vinden. Die hebben hun origine in Antwerpen. Want daar huist sinds ’93 Waterl’eau, de speciaalzaak voor badkamerinrichting en -producten die sinds kort een tactische exclusiviteitsovereenkomst heeft met het Takashimaya-warenhuis. De lijn badproducten die Waterl’eau in 1996 onder de noemer ‘The Waters of the World’ lanceerde, is nu naast België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Italië, Oostenrijk en Zweden ook in de VS present.

Waterl’eau is een idee van ex-reclamevrouw Ineke Tap en haar echtgenoot R.A.T. Lenders, die als creatief consultant nog part-time verbonden is aan Gelder Advertising en ook de auteur is van het hilarische werk “Reklame! Het boek is beter dan de filmpjes”.

R.A.T. Lenders: “De naam van de winkel, ‘Waterl’eau’, zetten we in 1996 voor het eerst op een product – The Sea heette dat, het ruikt ook echt naar de zee. Wat bleek: we verkochten er vier tot zes keer méér van dan van de andere merken die we voeren. Omdat mensen graag iets met de naam van de zaak meenemen? Ineke meent dat het succes in de eerste plaats te danken is aan de look ( nvdr. – doorschijnende, kristalheldere pet-flessen in de vorm van een heupflacon), in mindere mate aan de geur en het merk. Ik hou het erop dat het precies de combinatie van die factoren is die het hem doet.”

REIZEN IN JE BAD.

Ineke Tap wijst erop dat de consument het merk níet als een huismerk van de Waterl’eau-winkel ziet. Na The Sea – waaronder vandaag al zes producten schuilgaan, namelijk een badschuim, een douchegel, een bodymilk, een zeeptablet, minizeepjes en een geurkaars – kwamen met Italian Lakes en Scottish Loch (met whisky-geur) een tweede en derde ‘thema’ in de reeks Waters of the World. “We willen dat de mensen in hun bad kunnen reizen,” aldus Ineke Tap. In september 1997 stapte het duo met die producten naar een beurs in Brussel, als een soort try-out. De reacties waren enthousiast, ook bij de aanwezige buitenlanders. Zo kwamen de Waterl’eau-producten in trendsettende winkels terecht. En na aanwezigheid op de Parijse beurs Maison et Objet eind ’97 – een belangrijk evenement inzake trends in decoratie, geuren en kleuren – kwam er een fax uit de VS binnenrollen, van een geïnteresseerde distributeur. Omdat men het gamma nog niet breed genoeg vond, werd er wat later White River Falls (Canadees-Scandinavisch getint) aan toegevoegd en een badmelk (die ruikt naar babyzalf) op basis van een Romeins recept. “Wij brengen de roots van de Europese badgeschiedenis naar Amerika over. We geven de Amerikanen een stukje van hun Europese wortels terug,” zegt Lenders.

De distributeur van Waterl’eau aan gene zijde van de oceaan is The French Look, een bedrijf dat meerdere trendy merken vertegenwoordigt in de VS. Waters of the World lijkt er goed te zullen aanslaan: tijdens een beurs realiseerde The French Look er 25% van z’n omzet mee, terwijl het er toch met nog zeven andere merken stond.

KRUIDVAT IS GEEN CONCURRENT.

Maar zit er nu echt iemand te wachten op nóg maar eens een badproductenmerk? Een merk dat trouwens vrij pittig geprijsd is – zo’n 500 frank voor een fles? Bij een keten als Kruidvat pak je voor stukken minder een badschuim mee. En het aanbod in het supermarkt-rayon is enorm. Zegt Lenders: “De consument wordt in zekere zin alsmaar efficiënter. Steeds meer mensen kopen witte producten of gaan naar Aldi. Wat ze op die manier uitsparen, geven ze zichzelf op een ander moment ‘cadeau’ door zich een kleine luxe te veroorloven. Wat wij bieden is een verwenmoment. Waarbij ze in gedachten even vertoeven in de streek van hun keuze – zonder dat ze daarvoor het huis uit moeten.”

De distributie is tamelijk selectief: “Onze klanten/voortverkopers hebben hun locaties veelal in de mooiere winkelstraten, waar je een eerder gegoed publiek hebt.”

Ineke Tap merkt op dat er niet te concurreren valt met ketens als Kruidvat en anderen. “Dat proberen we dan ook niet. Onze producten zitten eigenlijk in een heel andere categorie, ze worden ook vaak als cadeau geschonken. Ter illustratie: onlangs wilde iemand in de winkel Scottish Loch hebben, omdat de kleur ervan goed paste bij de inrichting van de badkamer…”

Vorig jaar lag de omzet van Waters of the World op een bescheiden vier miljoen frank. Dit jaar zou dat al tussen 15 en 20 miljoen moeten zijn, en in het jaar 2000 nog eens het dubbele daarvan. De opstartkosten liggen wel hoog, stelt Lenders: de strategie is immers om de producten in verschillende landen en meteen ook in de juiste winkels te introduceren. “We hadden alles op de Benelux kunnen zetten. Maar we opteerden ervoor om met een beperkt gamma in zoveel mogelijk landen tegelijk te beginnen.”

AVP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content