Een zware correctie in de komende maanden?

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

Aandelen, obligaties en wisselkoersen zijn op de financiële markten onderling met elkaar verbonden en reageren op dezelfde gegevens. En toch gedragen de aandelen zich de jongste tijd totaal anders dan obligaties en wisselkoersen. Hoe sterker die ontkoppeling, hoe zwaarder de correctie in de komende maanden kan zijn.

De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer.

De financiële markten zijn zoals een soap. Elke dag is er een aflevering, iedereen kijkt ernaar, maar na afloop is het niet altijd duidelijk wat er nu precies is gebeurd. De dagelijkse marktcommentaren zoeken verklaringen voor bepaalde bewegingen die zich hebben voorgedaan. Meestal zijn het wegwerpstukjes van bedenkelijke kwaliteit.

Enkele dagen geleden bijvoorbeeld titelde Reuters: ‘Nikkei valt terug door winstnemingen’. Een nietszeggend stukje. Want over welke winstnemingen had de auteur het? Die dag bereikte de Japanse aandelenindex een twintigjarig dieptepunt. Sprak hij misschien over de beleggers die hun fondsen in 1982 hadden gekocht?

De titels van de marktcommentaren waren de voorbije weken al even inconsistent. ‘Wall Street sluit hoger op sterke winstcijfers en goed economisch nieuws’ las ik onlangs. Terwijl er één regel verder stond: ‘Dollar daalt naar vierjaarsdieptepunt op zwakke economische en winstvooruitzichten’. Of nog: ‘Beleggers kopen opnieuw obligaties nu einde oorlog deflatiegevaar niet heeft afgewend’.

Ontroerend. Het zijn allemaal illustraties van het feit dat de drie markten tijdelijk van elkaar ontkoppelen door tegengestelde visies of posities. Vroeg of laat zullen ze alledrie weer dezelfde richting uit gaan, en dan weten we meteen ook wie van bij de start goed zat. Wat nog niet betekent dat de ene altijd gelijk heeft en de andere altijd ongelijk. In 1993 bijvoorbeeld anticipeerden de aandelen al op een herstel terwijl de obligaties pas in 1994 tot dat besef kwamen, wat leidde tot een zware obligatiekrach. Tegelijk hield de dollar lang stand na het uiteenspatten van de technologiebubbel, wat maakt dat de Amerikaanse munt nog maar een goed jaar bezig is met haar inhaalbeweging.

Wél blijkt steevast dat aandelenbeleggers meer van mening veranderen dan hun collega’s die beleggen in obligaties en munten. Het is bijvoorbeeld de vijfde keer in twee jaar tijd dat de aandelenmarkten op korte tijd 20 % stijgen omdat ze denken dat het economisch herstel eindelijk is begonnen. Het is ontroerend om te zien hoe snel aandelenbeleggers bereid zijn om steeds weer dezelfde fouten te maken. Hoe harder ze worden geslagen, hoe sneller ze opstaan.

De bewegingen van de markten de afgelopen weken lijken trouwens een beetje op die bij het begin van het jaar. Ook toen verzwakte de dollar elke dag terwijl de aandelen het nieuwe jaar optimistisch aanvatten. Zoals de grafiek aantoont, duurde de ontkoppeling toen niet lang.

Vandaag is de divergentie echter veel groter. De versnelling van de dollardepreciatie heeft veel te maken met de voluntaristische houding van de VS om daarmee inflatie te creëren en op die manier het deflatiespook te verdrijven. Een bijkomend voordeel is dat Amerikaanse exporterende bedrijven hun winsten sterk zien (in)flateren.

IBM zei bijvoorbeeld dat zijn Europese verkopen door de goedkopere dollar met 23 % waren gestegen – bij stabiele wisselkoersen zou de toename van de verkoop slechts 3 % zijn geweest. Ook Intel, 3M en Eastman Kodak schreven de helft van de winstverrassing toe aan de wisselkoersen, de andere helft aan herstructureringen. De daling van de dollar zorgt dus voor een verbetering van de winstcijfers van de bedrijven. De correctie van de beurs wordt vervangen door een correctie van de munt.

Gevaren. Maar naast deze positieve effecten zijn er ook gevaren. Heel wat landen zijn hun houding tegenover de dollar aan het wijzigen. Indonesië is het laatste land dat zich openlijk uitlaat over het verminderen van zijn dollarafhankelijkheid. Andere landen doen dat in stilte: de olieproducerende landen dekken hun dollarinkomsten en geldtegoeden af. Er is een groeiend aantal petro-euro’s in omloop. De euro is aan een stille opmars bezig als internationale reservemunt. Eigenlijk wijzigen deze landen niet hun opinie over de Amerikaanse munt, maar wel over de fundamentals van de Amerikaanse economie.

De recentste economische gegevens tonen aan dat het einde van de oorlog in Irak nog niet heeft gezorgd voor een begin van economisch herstel. Tegelijk blijkt dat de situatie op de Amerikaanse arbeidsmarkt er versneld op achteruitgaat. Het versneld afbrokkelen van de Amerikaanse dollar is de prelude van een nieuwe realiteitstoets voor de aandelenbeleggers.

In de afgelopen vijftig jaar bedroeg de return van Amerikaanse aandelen tussen mei en oktober gemiddeld 0 %. Alle winst werd in de rest van het jaar gemaakt. Interessante informatie als u als belegger een rustiger vakantie wilt dan de vorige jaren.

Geert Noels

In de afgelopen vijftig jaar bedroeg de return van Amerikaanse aandelen tussen mei en oktober gemiddeld 0 %. Interessante informatie als u als belegger een rustiger vakantie wilt dan de vorige jaren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content