Een vingeroefening

De regering heeft bij de Kamer een nieuw wetsontwerp houdende ‘fiscale en diverse bepalingen’ ingediend. Het lijvige document omvat in hoofdzaak fiscale bepalingen. In totaal gaat het om een kleine veertig maatregelen. Het belang ervan varieert sterk.

Soms gaat het om overbodige maatregelen. Zo voelt de regering zich geroepen om voor maaltijdcheques op fiscaal gebied een volledig nieuw wettelijk kader te scheppen. Terwijl er ten gronde niets wijzigt, en het beoogde resultaat al uit de bestaande wetteksten kan worden afgeleid.

In een aantal andere gevallen gaat het om de wettelijke bevestiging van administratieve standpunten of om aanpassingen die de wettekst in overeenstemming moeten brengen met inmiddels gevelde rechtspraak. Zo bijvoorbeeld ten aanzien van de vennootschappen die als ‘kmo’ kunnen worden aangemerkt. De omschrijving daarvan zorgt al jaren voor moeilijkheden. Het wetsontwerp voert nu een uniforme kmo-definitie in (door verwijzing naar de vennootschappen die als ‘klein’ kunnen worden aangemerkt in de zin van het Wetboek van vennootschappen). Maar het doet dit allesbehalve consequent.

Ook voor werklozen zorgt het wetsontwerp voor een wetsaanpassing die haar oorsprong vindt in de rechtspraak. In de personenbelasting geldt sinds verschillende jaren een doorgedreven decumul. Dat wil zeggen dat elk van beide echtgenoten of wettelijk samenwonende partners afzonderlijk belast wordt op zijn eigen inkomsten. Maar dat geldt niet voor de belastingvermindering op werkloosheidsuitkeringen. Volgens de bestaande wetgeving moet die nog steeds gecumuleerd worden toegepast. Het Grondwettelijk Hof vindt dat discriminerend. Daarom wordt de wetgeving nu aangepast. De meeste werklozen zullen er niets van merken. In de praktijk wordt de belastingvermindering – gelet op het arrest van het Grondwettelijk Hof – al gedecumuleerd toegepast. Sommige werklozen zullen toch nog schrikken. De decumul is niet per definitie voor iedereen voordeliger. In bepaalde gevallen heeft men baat bij de cumul. Dat voordeel gaat nu verloren.

Er zijn er nog die twee keer zullen moeten slikken. Banken en verzekeraars bijvoorbeeld. De wetgever wil vermijden dat dividenden twee keer worden belast: een eerste keer in hoofde van de uitbetalende vennootschap, en een tweede keer bij de vennootschap die ze ontvangt. Vandaar dat de ontvangen dividenden voor het grootste deel uit het fiscaal resultaat van de ontvangende vennootschap mogen worden gehaald. Men noemt dit de aftrek van ‘definitief belaste inkomsten’ (DBI-aftrek). Deze aftrek is aan verschillende voorwaarden onderworpen. Zo moet de ontvangende vennootschap over een bepaalde minimumparticipatie beschikken. Deze laatste voorwaarde geldt niet in hoofde van bankiers, verzekeraars en beursvennootschappen. Bij hen speelt de omvang van de participatie geen rol. Het wetsontwerp schrapt deze voorkeursbehandeling.

Sportbeoefenaars en hun sportclubs zullen ook twee keer moeten slikken. Sinds enige tijd geldt voor hen een erg attractief fiscaal stelsel. Het wetsontwerp past dit nu op bepaalde punten aan. Zo wordt bijvoorbeeld een plafond ingevoerd ten aanzien van de inkomsten die oudere sportbeoefenaars en scheidsrechters, trainers, enzovoort tegen gunstige fiscale voorwaarden kunnen ontvangen. Bovendien wordt een belangrijke rem gezet op de voorwaarden waaronder sportclubs ervan vrijgesteld zijn 80 procent van de bedrijfsvoorheffing die zij inhouden op de bezoldigingen van hun oudere sportbeoefenaars, door te storten naar de Schatkist.

Sinterklaas komt eraan. Misschien is het daarom dat van het wetsontwerp ook gebruik wordt gemaakt om fiscale snoepjes uit te delen: een nieuwe belastingvermindering bij de aanschaf van elektrisch aangedreven voertuigen, en een nieuw fiscaal voordeel voor wie investeert in de beveiliging van bedrijfsvoertuigen. Daarnaast zijn er wijzigingen die ‘niet anders kunnen’: omdat Europa ertoe verplicht. Zo wordt de fiscale aftrekbaarheid van giften – in die gevallen waar de aftrek tot nog toe beperkt is tot giften aan in België gevestigde instellingen – in zowat alle gevallen uitgebreid tot giften aan instellingen die gevestigd zijn in de Europese Economische Ruimte. Die omvat alle lidstaten van de Europese Unie, plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein.

Het wetsontwerp is dus niet onbeduidend. Maar de lijvige omvang staat in geen enkele verhouding tot het belang. In feite is het stilte voor de storm. De begrotingsonderhandelingen voorspellen op fiscaal gebied zwaar weer. Dat zal negen kansen op de tien zijn beslag krijgen in de klassieke eindejaarswetten. Het grote fiscale werk moet dus nog beginnen. Het wetsontwerp is in vergelijking slechts een vingeroefening.

DE AUTEUR IS ADVOCAAT EN HOOFDREDACTEUR VAN FISCOLOOG.

Jan Van Dyck

Het wetsontwerp voert een nieuwe belastingvermindering in ten aanzien van elektrisch aangedreven voertuigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content