Einde van een rentetijdperk

Daan Killemaes

Al bijna veertig jaar dalen de langetermijnrentes en stijgen de obligatiekoersen in het Westen gestaag. Die stierenmarkt begon in 1981, toen de Amerikaanse centrale bank de geldkraan dichtdraaide om de ontspoorde inflatie te temmen. De rente op Amerikaanse overheidsobligaties met een looptijd van tien jaar piekte in september 1981 op 15,3 procent. Ze bereikte een dieptepunt in juli vorig jaar op 0,62 procent. In veel landen dook de langetermijnrente zelfs onder nul.

De kans bestaat dat die stierenmarkt een van de slachtoffers van covid-19 wordt. De langetermijnrentes stegen de voorbije weken ongezien snel. Vooral de krachtige budgettaire reactie op de crisis is nieuw en kan de bordjes verhangen. In de Verenigde Staten werkt president Joe Biden aan een programma ter waarde van 10 procent van het bbp, terwijl de Amerikaanse economie slechts 3 procent onder haar potentieel presteert. Zelfs voor notoire keynesianen is dat van het goede te veel. Biden dreigt ook een te hoge inflatie te oogsten. Ook in Europa is het budgettaire beleid terug van lang weggeweest, al blijft de begrotingsimpuls bescheiden in vergelijking met het Amerikaanse offensief.

De grote krachten achter de lagere rente zijn allesbehalve verslagen.

Het mag niet verbazen dat obligatiehouders in die omstandigheden klamme handen krijgen. Het inflatieopstootje van 2021 kan de volgende maanden nog turbulentie veroorzaken op de financiële markten. Maar de grote krachten achter de lagere rente zijn allesbehalve verslagen. Denk aan de vergrijzing, het mondiale spaaroverschot en het tekort aan investeringen. En de centrale banken zijn vast van plan om de rente in het gareel te houden, zolang de inflatie hen dat toelaat. De stierenmarkt in overheidsobligaties is misschien voorbij, maar het is te vroeg om een berenmarkt aan te kondigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content