‘Eigenlijk kan er veel wachten’

TINNE VAN DER STRAETEN"Ik moet erover waken dat ik het nieuwe normaal uit de coronaperiode niet te ver doortrek." © FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS

‘Nu even niet.’ Mijn vrienden antwoorden dat soms als iemand me in mijn vrije tijd iets komt vragen over mijn ministerschap. Ze weten dat ik als minister voor Energie een belangrijke opdracht heb in een bijzondere periode, en dat ik het niet erg vind dat ook mijn weekends vaak in het teken staan van het werk. Alleen willen ze me er soms even voor afschermen. Ook tijdens onze gesprekken gunnen ze het mij dus om niet over mijn werk als minister te moeten praten. Zo zorgen ze er samen met mijn dochters en de rest van de familie voor dat ik makkelijk kan loskomen van het werk. Of dat nu bij een kop koffie of een ijsje bij Frederic Blondeel is, of gewoon tijdens een wandeling in het park.

“Met het gezin ondernemen we tijdens het weekend vaak zulke kleine uitstapjes, maar ook voor mezelf zet ik een en ander op de planning. Zo schreef ik me in voor een loopcursus, elke zondagvoormiddag. Een vriendin vertelde me eerder al dat lopen helpt om gedachten te kanaliseren, en ze heeft gelijk.

“Al lukt me dat ook op andere momenten en manieren. Elke ochtend drinken we bijvoorbeeld met een groep ouders koffie aan de schoolpoort. Of beter: aan het café op de hoek. Altijd buiten – zomer of winter. Het is een onderdeel van mijn ochtendritueel geworden. Ik maak de brooddozen voor mijn dochters en ga mee naar school. Wie met me samenwerkt, weet dus dat je me op weekdagen het best niet belt tussen half acht en half negen ‘s ochtends. Krijg ik dan toch telefoon, dan is mijn eerste vraag: ‘Moet het nu of kan het wachten?'”

Gedachten wegebben

“Eigenlijk is er veel dat kan wachten. Soms een uur, soms een dag, soms een week. Daarom stel ik mezelf ook altijd de vraag of iets niet kan wachten voor ik iemand van mijn medewerkers bel. Zij maken op vrijdagavond telkens een leesmap voor mij, die ik in het weekend kan doornemen, en ik durf dan wel eens extra info op te vragen om de eerste dagen van de werkweek alweer voor te bereiden. Ik probeer te vermijden het hele team daar op zaterdag of zondag in te betrekken. Al zijn er uitzonderingen op de regel. Mijn kabinetschef, die bel ik gewoon ( lacht).

“Er zijn immers altijd zaken die je onverwachts wel meteen moet opnemen. Mijn werkweek ziet er dan ook vaak helemaal anders uit dan ik in het weekend heb gepland. Toch heb ik niet het gevoel dat ik word geleefd. Ik waak erover dat ik ook tijdens de week enkele rustpunten kan inbouwen. Onze job stopt nooit, dus je kunt niet anders dan af en toe zelf een onderbreking inlassen. Door even te gaan zwemmen bijvoorbeeld, en al je gedachten dan te laten wegebben. Mijn professionele omgeving respecteert die momenten ook.”

In coronamodus

“In een competitieve omgeving zoals de advocatuur was dat soms anders. Mijn vennoten en ik vonden het toch belangrijk om tijd te maken om onze kinderen op te halen in de crèche of op school. Dat was eerder ongezien in de sector. Het was natuurlijk ook voor de coronapandemie. Nu kijken mensen daar allemaal veel minder van op. Ze beseffen wel dat iedereen al zo vaak bereikbaar is dat een uurtje minder overdag niet veel uitmaakt. Of dat bepaalde gesprekken soms makkelijker te voeren zijn nadat de kinderen in bed liggen.

“Al moet ik er zelf ook over waken dat ik het nieuwe normaal uit de coronaperiode niet te ver doortrek. Ik ben minister geworden in volle coronacrisis en nu het sociale leven opnieuw aantrekt, besef ik dat ik opnieuw vaker actief tijd moet maken voor familie, vrienden en kennissen. Voor de gesprekken die we hielden voor ik minister werd. Zodat ik niet in coronamodus blijf doorgaan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content