“Elk jaar uitstel kost 350 miljard euro”

Ieder jaar, tot 2030, moeten er in de wereld achttien nieuwe kerncentrales en zeventienduizend windmolens worden gebouwd. Samen met andere noodzakelijke investeringen kan op die manier de opwarming van de aarde beperkt worden tot twee extra graden. Kostprijs: 25 biljoen euro. En we kunnen er maar beter snel aan beginnen, want ieder jaar uitstel betekent 350 miljard euro meerkosten.

Dat zegt Nobuo Tanaka, de 60-jarige Japanse diplomaat die sinds 1 september 2007 algemeen directeur is van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Hij was midden december te gast op het Vierde Strategisch Energieforum.

De minzame Japanner schetste er een haarfijn beeld van wat de wereld de komende twintig jaar nodig heeft. Om de huidige productiecapaciteit voor energie te vervangen, is er nood aan 18 biljoen euro. Om onze economie te vergroenen, mag daar nog eens 7,2 biljoen euro bij. Gigantisch veel geld? Jazeker, en als we niet met zijn allen energie besparen komt daar nog eens 5,9 biljoen euro bij. En elk jaar dat we niks investeren, verhoogt de factuur met 350 miljard euro.

Al die projecten zijn volgens Tanaka noodzakelijk om het 450 ppm-scenario te halen. Met een uitstoot van 450 deeltjes CO2 per miljoen deeltjes tegen 2050, zou de aangekondigde temperatuurstijging deze eeuw beperkt blijven tot twee graden Celsius. “China kan op zijn eentje één gigaton energiereductie realiseren. Dat is meer dan een kwart van wat er nodig is om de 450-norm te halen. De investeringen zijn ook nodig om te maken dat tegen 2030 iedereen toegang heeft tot elektriciteit. Nu is dat voor 1,5 miljard mensen niet het geval. Tenzij we 24 miljard euro per jaar investeren, blijven dat er in 2030 nog altijd 1,3 miljard, van wie ruim de helft in Afrika.”

Maar de eerste weken houden Tanaka en zijn mensen zich in de eerste plaats bezig met het berekenen van het verschil tussen de in Kopenhagen beloofde inspanningen en wat nodig is om het 450 ppm-doel te bereiken.

NOBUO TANAKA (INTERNATIONAAL ENERGIE AGENTSCHAP). “2020 is een zeer belangrijke datum in ons scenario. Op dat moment moet de CO2-uitstoot pieken en nadien moét hij dus dalen. Na 2020 moet China bijvoorbeeld bij het cap ™-systeem: uitstootplafonds en emissiehandel. Driekwart van de investeringen die nodig zijn om de temperatuurstijging te beperken tot twee graden Celsius, moet voor 2020 gebeuren.

“Het eerste wat moet gebeuren, is uiteraard investeren in energie-efficiëntie. In feite zijn dat negatieve kosten, want het zorgt dat we in de toekomst geen extra uitgaven moeten doen. Minstens even belangrijk zijn de investeringen in hernieuwbare energie en technologieën met lage uitstoot. Een typisch voorbeeld is CCS, carbon capture and storage: het opvangen en opslaan van broeikasgassen. Daarvan zijn er zestien sites nodig per jaar.”

U gaat ook uit van achttien nieuwe kerncentrales per jaar tot 2030. Momenteel zijn dat er amper één of twee.

TANAKA. “Nochtans is het doenbaar. Er zijn er ooit 31 gebouwd in één jaar. De financiering lijkt me doenbaar, en ook de publieke aanvaarding lijkt me niet het grootste probleem. We hebben genoeg uranium, maar het wordt steeds moeilijker om technische expats te vinden, nucleaire ingenieurs die bereid zijn om een aantal jaren in het buitenland te werken.”

Uw critici zeggen dat u het potentieel van groene energie stelselmatig onderschat.

TANAKA. “Nochtans zijn wij vrij ambi-tieus, en elk jaar herzien we het potentieel opwaarts. Tegen 2050 zal de helft van onze elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komen. De basis zal komen van nucleaire energie, want daarvoor zijn de hernieuwbare wellicht te volatiel. Om dat zoveel mogelijk te counteren, zullen we een beroep doen op het smart grid en eengemaakte elektriciteitsmarkten. De technologie zou er tegen dan moeten zijn, maar er is ook een verandering nodig in ons energiebeleid. We merken wel dat in de Europese Unie de politieke wil groot is om de nodige investeringen ook te doen.”

Hoe hoog moet de prijs voor een ton CO2 zijn? Die schommelt rond 14, 15 euro, dat lijkt onvoldoende om te investeren in meer milieuvriendelijke technologieën.

TANAKA. “In onze schattingen gaan wij uit van een prijs van zowat 35 euro per ton in 2020, en 76 euro in 2030. Momenteel lijdt ook die prijs onder de crisis. Maar je moet het in perspectief plaatsen: de CO2-markt is een middel. De bedoeling moet zijn dat in eerste instantie de grote economieën meedoen aan een globaal cap & trade-systeem, en op iets langere termijn alle landen. Niet elk land is daar klaar voor op hetzelfde moment. Wij gaan ervan uit dat het bruto nationaal product van een land minstens 9000 euro per hoofd van de bevolking moet bedragen. China zal dat niveau rond 2020 bereiken. Daarom dat het, wat ons betreft, na die datum samen met Brazilië, Rusland, het Midden-Oosten en Zuid-Afrika, moet meedoen met het systeem. Indien ze dat niet doen, wordt de 450 ppm-norm moeilijk om te bereiken. Voor India en een aantal ontwikkelingslanden zien wij dat voor 2030 eenvoudigweg niét gebeuren.”

U verwacht dat ons olieverbruik blijft stijgen. Wij dachten dat de olievoorraden hun piek al hadden bereikt.

TANAKA. “Dat risico wordt in elk geval steeds groter. En het klopt in ieder geval voor de easyoil: in Irak en het Midden-Oosten worden nog olievelden gevonden, maar elders veel minder. Daar moet je denken aan olievelden in Arctische gebieden of in de diepzee voor Brazilië. Maar die zijn een pak duurder om te ontginnen.

“Ik maak me eerlijk gezegd minder zorgen over het risico op schaarste onder de grond. De bronnen zijn uiteraard niet oneindig, maar volgens ons is er nog genoeg olie. De echte moeilijkheden spelen zich af boven de grond: vergunningen, fiscaliteit, betere productie-installaties.”

U verwacht wel hogere olieprijzen op korte termijn.

TANAKA. “Door de economische crisis zijn de investeringen in olieproductie met 19 procent teruggevallen. Dat heeft een negatieve invloed op de capaciteit. Wanneer zoals verwacht de vraag binnen twee, drie jaar weer aantrekt, dan wordt het een zeer krappe markt. Een groot stuk van de volatiliteit van de oliemarkten – van 35 dollar naar 145 en terug naar minder dan de helft – heeft te maken met speculatie en politieke risico’s. De enige oplossing is een buffer opbouwen: reservecapaciteit in het Midden-Oosten, en strategische voorraden in de IEA-landen (die een voorraad van drie maanden moeten opbouwen om lid te mogen worden, wat de toetreding van China bemoeilijkt, nvdr). Indien er voldoende buffercapaciteit is, kan je een signaal uitsturen naar de speculanten.”

Wat verwacht u van energiebronnen als waterstof?

TANAKA. “Wij beschouwen het als een zeer goede oplossing voor transport, niet zozeer om elektriciteit op te slaan. Ik denk dat we tot 2030 nog niet al te veel zullen zien van wagens op waterstof, maar tegen 2050 wel. Tegen dan rijden er wellicht zowat 50 miljoen wagens op waterstof, en nog eens 100 miljoen zullen elektrische wagens zijn. De conventionele brandstofmotor is tegen 2050 dood. De dieselwagen sterft uit in 2040, 2045; de benzineauto een jaar of vijf later.”

In 2006 publiceerde de IEA zijn vierjaarlijkse rapport over de Belgische energiemarkt, waarbij u onder andere de dominantie van Suez hekelde. Wat mogen we in het volgende verwachten?

TANAKA. “Ik geloof dat we in februari daarover samenzitten. Ik denk dat onze basisstandpunten niet erg veel veranderen. Wij denken dat het beter is als er meer concurrentie is, zodat consumenten de keuze hebben. Maar het is aan de landen zelf om ervoor te zorgen dat de toegang tot de markt openblijft voor nieuwkomers.”

Door Luc Huysmans

“Er is nog genoeg olie. De echte moeilijkheden spelen zich af boven de grond”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content