Advocaat Yves Tavernier heeft het gehad met de Angelsaksische mentaliteit bij het kantoor DLA Piper. Hij stapt over naar het Brusselse De Wolf & Partners. Hij is een van de velen die het voor bekeken houden bij de buitenlandse law firms.
Begin maart stapt Yves Tavernier over van het advocatenkantoor DLA Piper naar De Wolf & Partners, waar hij ook vennoot wordt. Twee van zijn confraters verhuizen mee. Tavernier behandelt geschillen voor BNP Paribas Fortis en heeft een netwerk in Gentse havenkringen. “DLA werd me te Angelsaksisch in erelonen en commerciële aanpak”, motiveert de 60-jarige advocaat. “Bij De Wolf sta ik weer dicht bij de ondernemers. De stap geeft me een tweede adem om er nog een paar jaar tegenaan te gaan.”
Managing partner Patrick De Wolf, overigens Franstalig: “Met de aanwinst willen we ons sterker profileren in Vlaanderen, dat onevenredig vertegenwoordigd is in onze omzet (8 miljoen, nvdr) en bij onze medewerkers (40 procent is Nederlandstalig). De doelstelling is mee te spelen in de liga van de Belgische third tier-kantoren, genre Lydian en CMS De Backer, met kwalitatief advies voor kmo’s. Er is zeker nog plaats voor een kantoor dat opereert onder de magic circle (genre Linklaters en Allen & Overy) en de second tier-collega’s, zoals Stibbe en DLA.”
Philippe Jadoul van de juridische headhunter Vialegis plaatst De Wolfs ambitie in een kader: “Er is enorm veel zenuwachtigheid op de juridische markt. De bewegingen over en weer zullen waarschijnlijk nog toenemen.” Zijn collega Joost Maes (Egon Zehnder): “Angelsaksische kantoren, zoals Linklaters of Clifford Chance, ervaren de dalende trend op de markt van de fusies en overnames. Ook in België, waar heel wat grote banken en bedrijven zijn verdwenen, is er minder vraag naar hun topadvies. Om de gewenste ratio’s te halen, moet de leverage tussen de vennoten (die de winst delen) en de medewerkers naar omhoog. Dat treft de senior associates.”
Die werken in een extreem tempo met als ultiem doel het partnership. “Maar er komen amper nieuwe vennoten bij en dat heeft een negatief effect op hun motivatie”, signaleert Jadoul. “Sommigen stappen uit het beroep en worden bedrijfsjurist. Ambitieuze juristen wilden vroeger liever geen ‘kantoorjob’, maar kunnen vandaag bij bedrijven wel creatief aan de slag met hun knowhow. Niet alleen is recht meer dan ooit een factor voor bedrijven. Ook beslisten CEO’s hun juridisch departement uit te breiden en minder werk uit te besteden aan advocaten.”
Toch hechten veel advocaten belang aan hun toga. Maes: “Die spreiden zich uit over de rest van de juridische markt. Zo zien we vandaag nieuwe kantoren ontstaan met een uitstekende reputatie, zoals Ambos NBGO. Die hebben ambitieuze advocaten van topniveau, die hun vroegere kantoren beconcurreren op hun eigen terrein.”
Steven De Keyser, die ooit de Europese tak van DLA verbreedde en vandaag consultant is van onder meer advocatenkantoren, signaleert na de ontslagen bij de Angelsaksische kantoren door de crisis, nu een vrijwillige leegloop richting second tier. “Lokale prijzen, een lokale strategie en een minder zware kostenstructuur zijn de sleutels van hun succes. Sommige advocaten werken nu eenmaal liever autonoom voor Belgische klanten.”
“De overkomers werken soms flink onder de prijs van hun vroegere kantoor”, zegt Jadoul. “En terecht: de erelonen in België zijn al jaren te hoog.”
HANS BROCKMANS