Eerlijke ondernemer lijdt onder slechte fiscale controle

Slechts 4 % van de circa één miljoen ondernemingen en zelfstandigen kreeg in 2006 een fiscale controleur over de vloer. Weinig en vaak willekeurig. Het inspireerde ons om op de cover van deze Trends “België is een fiscaal paradijs” te schrijven (zie ook blz. 32). Niet omdat we weinig belastingen betalen, zeker niet, want onze tarieven zijn nog steeds erg hoog. Wel omdat bedrijven weinig controle krijgen en dus grote vrijheid hebben om “creatief” om te gaan met de boekhouding.

We moeten ons geen illusies maken, de zware fiscale en parafiscale lasten in België zetten nogal wat ondernemers aan om die creativiteit toe te passen. Het kan gaan van het boeken van een familiaal etentje als zakendiner tot het op ruimere schaal niet boeken van zwarte inkomsten.

Sommige ondernemers zullen een gebrekkige controle misschien toejuichen. We begrijpen dat in de moeilijke context waarin je in België moet ondernemen, elke zuurstofbel van nut kan zijn. Maar wie is de dupe van dit gedrag? De eerlijke ondernemer – en we gaan er wel van uit dat dit nog altijd de meerderheid is – die een niet opgesmukte balans aan de fiscus voorlegt.

De belabberde fiscale controle is misdadig te noemen voor de eerlijke ondernemer. Een centrale taak van de overheid is het correct innen van de belastingen. En dat betekent ook correct controleren. Zeker geen heksenjacht, maar bedrijven mogen ook niet het gevoel krijgen dat fiscale fraude een aantrekkelijke optie is omdat de kans op gepakt te worden toch klein is.

De opbrengsten die de fiscus kan binnenhalen via een betere controle, moeten worden gebruikt voor een verlaging van de tarieven. En lagere tarieven zullen in combinatie met betere controle meer ondernemers doen inzien dat fraude geen zin heeft. Een zichzelf versterkende spiraal.

Waarom slaagt de fiscus er niet in om deze elementaire taak te volbrengen? Hoofdoorzaak is het feit dat de fiscale administratie een puinhoop is. Jaren geleden werd in de slipstream van de Copernicushervorming voor het departement Financiën, Coperfin ontworpen. Het plan werd gestart, maar samen met Copernicus begraven. Het gevolg is dat vandaag een heleboel hybride structuren door elkaar lopen.

Zo werd beslist dat er polyvalente centra opgericht zouden worden waarbij controleurs in één keer zowel inkomstenbelasting als btw zouden controleren. De logica zelve, want uitgaven die verworpen worden, hebben gevolgen voor beide soorten fiscaliteit. Waarom dit tweemaal controleren? Of nog erger, een herziening in de inkomensfiscaliteit doorvoeren, maar ze niet toepassen in de btw omdat de btw-controleur niet geïnformeerd wordt?

De polyvalente centra werden opgezet, maar toen viel de hervorming stil, zodat de rest van de administratie nog steeds gebouwd is op de tweedeling tussen inkomensfiscaliteit en btw. Waar er voldoende goede wil en mankracht is, werken de centra wel. Waar de ambtenaren om allerlei redenen – goede en vooral minder goede – de centra niet zien zitten, wordt er lustig voort apart gecontroleerd.

De top van de federale overheidsdienst Financiën doet hier niets aan omdat de ruzies er legio zijn. Jarenlang al wordt er een strijd uitgevochten tussen hoofdzakelijk Franstalige socialisten en liberalen. De Raad van State schorste de benoeming van topman Jean-Claude Laes (MR-strekking). Opvolger Jean-Marc Delporte (PS-strekking) werd door een rekenfout van 800 miljoen euro gekortwiekt, maar hij weigert bevoegdheden af te staan aan de nieuw verkozen CD&V-er Carlos Six. En bevoegd minister Didier Reynders (MR) neemt zijn verantwoordelijkheid niet.

Ook de politici en de wetgevende macht moeten met een vinger gewezen worden. Voortdurend worden nieuwe wetten goedgekeurd, maar de teksten zijn onnauwkeurig en de uitvoeringsbesluiten volgen niet of worden slordig opgesteld. Met als gevolg dat veel ondernemingen een boete van de fiscus krijgen, naar de rechtbank stappen en vrijgesproken worden omdat de wetgeving een kaas met gaten is.

Het wordt daarom hoog tijd dat de politici zowel de belastingwetgeving als de federale overheidsdienst Financiën grondig hervormen. Pas dan is een sluitende en correcte fiscale controle mogelijk.

Dat de Belgische overheid het niet kan, is geen goed argument. De RVA bijvoorbeeld bewijst dat het anders kan. Op 3,5 jaar heeft de RVA 342.000 werklozen uitgenodigd voor een gesprek met een RVA-ambtenaar die moet onderzoeken of de werkzoekende voldoende inspanningen levert om een baan te vinden. Dat zijn circa 100.000 dossiers per jaar. Op 750.000 werklozen is dat een veel performantere prestatie.

Een gesprek met een werkloze is misschien eenvoudiger dan een boekhouding controleren, maar de RVA telt dan ook maar 5000 ambtenaren tegen 28.000 voor Financiën. Ook is de RVA erin geslaagd om verschillende databanken aan elkaar te linken, waardoor ze nu nogal wat fraudegevallen sneller op het spoor krijgt. Recent ontdekte de RVA een groot maffieus circuit van C4-documenten die werden verkocht door malafide bedrijven.

Aan de linkerzijde zal men roepen dat de werklozen grondig worden gecontroleerd en de bedrijven in een fiscaal paradijs leven. Die stelling is veel te kort door de bocht, maar er zit, jammer genoeg, een stukje waarheid in. En dat zou niet mogen. Het helpt het imago van de ondernemers niet. In Duitsland wordt momenteel aangetoond dat een zwaar geval van fiscale fraude de linkse aanhang snel doet groeien. Wie als ondernemer blij is met de zwakke fiscale controle in België en daar ook van profiteert, moet daar eens diep over nadenken. (T)

de auteur is hoofdredacteur.

Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content