Een verborgen gebrek in de wet

Zopas keurde de Kamercommissie Bedrijfsleven een wetsontwerp goed dat de koper van een ‘duurzaam goed’ twee jaar garantie gunt. Of de consument daar ook beter van wordt, is lang niet zeker.

Met een vertraging van anderhalf jaar is een Europese richtlijn die consumenten twee jaar garantie geeft bij de aankoop van een ‘duurzaam goed’ eindelijk omgezet in een Belgische wet. De industrie is niet zo gelukkig met de wet, die binnen drie maanden van kracht zal worden. “De consument wordt opgefokt,” sneert Johan Huygens, general manager van fietsenfabrikant Ludo. “Nu al zijn acht op de tien klachten ongegrond, omdat ze het gevolg zijn van normale slijtage. Je kunt moeilijk twee jaar garantie geven op een fietsband.”

In de elektronicasector hebben de grote distributeurs geanticipeerd op de wet. Zo passen Krëfel en Media Markt nu al de garantietermijn van twee jaar toe. “We lopen daardoor wel een groot financieel risico, want vooral de Belgische invoerders en fabrikanten van bruingoed (televisie, hifiketen,…) beperken hun garantietermijn nog steeds tot één jaar,” aldus Jean-Marie Christiaens, country manager bij Media Markt.

Ronald Spaans, gedelegeerd bestuurder van Sony Belgium, belooft dat hij de wet zal naleven. Toch vraagt hij zich af of de consument er beter van wordt: “Met de nieuwe wet komt de bewijslast na zes maanden bij de consument te liggen, wat geen sinecure is. Bovendien heeft deze evolutie een financiële impact en de fabrikanten hebben geen andere keuze dan die door te rekenen aan de eindverbruiker.”

Opvallend is dat de federale minister van Consumentenzaken Freya Van den Bossche ( SP.A) niet raakte aan de bestaande wetgeving over de verborgen gebreken, die naast de nieuwe Europese richtlijn blijft bestaan. Daardoor kunnen consumenten in ons land ook nog na twee jaar een schadevergoeding eisen wanneer ze een verborgen gebrek kunnen aantonen. Zowel de Unie van Zelfstandige Ondernemers ( Unizo), als de Belgische federatie van de distributiebedrijven Fedis zijn het daarmee niet eens, omdat de minister rechtsonzekerheid zou creëren. Johan Huygens van Ludo denkt daar anders over: “Als een frame na zes jaar breekt als gevolg van een constructiefout, moet je als kwaliteitsbewuste fabrikant zo fair zijn om dat te vergoeden.”

D.V.T.