Een onechte West-Vlaming

Roeland Byl redacteur bij Trends

Eindelijk heeft de West-Vlaamse pvc-specialist Deceuninck zijn grote overname op zak. Geruchten over een mega-acquisitie circuleerden al langer. De sector van de pvc-profielen zit in een consolidatiefase en Deceuninck moest op zoek naar externe groei om het strategische streefdoel van 500 miljoen euro omzet in 2004 te halen. Met het Duitse Thyssen Polymer koopt de West-Vlaamse producent van pvc-bouwmaterialen zich vooral een positie in de grootste bouwmarkt van Europa en wordt tegelijk de wereldwijde nummer één in zijn sector. Naar eigen zeggen heeft de groep nu 12 % tot 13 % van de wereldmarkt in handen.

De onopvallende topman aan de onderhandelingstafel was algemeen directeur Clement De Meersman. De 51-jarige Oost-Vlaming is nu bijna tien jaar de roerganger van de beursgenoteerde onderneming uit Hooglede-Gits en staat bekend voor zijn no-nonsense-aanpak.

“Hij heeft helemaal de West-Vlaamse mentaliteit overgenomen,” weet Rik De Nolf, gedelegeerd bestuurder van Roularta Media Group. De Meersman is een van de externe bestuurders bij Roularta, een taak die hij trouwens ook op de schouders neemt bij netbeheerder Elia.

Toen De Meersman in 1994 bij Deceuninck de fakkel overnam, stond het bedrijf voor een fase van professionalisering en defamiliarisering. Het is onder zijn impuls dat de beursgenoteerde KMO uitgroeide tot een multinational. Zijn recepten: deugdelijk bestuur met regelmatige raden van bestuur en vast omlijnde managementstructuren. Dat leidde nochtans allerminst tot een trendbreuk in de strategie. De Meersman bleef een voorzichtige koers varen, volgens sommige waarnemers zelfs te voorzichtig.

In de balans bleef het eigen vermogen schommelen rond 50 % van het balanstotaal. Die calvinistische zuinigheid heeft hij misschien wel overgehouden aan de tijd die hij bij onze noorderburen doorbracht. Van 1987 tot 1994 werkte de topman immers bij DSM. Hij was er achtereenvolgens onderzoeksdirecteur en directeur van de business unit Compounds & Mouldings. In die functie bestierde de Oost-Vlaming een tiental productiesites en was de sleutelfiguur bij DSM voor de leveringen aan de automobielnijverheid.

De Meersman wordt door iedereen geroemd om zijn professionaliteit. Zijn sterkte is vooral zijn grote technische bekwaamheid. Van opleiding is hij ingenieur – even zelfs assistent aan de KU Leuven – maar uiteindelijk koos hij toch voor een carrière in de industrie. Hij bleef tien jaar bij rubberproducent Bergougnan Benelux, een dochter van het Michelin-concern. Daarna volgden zeven jaar bij DSM en nog eens tien jaar bij Deceuninck.

Toen De Meersman de helmstok in handen kreeg, was Deceuninck al bezig aan een gestage internationale expansie. Daarna ging die gewoon door, niet zoveel sneller, en in elk geval met evenveel omzichtigheid als in de tijd dat de broers Arnold en Willy Deceuninck de touwtjes nog in handen hadden. Behalve ervaring in de wereld van de kunststoffen en bewezen capaciteiten als manager, beschikt De Meersman volgens een van de externe bestuurders bij Deceuninck over een dosis natuurlijke autoriteit. “Dat is ook nodig om aan een multinationale groep leiding te geven,” zegt hij.

Het is een man zonder franjes, en zeker geen lefgozer. Een waarnemer: “Dat zou ook niet kunnen, want een goede verstandhouding met de familie is belangrijk. Dat leidt tot voorzichtigheid en een behoudende aanpak.” Naar verluidt slaagde de topman in zijn opdracht omdat hij diplomatie en efficiëntie weet te combineren. De Meersman heet ook een goede communicator te zijn. De contacten met de vakbonden zijn naar verluidt goed en De Meersman beschouwt zijn bureau zeker niet als een ivoren toren. Hij loopt graag rond op de werkvloer en trekt geregeld naar de buitenlandse dochterbedrijven om de vinger rechtstreeks aan de pols te houden.

Financiële analisten kijken toch wat sceptisch naar Deceuninck. Ze geloven wel dat De Meersman de juiste man op de juiste plaats is, maar stellen bij het management toch de neiging vast om altijd alles rooskleurig voor te stellen. “Het lijkt wel alsof ze het moeilijk vinden om toe te geven dat iets minder goed loopt. Dat ondermijnt de geloofwaardigheid,” weet een van hen.

In het jaarverslag voor 2001 beklemtoonde het management nog het strategische voordeel van het links laten liggen van de Duitse markt. Enkele maanden later zat De Meersman al aan de onderhandelingstafel met de dochter van het grote Thyssen Krupp. Vandaag presenteert Deceuninck de overname juist als een complementair voordeel met weinig risico’s. Want – zo heet het – slechts 30 % van de omzet van Thyssen Polymer komt uit Duitsland. Dat maakt de West-Vlamingen in ieder geval minder afhankelijk van een uitblijvende economische heropleving van de Duitse bouwmarkt. En natuurlijk wordt het bedrijf dankzij de overname de wereldwijde nummer één in zijn sector.

Desondanks blijft het spook van Duitse overnames hangen. Niet toevallig trok Deceuninck zich in 1996 – toen de bouwmarkt slabakte – terug uit het eengemaakte Duitsland. Ook andere Belgische bedrijven zoals Spector, Kinepolis en Gevaert houden weinig goede herinneringen over aan hun Duitse overnameavonturen. Duitsers kijken nogal eens naar Belgische overnemers alsof ze kleine broertjes blijven. In hoeverre De Meersman erin zal slagen die pil te verteren, blijft nog de vraag. De aandeelhouders geloven er alvast in en stuurden de beurskoers na de bekendmaking van het nieuws bijna 8 % hoger. Zij vinden dat De Meersman de afgelopen jaren bewezen heeft dat hij cultuurverschillen weet om te smeden tot een virtuele eenheid die onder de West-Vlaamse vlag efficiënt functioneert. Zowat elke twee jaar deed Deceuninck sinds zijn aantreden immers een acquisitie.

Eigenlijk was de instap in de Duitse markt een must en is het knap dat Deceuninck zo geduldig kon wachten op de ideale fit. Zo zegt de secretaris-generaal en directeur interne audit Charles Leclercq: “In Duitsland verkochten we nauwelijks, terwijl het de belangrijkste bouwmarkt van Europa is. Het is goed om daar aanwezig te zijn, maar toch zien we vooral synergie in het productengamma. Wij kunnen onze kunststoffen muurplanchetten via hun organisatie verkopen en zij hebben specifieke systemen voor veranda’s die wij hier kunnen verkopen. Bovendien is de groeimarge in Duitsland nog groot. Nu is het marktaandeel van pvc-ramen slechts 10 %. In Groot-Brittannië is dat 80 %. Er is dus nog veel potentieel.”

CLEMENT DE MEERSMAN

l Algemeen directeur van Deceuninck NV.

l Is ingenieur maar koos uiteindelijk voor een carrière in de industrie (tien jaar bij rubberproducent Bergougnan Benelux; zeven jaar bij DSM en nog eens tien jaar bij Deceuninck).

l Houdt van joggen en zeilen.

Roeland Byl

In hoeverre

De Meersman erin

zal slagen de pil van zijn Duitse overname te verteren, blijft

nog de vraag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content