Een regering als schoonmoeder

JEAN-PAUL VAN AVERMAET De CEO van bpost moest na amper een jaar al opstappen. © belga

Jean-Paul Van Avermaet moest vorig weekend opstappen als de CEO van bpost. Zijn ontslag is symptomatisch voor de halfslachtige privatisering van de overheidsbedrijven. De competitieve noden van een marktspeler en de desiderata van een publieke aandeelhouder botsen soms, weten de ex-CEO’s van bpost Johnny Thijs en Koen Van Gerven.

De CEO van bpost, Jean-Paul Van Avermaet, lag al langer onder vuur. Als de vorige CEO van het beveiligingsbedrijf G4S wordt hij genoemd in een onderzoek naar mogelijke concurrentieafspraken. Het onderzoek startte vorige zomer. Van Avermaet kon aanblijven, als hij aan de raad van bestuur maar transparant zou communiceren over het onderzoek. Die transparantie bleef uit, meldde de raad van bestuur vorige week. Intussen zijn ettelijke kaderleden van het postbedrijf vertrokken en moest bpost vorige week ook tegenvallende resultaten opbiechten, terwijl het actief is op de boomende markt van de pakjes. Het aandeel kelderde. Vorig weekend was ook voor de overheid, de grootste aandeelhouder van bpost, de maat vol. Van Avermaet moest eruit.

KOEN VAN GERVEN
KOEN VAN GERVEN “De beurs zet een vergrootglas op wat je doet.”© Christophe Ketels / COMPAGNIE GA

Hebben managers van overheidsbedrijven een politieke schoonmoeder, waardoor het onduidelijk is wie de broek draagt? Een paar jaar geleden kwam er in elk geval een nieuw wettelijk kader voor de onafhankelijkheid van het bestuur van overheidsbedrijven. Volgens de toplui van overheidsbedrijven is dat een goede beslissing, om te vermijden dat de overheid zich bemoeit met de operationele werking.

Managers van overheidsbedrijven werken in een andere wereld dan CEO’s van privébedrijven. “De visibiliteit is veel groter”, weet Johnny Thijs, die van 2002 tot 2013 de CEO van bpost was. “Tal van stakeholders volgen op wat bij bpost, Proximus en de NMBS gebeurt. Je moet ook geregeld naar het parlement, om toelichting te geven. Die zichtbaarheid zet druk op je bedrijfsvoering.”

Zeker als zo’n overheidsbedrijf op de beurs staat, zoals bpost of Proximus, speelt dat. “De beurs zet een vergrootglas op wat je doet”, verklaart Koen Van Gerven, de vorige CEO van bpost. “Bij een overheidsbedrijf hangt de spagaat tussen transparantie voor de beurs en politieke invloed ook samen met de tijdsgeest. Toen CVC twintig jaar geleden als private speler aan boord kwam bij de post, heerste een geest van marktliberalisering, gestimuleerd door Europa. Door de coronacrisis zitten we in een andere politieke context. Nu pleiten meer stemmen voor een sterke overheid als leverancier van publieke dienstverlening.”

Die evolutie acht Itinera-econoom Ivan Van De Cloot, die onlangs het boek Overheid + Markt schreef over de rol van de overheid in de economie, niet wenselijk: “Goed bestuur bij een overheidsbedrijf vergt dat de politiek zich afzijdig houdt van operationele beslissingen. De problemen ontstaan doordat de overheid diverse petjes draagt. Ze is toezichthouder vanuit het algemeen belang, maar ook aandeelhouder. Ze is tegelijk wetgever en contractant. Bij Proximus wil ze lage prijzen voor de consument, maar ook het dividend maximaliseren. Die conflicterende belangen laten zich voelen in de raad van bestuur.”

Een regering als schoonmoeder

Bestuurders zien zich volgens Van De Cloot bovendien geconfronteerd met een beleid dat geen duidelijke richting aangeeft. Er is niet altijd politieke eensgezindheid over de rol die het overheidsbedrijf moet spelen. Zo slaagt de Belgische regering er al sinds 2012 niet meer in een nieuw beheerscontract met de NMBS af te sluiten. “Ook bij bpost zie je een collusie tussen zijn rol als openbare dienstverlener en als commerciële speler op de pakjesmarkt”, zegt hij. “Dat kun je niet oplossen zolang dat bedrijf niet volledig is geprivatiseerd en in een commerciële logica zit.”

Gepolitiseerd clubje

De raad van bestuur is bij overheidsbedrijven met andere woorden een gepolitiseerd clubje, dat een goede strategie kan ondermijnen. Maar dat is niet altijd zo. Johnny Thijs kreeg bijvoorbeeld aanvankelijk steun voor zijn transformatie van de posterijen. “Op zich is het geen probleem dat de helft van de leden van de raad van bestuur politiek benoemd is”, zegt hij. “Alleen zou de regering zich harder moeten afvragen wat een goede bestuurder in zijn mars moet hebben. Dan zou ze betere, sterkere en goed gekwalificeerde bestuurders afvaardigen.”

Thijs wijst erop dat de bestuurders mee verantwoordelijk waren voor strategische beslissingen, zoals de overname van Radial of de keuze om Van Avermaet het afgelopen halfjaar op post te laten. “Ik vind dat de raad van bestuur in de spiegel moet kijken en zich moet afvragen wat zij verkeerd heeft gedaan”, zegt Thijs.

Maatschappelijke molensteen

Staat de politieke agenda strategische keuzes in de weg? Soms. “Ook bij een overheidsonderneming moet de raad van bestuur de belangen van het bedrijf behartigen”, nuanceert Thijs. “Ik heb nooit grote conflicten over de strategie ervaren, omdat alle betrokkenen zich konden vinden in het transformatieproces. Ik zie geen reden waarom dat niet meer het geval zou kunnen zijn. Het veranderingsproces om dit bedrijf competitief te houden, stopt nooit.”

De dubbele agenda van de publieke aandeelhouder wordt bij bpost wel zichtbaar bij het personeelsbeleid. De stijgende personeelskosten zijn een belangrijke factor in de ontgoochelende resultaten van bpost. Politici zien overheidsbedrijven soms als tewerkstellingsmachines. In ons land mogen zelfstandigen geen geadresseerde post afleveren. Daardoor stijgt het aantal voltijdse equivalenten bij bpost weer, na een jarenlange daling. “Dat zadelt bpost op met een structurele en groeiende handicap tegenover zijn concurrenten”, zegt Koen Van Gerven.

Een vergelijkbaar verhaal is de afbouw van postkantoren. “In dit land komen de echte vragen onvoldoende op tafel” besluit Van De Cloot. “Welke universele dienstverlening willen we? En is dat een taak voor bpost? Of geven we dat bedrijf beter de ruimte om zich te ontwikkelen als speler in de competitieve pakjesmarkt?”

“Je ziet de discussie over publieke dienstverlening wijzigen”, beaamt Van Gerven. “Nederland, Denemarken en Zweden hebben geen postkantoren meer. In ons land wordt die afbouw afgeremd. Dat zijn keuzes met een maatschappelijke agenda. Ik heb daar geen probleem mee, maar als bpost geen overheidsbedrijf was geweest, waren de postkantoren al langer gesloten.”

Dividendbeleid

Een klassieker in het discours over overheidsbedrijven is het dividendbeleid. De regering gebruikte de gulle dividenden van Belfius, Proximus en bpost lang om gaten in de begroting op te vullen. “Een manager van een overheidsbedrijf moet beseffen dat de politieke agenda niet altijd strookt met de logische ambitie van de onderneming”, zegt Van Gerven. “Wat dat betreft, heb ik het beste en het slechtste gezien. Johan Vande Lanotte (sp.a) was cruciaal om met de instap van CVC de transformatie op gang te trekken. En Alexander De Croo (Open Vld) steunde politiek de plannen voor PostNL. Daar staat het geneuzel van Jean-Pascal Labille (PS) over het loon van Johnny Thijs tegenover. En, recenter, de discussies over een correcte vergoeding van de raad van bestuur. Het gevolg is een zwakke raad, die de jongste maanden zijn bewijs van incompetentie heeft afgeleverd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content