Een ode aan de chaos

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School

reacties: marc.buelens@trends.be

Wanneer is een economische entiteit (bedrijf, regio, staat) rijk? Volgens de bekende Britse econoom John Kay word je rijk door gedisciplineerd pluralisme. We zijn niet geneigd hem tegen te spreken.

Laten we beginnen met pluralisme, dat hand in hand gaat met specialisatie. Taakverdeling ligt aan de basis van elke economische groei. Zet je productiefactoren in voor die zaken waar ze het meest rendabel voor zijn. En begin dan te ruilen. De kaaswinkel op de hoek verkoopt zeer lekkere quiches. Ik schrijf columns. Vorig jaar heb ik ook eens een eenvoudig quicherecept getest. En de kaasboer hangt in zijn winkel af en toe korte teksten uit over zijn producten. Mijn quiche was niet echt te eten. Zijn teksten zijn niet echt te lezen. Dus ruilen wij, via het tussenproduct geld, columns voor quiches. Hij betaalt voor een exemplaar van Trends en ik voor een quiche. En om dat tussenproduct te optimaliseren, hebben we dan weer banken, die zich specialiseren in geld. In ieder geval is dit honderden keren efficiënter dan uw columnist die zou trachten quiches te bakken, videorecorders te ontwerpen, openhartoperaties uit te voeren of containerschepen te laden en te lossen. Een moderne economie leidt tot haast eindeloze specialisatie. Lezer, kijk eens hoe gespecialiseerd uw job wel is. Veronderstel, u bent accountant bij Agfa. U zult misschien opmerken: “Accountant zijn, dat is toch niet zo uniek.” U moet echter niet alleen accountancy kennen en Sarbenes-Oxley, maar u moet ook Agfa goed kennen. U moet heel wat weten over de overgang naar de digitale processen en de gevolgen van enkele acquisities en verzelfstandigingen van units. Wie u opvolgt, zou wel eens enkele maanden (jaren?) nodig kunnen hebben vooraleer hij op uw niveau van specifieke kennis is geraakt.

Als u echter rijst kweekt in Indonesië, zou het wel eens kunnen dat er enkele tienduizenden, zoniet honderdduizenden zijn die een job hebben die verdacht veel op de uwe lijkt. U bent op enkele minuten (uren?) perfect vervangbaar. Minder ontwikkelde economieën hebben minder specialisatie, zijn minder pluralistisch.

Andere uitingen van pluralisme in een moderne economie zijn bijvoorbeeld de eindeloze juridische vormen waaruit u kunt kiezen om uw economische activiteit gestalte te geven: NV, BVBA, CV, VZW, eenmanszaak, loondienst,… Als u rijst wil kweken in Parang-Koedjang, zult u niet veel keuze hebben.

Vorig jaar was er veel ophef rond het boek van Richard Florida, The Rise of the Creative Class. Patricia Ceyssens was er een grote fan van. Van dat boek hebben de meesten onthouden dat regio’s die tolerant zijn tegenover homo’s economisch welvarender zijn. Maar dat is uiteraard slechts een voorbeeld van pluralisme. Welvaart veronderstelt ook veel pluralisme in onderzoek, want dan kan je nieuwe technologieën ontdekken en ontwikkelen. Pluralisme veronderstelt tolerantie voor grote verschillen, volgens de Amerikanen ook in inkomensverschillen. Je moet zeker de risiconemers aanmoedigen met het vooruitzicht op ‘de jackpot winnen van het ondernemen’. En je mag niet achterovervallen als een topmanager een schamele 900.000 euro per jaar verdient. Waarom is pluralisme zo belangrijk? Zouden we toch niet beter alle economische parameters in een grote supercomputer stoppen en alles een vaste voorspelbare plaats geven? En brengt te veel pluralisme geen verspilling, chaos en inefficiëntie mee?

Weinigen beseffen waarom pluralisme zo broodnodig is. De reden is nochtans eenvoudig: de meeste economische beslissingen van enige complexiteit lopen slecht af! 80 % van de introductie van nieuwe producten is een mislukking. Bijna alle experimenten met nieuwe methodes mislukken, zeker de eerste keer. Bijna twee derde van alle overnames of fusies zijn niet echt een succes. Kortom, als je gelooft in een alwetende staat, een superieure leider, een nooit gezien geïntegreerd planningsproces, weet je op voorhand dat tot 80 % van de belangrijkste schakels veel te zwak zijn. Dat kan nooit werken. Wat de communisten en de despotische bedrijfsleiders overigens keer op keer moeten vaststellen.

De vrije markt met zijn waanzinnig pluralisme en monsterbeloningen voor echt succes is superieur – niet ondanks de chaos die het met zich brengt, maar juist dankzij de chaos van de miljoenen (en sinds China: miljarden) economische spelers, die elk voor zich allerlei pluralistische beslissingen nemen. Die chaos laat toe dat 20 % echt goede beslissingen toch kunnen plaatsvinden, dat gekke ideeën zoals de laserstraal, de post-it note, Booleaanse algebra of reizen in clubformule toch een kans krijgen. Voor zo’n dwazigheden is er geen plaats in een geleide maatschappij, waar elke afwijking ‘van de ware leer’ al op voorhand verdacht is.

Met pluralisme alleen kom je er echter niet. Ergens moet er nog wat samenhang, de nodige lijm zijn. Er moet ook discipline zijn. Er moet niet alleen vreugde zijn om het pluralisme in Europa, maar ook een ‘Europese reflex’, of een Europese grondwet om een pijnlijk voorbeeld te noemen. Over discipline volgende week meer.

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content